8
In een oogopslag
INTERIEUR
Cockpit
1. Zekeringkast.
2. Programmeerbare verwarming.
3. Schakelaar snelheidsregelaar.
4. MODE, configuratie en
persoonlijke instellingen/
dimmer dashboardverlichting/
koplamphoogteverstelling/beveiliging
tegen opkrikken en wegslepen.
5. Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
6. Instrumentenpaneel met display.
7. Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer.
8. Contact.
9. Airbag bestuurder/claxon.
2
10
In een oogopslag
COMFORT
58
Verstellen van de bestuurdersstoel
Lengterichting Hoogte van de zitting Rugleuning
Lendensteun Stoelverwarming Stoel met variabele demping
47
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Ventilatie
VENTILATIE
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Handbediening
Zet de schakelaar van
de luchtverdeling in deze stand.
Snel ontdooien en ontwasemen
van de voorruit: Achterruitverwarming en verwarming
buitenspiegels
Druk de schakelaar bij
draaiende motor in om
de achterruitverwarming
en de verwarming van de
buitenspiegels in te schakelen.
Deze functie wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik
te voorkomen. Als de functie wordt
uitgeschakeld door de motor af te zetten,
wordt deze opnieuw ingeschakeld als de
motor weer wordt gestart.
Druk op deze toets om de functie uit te
schakelen.
- zet de aanjager in de hoogste stand,
Zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten weer in
de stand toevoer buitenlucht om de
lucht in het interieur te verversen.
Voorruit en zijruiten
De uitstroomopeningen aan de onderzijde
van de voorruit en de zijventilatieroosters
zorgen voor een snelle ontwaseming
van de voorruit en zijruiten. Dek deze
uitstroomopeningen daarom niet af.
Het pollenfilter zorgt voor een constante
en krachtige filtering van stofdeeltjes uit de
luchttoevoer.
De luchtrecirculatie in het interieur kan
worden ingeschakeld door de bestuurder
of voorpassagier en dient om de toevoer
van buitenlucht af te sluiten. Gebruik deze
stand echter niet langer dan nodig is; zet
de schakelaar zodra de omstandigheden
dit toelaten weer in de stand toevoer
buitenlucht.
- zet de schakelaar van de
luchttoevoer tijdelijk in de
luchtrecirculatiestand.
50
Ventilatie
Toevoer van buitenlucht
Tips voor het instellen van de handbediende airconditioning Tips voor het instellen van de handbediende airconditioning
Voor een optimale werking van het systeem is het raadzaam de volgende instellingen te gebruiken:
Luchtrecirculatie in het interieur
Gebruik de luchtrecirculatie niet
langer dan nodig is.
Als deze stand gebruikt wordt
terwijl de airconditioning en de
aanjager (stand 1 t/m 4) zijn ingeschakeld,
wordt de capaciteit van de verwarming
(knop temperatuurregeling naar rood) of de
airconditioning (knop temperatuurregeling
naar blauw) vergroot.
Deze stand dient bovendien om de toevoer
van buitenlucht bij stank en stofoverlast af
te sluiten. Gewenste
werking Luchtverdeling Temperatuur Luchtopbrengst Luchtrecirculatie A/C
Warm
-
Koud
Ontdooien
Ontwasemen
Schakel zodra de omstandigheden dit
toelaten de toevoer van buitenlucht weer in
om de lucht in het interieur te verversen en
de ruiten te kunnen ontwasemen. Gebruik
deze stand zo veel mogelijk. Gebruik deze stand zo veel
mogelijk.
52
Ventilatie
Draaiknop instellen comfortwaarde
De waarde kan worden ingesteld tussen:
- een maximale waarde van 32 in de stand HI (High), waarbij de toegevoerde
lucht wordt opgewarmd.
- een minimale waarde van 16 in de stand LO (Low), waarbij de toegevoerde lucht
wordt afgekoeld.
Luchtverdeling
Druk op deze toetsen (de desbetreffende
lampjes gaan branden) om de luchtstroom te
verdelen naar:
de uitstroomopeningen voor het
ontwasemen/ontdooien van de
voorruit en de zijruiten vóór,
de middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters
(borst en hoofd),
de uitstroomopeningen voor en
achter (voetenruimten).
Combineer de toetsen voor een optimale
luchtverdeling.
Luchtopbrengst
Druk herhaaldelijk op deze
toets om de luchtopbrengst te
vergroten (+) of te verkleinen (-).
Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie in het interieur
Als het verklikkerlampje brandt,
circuleert de lucht in het interieur
en is de toevoer van buitenlucht afgesloten
om stank en stofoverlast in het interieur
tegen te gaan. Gebruik deze stand niet
langer dan nodig is.
Druk op de toets om het verklikkerlampje uit
te schakelen en de toevoer van buitenlucht
te hervatten.
Wanneer u op de toets AUTO drukt,
wordt de toevoer van buitenlucht weer
ingeschakeld. Deze stand maakt het
mogelijk de lucht in het interieur te
verversen en de ruiten te ontwasemen. Druk
nogmaals op de toets AUTO om de functie
FULL AUTO weer in te schakelen.
Snel ontwasemen/ontdooien
Druk op deze toets om de ruiten
snel condens- en ijsvrij te krijgen.
Het lampje gaat branden.
Het systeem zorgt voor een optimale
regeling van de airconditioning, de
luchtopbrengst en luchttoevoer, de
achterruitverwarming en de luchtverdeling
naar de voorruit en zijruiten.
Schakel wanneer uw auto is voorzien van
een extra verwarming dit systeem uit om
de ruiten snel te kunnen ontwasemen/
ontdooien.
53
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Ventilatie
EXTRA VERWARMINGSSYSTEMEN
Extra verwarmingsunit
Bij de uitvoering met 2-3 zitplaatsen bevindt
deze zich onder de bestuurdersstoel en
wordt de lucht naar voren geblazen.
VERWARMING EN/OF AIRCONDITIONING ACHTER
Afhankelijk van de uitvoering
kan uw auto zijn voorzien van
een extra airconditioningsunit
achter in de auto: het
luchtverdelingskanaal in het dak en de
afzonderlijke uitstroomopeningen zorgen
voor een perfecte regeling van de verdeling
van koele lucht in de auto.
De over de vloer verspreide warme lucht
wordt vanuit de airconditiningsunit vóór
verdeeld ter hoogte van de voetenruimte van
de passagiers op zitrij 2 en 3.
Op de wielkast links achter bevindt zich een
uitstroomopening voor de verwarming van de
voetenruimte van de passagiers op zitrij 3.
Extra verwarming
Dit extra verwarmingssysteem van
het interieur is een aanvulling op de
standaarduitrusting.
Het systeem werkt onafhankelijk van de motor.
Afhankelijk van de uitvoering kan het
inschakelen van de extra verwarming
worden geprogrammeerd.
Standkachel of programmeerbare verwarming
Dit is een aanvullend en afzonderlijk
systeem dat het korte koelvloeistofcircuit
van de dieselmotor opwarmt om het starten
te vergemakkelijken.
Het systeem verbetert de prestaties van
het ontdooien, ontwasemen en (volgens
uitvoering) de stoelverwarming.
Het opwarmen van het interieur kan sneller
plaatsvinden.
Het systeem kan geprogrammeerd worden
om te worden ingeschakeld voordat u in de
auto stapt. Bij de uitvoering met 5-9 zitplaatsen
bevindt deze zich achter in de auto.
Afhankelijk van de uitvoering wordt
de lucht rechtstreeks vanaf de
verwarmingsunit of via de uitstroomopeningen
onder de twee zitrijen het interieur in geblazen.
Druk op deze schakelaar om de
verwarming in of uit te schakelen.
Het lampje brandt als de
verwarming is ingeschakeld. Zet
de schakelaar uit wanneer u de ruiten snel
wilt ontdooien of ontwasemen.
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Ventilatie
PROGRAMMEERBARE STANDKACHEL
De programmeerbare standkachel (volgens
uitvoering) zorgt voor een geleidelijke
voorverwarming van het koelcircuit, zodat de
motor beter op temperatuur is bij het starten. Met behulp van de tijdschakelaar kunt u
het gewenste inschakeltijdstip kiezen. Het
systeem zorgt ervoor dat het interieur sneller
wordt opgewarmd. Pictogram verwarmingscyclus
Digitale programmering
Het bedieningspaneel van de standkachel
bevindt zich links onder op het dashboard. Verlichting display
Weergave nummer geselecteerd
Programma
Toets weergave tijd
Toetsen instellen tijd
Selectie opgeslagen programma
Toets voor direct inschakelen
verwarming
Pictogram instellen en weergave
tijd
56
Ventilatie
Instellen van de tijdschakelaar
Zet voordat u de standkachel programmeert
de klok van de tijdschakelaar gelijk.
Direct inschakelen van de standkachel
Controleer voor het inschakelen van de
standkachel of:
- de knop van de temperatuurregeling in de stand "warme lucht" (rood) staat.
- de knop van de luchtopbrengstregeling in de stand 2 staat. Dit symbool of de eerder ingestelde tijd
en het voorkeuzenummer (bijv. 1) worden
gedurende 10 seconden weergegeven.
Opmerking: druk om de overige
voorkeuze-instellingen weer te geven binnen
10 seconden herhaaldelijk op de toets SET.
Druk op deze toets.
Het display wordt verlicht en het
pictogram verschijnt.
Druk binnen 10 seconden op een van de
twee toetsen voor het instellen van de tijd tot
de juiste tijd wordt weergegeven. Druk op ">" om de klok vooruit te
zetten of op "<" om de klok terug
te zetten.
Druk lang op de toets om de klok
sneller vooruit of terug te zetten.
Weergeven van de tijd
Druk op deze toets.
Het pictogram verschijnt
en gedurende ongeveer
10 seconden wordt de tijd
weergegeven. Druk op deze toets.
Het display wordt verlicht en het
pictogram verwarmingscyclus
verschijnt en wordt weergegeven
zolang de standkachel in werking is.
Uitgestelde inschakeling van de standkachel
Het inschakelen van de standkachel kan
tussen 1 minuut en 24 uur van tevoren
geprogrammeerd worden.
U kunt drie verschillende tijdschakelingen
opslaan en een uitgestelde inschakeling
programmeren.
Opmerking: wanneer u de standkachel
dagelijks op dezelfde tijd wilt inschakelen,
hoeft u alleen de opgeslagen tijdschakeling
elke dag opnieuw te programmeren.
Druk op deze toets om het
display te verlichten. Druk binnen 10 seconden op de
twee toetsen voor het instellen
van de tijd om de inschakeltijd in
te stellen.
De programmering wordt
opgeslagen als de inschakeltijd
en het voorkeuzenummer (bijv. 1)
verdwijnen en de verlichting van
het display wordt uitgeschakeld.