Page 105 of 163

kmC I T Y
110
Airbags
Uitschakelen van de airbag aan passagierszijde
Raadpleeg in de rubriek 4 het gedeelte
"Mode" en selecteer vervolgens OFF in
het menu "Airbag passagier". In de stand
OFF werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
selecteer dan ON om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
passagier te garanderen.
Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting op
de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij
het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
Plaats als de passagiersairbag van uw
auto niet kan worden uitgeschakeld geen
kinderzitje op de voorstoel.
Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld,
gaat elke keer dat de motor
wordt gestart dit verklikkerlampje
branden.
Er verschijnt bovendien
een melding op dit display
(volgens uitvoering).
Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven door
dit verklikkerlampje.
Page 106 of 163

111
5
VEILIGHEID
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, alleen het
PEUGEOT-netwerk heeft hiervoor
gekwalificeerd personeel.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er
niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 107 of 163

kmC I T Y
110
Airbags
Uitschakelen van de airbag aan passagierszijde
Raadpleeg in de rubriek 4 het gedeelte
"Mode" en selecteer vervolgens OFF in
het menu "Airbag passagier". In de stand
OFF werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
selecteer dan ON om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
passagier te garanderen.
Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting op
de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij
het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
Plaats als de passagiersairbag van uw
auto niet kan worden uitgeschakeld geen
kinderzitje op de voorstoel.
Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld,
gaat elke keer dat de motor
wordt gestart dit verklikkerlampje
branden.
Er verschijnt bovendien
een melding op dit display
(volgens uitvoering).
Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven door
dit verklikkerlampje.
Page 108 of 163

111
5
VEILIGHEID
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, alleen het
PEUGEOT-netwerk heeft hiervoor
gekwalificeerd personeel.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er
niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 109 of 163

112
Kinderen aan boord
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot van een passagier worden vervoerd.
BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDEL
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen
achter tot 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de
rug in de rijrichting op de passagiersstoel
vóór wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. "Met het gezicht in de
rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen
achter vanaf 2 jaar.
Wanneer een kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel vóór wordt geplaatst, mag
de airbag aan passagierszijde niet worden
uitgeschakeld.
Page 110 of 163
113
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
Zie rubriek 5, gedeelte "Airbags".
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet kan
worden uitgeschakeld, is het absoluut verboden
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op
de zitplaatsen voor te bevestigen.
De airbag aan passagierszijde (volgens
uitvoering) kan worden uitgeschakeld
met behulp van de toets MODE van de
boordcomputer. De regels voor het vervoeren van
kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg hiervoor de wetgeving in uw
land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Page 111 of 163

114
Kinderen aan boord
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Uw auto voldoet aan de nieuwe
ISOFIX-normen. Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen vóór, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van
de zitplaats bevinden, aangegeven door
een sticker,
- één bevestigingsring achter, voor de bevestiging van de bovenste riem, de
TOP TETHER-bevestiging, aangegeven
door een ander label.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen voor kunnen worden
verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien
voorzien van een bovenste bevestigingsriem
die kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring achter.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast
te maken de hoofdsteun van de zitplaats
omhoog en steek de haak tussen de
hoofdsteun en de rugleuning door. Bevestig
de haak aan de bevestigingsring achter en
trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het
kind bij een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke ISOFIX-kinderzitjes
voor uw auto zijn gehomologeerd.
De plaats van de voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingen (volgens uitvoering)
wordt aangegeven met labels.
Page 112 of 163
115
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
ISOFIX-KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GOEDGEKEURD VOOR UW AUTO
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-kinderzitje (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst .
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aa n de
bovenste ISOFIX bevestiging,
de TOP TETHER. Drie standen:
rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitpla atsen die niet zijn voorzien van ISOFIX bevestiging en.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitpla ats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebrui ksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.