17
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar
omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar
omhoog beweegt.
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Dimlicht". Draai de schakelaar in de gewenste stand.
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u
toe trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen
vóór permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om
de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen.
Voorgloeien
dieselmotor permanent. Het contactslot staat in de
tweede stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje is gedoof
d.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
i
52
LICHTSCHAKELAAR
Met de lichtschakelaar kunt u de ver-
lichting van de auto selecteren en in-
schakelen. Handbediening
Lichten uit
Parkeerlichten
Dim-/grootlicht
Verlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende
standen om de zichtbaarheid van de
auto en het zicht van de bestuurder te
verbeteren, afhankelijk van de weers-
omstandigheden:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht
zonder medeweggebruikers te ver-
blinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op wegen zonder verkeer,
- een mistachterlicht: voor een opti- male zichtbaarheid van achteren,
- mistlampen vóór: voor extra zicht bij slecht weer.
Instellingen
Het verlichtingssysteem van uw auto
heeft verschillende extra automatische
functies, afhankelijk van de opties, die
afzonderlijk kunnen worden ingesteld:
- follow me home verlichting,
- automatische verlichting. Draai ring
A om de verlichting in te
schakelen.
Automatisch inschakelen
van de verlichting Geluidssignaal vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, het automa-
tisch inschakelen van de verlichting is
uitgeschakeld en het bestuurdersportier
wordt geopend, klinkt een geluidssig-
naal om aan te geven dat de verlichting
nog brandt.
Mistlampen vóór/mistachterlicht
De mistlampen en het mistachterlicht
worden ingeschakeld door de ring naar
voren te draaien en uitgeschakeld door
de ring naar achteren te draaien. Het
branden van de mistlampen wordt aan-
gegeven door een verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel.
Auto's met mistachterlicht
(ring B)
Overschakelen van dim- naar
grootlicht
Trek de hendel naar u toe. Wanneer de verlichting automa-
tisch wordt uitgeschakeld, blijven
het mistachterlicht en het dimlicht
branden (draai de ring naar ach-
teren om het mistachterlicht uit
te schakelen. Het dimlicht en de
parkeerlichten worden dan auto-
matisch uitgeschakeld).
Het mistachterlicht werkt alleen in com-
binatie met dimlicht en grootlicht.
!
i
i
53
Follow me home
De parkeer- en dimlichten kunnen ge-
durende ongeveer 30 seconden blijven
branden als u de auto verlaat:
- zet het contact in de stand STOP .
- zet de verlichtingsschakelaar in de stand 0 .
- geef een lichtsignaal.
- verlaat en vergrendel de auto. Richtingaanwijzers
Links: omlaag.
Rechts: omhoog.
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn
de mistlampen vóór en het mist-
achterlicht verblindend voor me-
deweggebruikers en daarom niet
toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen uit
te zetten zodra ze niet meer no-
dig zijn.
Auto's met mistlampen
vóór en mistachterlicht
(ring C)
Wanneer de verlichting automa-
tisch wordt uitgeschakeld of het
dimlicht met de lichtschakelaar
wordt uitgeschakeld, blijven de
mistlampen vóór, het mistachter-
licht en de parkeerlichten branden
(draai de ring naar achteren om
de mistlampen vóór uit te scha-
kelen. De parkeerlichten worden
dan automatisch uitgeschakeld).
Mistlampen vóór (draai de ring 1 stand
naar voren).
Draai de ring twee standen naar
achteren om achtereenvolgens
het mistachterlicht en de mist-
lampen vóór te doven.
De mistlampen vóór werken in combi-
natie met de parkeerlichten, het dimlicht
en het grootlicht.
Mistlampen vóór en mistachterlicht
(draai de ring 2 standen naar voren).