Page 73 of 107

!
78
TIJDELIJKE
BANDENREPARATIE
Voor auto’s die niet zijn voorzien van
een reservewiel, heeft u de beschikking
over twee spuitbussen voor tijdelijke
bandenreparatie, opgeborgen in het
geïsoleerde opbergvak in de bagage-
ruimte.
(Zie ook de instructies op de spuitbussen).
- Verwijder, indien mogelijk, de oor-zaak van de lekke band.
- Draai het wiel tot het ventiel haaks op de grond staat.
- Schud de spuitbus goed voor ge- bruik (verwarm de spuitbus enkele
minuten met uw handen als het erg
koud is).
- B e v e s t i g d e fl e x i b e l e a a n s l u i t i n g v a n de spuitbus recht op het ventiel.
- Trek het ventiel tegen de rand van het ventielgat.
- Houd de spuitbussen verticaal en spuit ze één voor één leeg totdat
de band vol is (geen stroming meer
zichtbaar in de aansluiting)
- Maak de aansluiting los en maak onmiddellijk een rit van ten minste
5 km, met gematigde snelheid .
- Controleer daarna indien mogelijk de bandenspanning.
- Rijd dan direct rustig naar de
dichtstbijzijnde garage. De spuitbussen dienen slechts
v o o r t i j d e l i j k e r e p a r a t i e ( m a x i m u m
snelheid 80 km/h).
Laat na gebruik van de spuitbus-
sen de auto door een professional
controleren. Deze zal bepalen of
de band gerepareerd kan worden
of moet worden vervangen.
De spuitbussen staan onder druk,
stel ze daarom niet bloot aan tem-
peraturen boven 50°C.
Bewaar de spuitbussen in het ge-
isoleerde opbergvak.
Page 74 of 107

79
WIEL VERWISSELEN
Werkwijze voor het vervangen van een
defecte band door het reservewiel met
behulp van het met de auto meegele-
verde gereedschap.
Parkeren van de auto
- Zet de auto, voor zover mogelijk, op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond.
- Trek de handrem aan, schakel de eerste versnelling of de achteruit in. Toegang tot het reservewiel en
de krik
Het reservewiel bevindt zich in een me-
talen houder onder de bagageruimte.
- Neem de wielsleutel
1
uit het rechter
zijpaneel van de bagageruimte .
- Draai de bout van de reservewiel- houder aan de binnenzijde onder
de vloerbedekking met de wiel-
sleutel 1 los.
- Til de reservewielhouder iets op, duw de haak naar achteren en laat
de reservewielhouder zakken.
- Neem de opbergtas met de krik 2 uit
het reservewiel. Wiel demonteren
- Blokkeer het wiel aan de achterzijde
kruislings tegenover het te verwis-
selen wiel.
- Verwijder de wieldop door de wiel- sleutel in de opening voor het ven-
tiel te steken en de wieldop los te
trekken.
- Draai de wielbouten iets los.
- Plaats de krik in één van de 4 daar- voor bestemde kriksteunen E bij het
te verwisselen wiel onder de auto.
Controleer of het uiteinde van de krik
over het gehele oppervlak steunt op
de grond.
- Krik de auto op, draai de wielbouten geheel los en verwijder het wiel.
Page 75 of 107

!
80
Wiel monteren
- Breng het wiel aan en draai de wiel-bouten met de wielsleutel enigszins
vast.
- Laat de krik zakken en verwijder deze dan.
- Draai de wielbouten met de wiel- sleutel vast.
- Plaats de wieldop, begin bij de ope- ning voor het ventiel en druk de
wieldop rondom met de hand vast. Wiel terugplaatsen
- Plaats de opbergtas van de krik
weer in het wiel.
- Plaats het wiel in de reservewiel- houder.
- Til het wiel met de houder omhoog en plaats de haak.
- Vergeet niet de bout van de reserve- wielhouder geheel aan te draaien.
- Berg de wielsleutel op. Verwissel een wiel uit veiligheids-
overwegingen alleen:
- op een horizontale, stabiele
en stroeve ondergrond,
- met aangetrokken handrem en afgezet contact,
- de 1e versnelling of de achter- uit is ingeschakeld,
- blokkeer de auto,
- controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en
zich op een veilige plaats be-
vinden,
- ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt
(gebruik bokken).
De krik en het gereedschap zijn
s p e c i fi e k v o o r u w a u t o . G e b r u i k
ze niet voor andere doeleinden.
Na het verwisselen van het wiel
- Laat zo snel mogelijk het aan- haalmoment van de wielbou-
ten en de bandenspanning
van het reservewiel controle-
r e n d o o r h e t P E U G E O T - n e t -
werk.
- Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwis-
sel hem met het reservewiel.
Page 76 of 107
81
BIJZONDERHEDEN LICHTMETALEN VELGEN
Sierdoppen
De bouten van de lichtmetalen velgen
zijn afgedekt met verchroomde doppen.
Verwijder deze met het gele gereedschap
4 alvorens de bouten los te draaien.
Het gele gereedschap 4 bevindt zich:
- in het dashboardkastje of,
- in de opbergtas van de krik. Plaatsen van het reservewiel
Indien uw auto is voorzien van een re-
servewiel met stalen velg, is het
nor-
maal dat bij het monteren de ringen van
de bouten de velg niet raken. Als de bou-
ten volledig zijn aangedraaid, zorgt het
conische draagvlak van de bouten voor
de bevestiging van het reservewiel.
Montage van winterbanden
Indien u uw auto voorziet van winter-
banden met stalen velgen, is het nood-
zakelijk speciale bouten te gebruiken
d i e v e r k r i j g b a a r z i j n b i j h e t P E U G E O T -
netwerk.
Page 77 of 107