Page 9 of 74

1-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10221
Q QQ Q
Q
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
snelheid, waardoor ze wijd uit de
bocht komen.
Neem altijd de maximumsnelheid
in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer
toestaan.
Geef altijd richting aan voordat u
afslaat of van rijstrook wisselt.
Zorg dat andere weggebruikers u
kunnen zien.
●
De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
De bestuurder moet tijdens het
rijden beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de
bestuurdersvoetsteunen, om zo
de macht over het stuur te
behouden.
De passagier hoort steeds de
bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig, met
beide handen vast te houden en
beide voeten op de passagiers-
voetsteunen te houden. Neem
nooit een passagier mee die niet
in staat is om beide voeten stevig
op de passagiersvoetsteunen te
zetten.
●
Rijd nooit onder invloed van alcohol
of andere drugs.
●
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. De
machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.
Beschermende kleding
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofd-
letsel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een
veiligheidsbril. Zonder oog-
bescherming kan uw zicht door de rij-
wind verslechteren, waardoor u ge-
varen mogelijk te laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakel-
handgrepen of door de wielen wor-
den gegrepen en zo een ongeval of
letsel veroorzaken.
Draag altijd beschermende kledingdie uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandings-
motoren bevatten koolmonoxide, een do-
delijk gas. Inademing van koolmonoxide
kan hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, mis-
selijkheid, verwarring en uiteindelijk de
dood veroorzaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel op-
lopen, waardoor u het bewustzijn kunt ver-
liezen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden
koolmonoxide dagenlang blijven hangen.
Als u symptomen van
koolmonoxidevergiftiging ervaart, verlaat
de ruimte dan onmiddellijk, ga naar de
Page 10 of 74

1-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10221
Q QQ Q
Q
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
open lucht en ROEP MEDISCHE HULP IN.●
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
●
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
●
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken
via openingen zoals ramen en deu-
ren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het weg-
gedrag als hierdoor de gewichtsverdeling
van de scooter verandert. Wees uiterst voor-
zichtig bij het monteren van accessoires of
het beladen van uw scooter, om zo moge-
lijke ongevallen te vermijden. Pas extra op
wanneer u op een scooter rijdt die bela-
den is of waaraan accessoires zijn gemon-
teerd. Hieronder volgen naast de informa-
tie over accessoires enkele richtlijnen voor
het beladen van uw scooter:Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage mag
de maximale gewichtslimiet niet over-
schrijden. Rijden met een te zwaar be-
laste machine kan leiden tot een onge-
val.
Maximale belasting:
177 kg (390 lb)
Let op het volgende wanneer u tot deze
gewichtslimiet belaadt:
●
Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag en zo dicht
mogelijk bij de scooter liggen. Beves-
tig zware goederen zo dicht mogelijk
bij het midden van de machine en
verdeel het gewicht zo gelijkmatig
mogelijk over beide zijden om
onbalans of instabiliteit te minimali-
seren.
●
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of
accessoires en bagage stevig aan de
scooter zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig. Pas de vering aan de te vervoe-
ren bagage aan (alleen voor
modellen met instelbare vering)
en controleer de toestand en
spanning van uw banden.
Bevestig nooit omvangrijke of
zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspatbord.
Dergelijke items kunnen een
instabiel weggedrag of een te
trage reactie op het stuur veroor-
zaken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhan-
ger of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw ma-
chine vormt een belangrijke beslissing.
Originele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces-
soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle
producten testen die deze bedrijven pro-
Page 11 of 74

1-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10221
Q QQ Q
Q
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
combinations may not be appro
p
Refer to page 6-12 for tire specifi
c
and more information on replacin
g
tires. duceren. Om die reden kan Yamaha ac-
cessoires die niet door Yamaha zijn ver-
kocht of wijzigingen die niet door zijn
Yamaha zijn aangeraden niet goedkeuren
of aanbevelen, zelfs niet als deze zijn ver-
kocht en geïnstalleerd door een Yamaha
dealer.
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel verkrijg-
bare accessoires of aanpassingssets niet
geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen. Het
monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpas-
singen die de ontwerp- of bedienings-
kenmerken van uw machine wijzigen kan
het risico op ernstig letsel of overlijden van
uzelf of anderen vergroten. U bent verant-
woordelijk voor letsel dat voortvloeit uit
wijzigingen aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de
onderstaande richtlijnen en die vermeld
onder het kopje “Beladen”.
●
Monteer nooit accessoires en vervoernooit bagage als deze een nadelige
invloed hebben op de prestaties van
uw scooter. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen
enkele manier vermindert, de veer-
weg, de stuuruitslag of de bediening
niet beperkt en geen lampen of
reflectors afdekt.
Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve
gewichtsverdeling of door
aerodynamische effecten.
Accessoires aan het stuur of nabij
de voorvork moeten zo licht
mogelijk zijn en tot een minimum
worden beperkt.
Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect
van invloed zijn op de rijstabiliteit
van de scooter. De scooter kan
door rijwind worden opgetild of bij
zijwind instabiel worden. Zulke
accessoires kunnen ook instabili-
teit veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door dezewordt ingehaald.
Sommige accessoires dwingen
de bestuurder om een andere
dan de normale zitpositie in te
nemen. Zo’n verkeerde zitpositie
beperkt de bewegingsvrijheid van
de bestuurder en kan een
comfortabele bediening hinderen,
zodat we dergelijke accessoires
sterk afraden.
●
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de scoo-
ter te boven gaan, kan zich een ge-
vaarlijke elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de motor
uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden en
velgen
De banden en velgen die bij uw scooter
werden geleverd zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de machine te onder-
steunen en bieden de beste combinatie
van rijprestaties, remvermogen en comfort.
Andere banden, velgen, maten of combi-
naties zijn mogelijk niet geschikt. Zie pa-
gina 6-12 voor bandenspecificaties en
Page 12 of 74

1-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10221
Q QQ Q
Q
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAUT2030
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden●
Geef duidelijk richting aan wanneer
u een bocht neemt.
●
Op een nat wegdek kan remmen ui-
terst lastig zijn. Vermijd te hard rem-
men, de scooter zou kunnen slippen.
Bedien de remmen rustig wanneer u
op een nat wegdek wilt stoppen.
●
Minder snelheid bij het naderen van
een bocht of een afslag. Trek lang-
zaam op nadat u de bocht hebt geno-
men.
●
Wees voorzichtig bij het passeren van
geparkeerde auto’s. Een bestuurder
merkt u mogelijk niet op en kan het
portier openslaan in uw rijrichting.
●
Spoorwegovergangen, tramrails, ijze-
ren platen gebruikt in de wegenbouw
en putdeksels worden in natte toe-
stand zeer glad. Minder snelheid en
passeer ze voorzichtig. Houd de scoo-
ter recht, anders kan hij gaan schui-
ven.
●
De remvoering kan nat worden bij het
wassen van de scooter. Controleer de
remmen na het wassen van de scoo-
ter, voordat u gaat rijden.
●
Draag steeds een helm, handschoe-
nen, een lange broek (taps toelopend
bij de enkel/omslag, om flapperen te
voorkomen), en een felgekleurd jack.
●
Vervoer op uw scooter niet te veel
bagage. Een overbeladen scooter is
onstabiel.
1-5
Aandachtspunten voor veilig rijdenmeer informatie over het vervangen van
uw banden.
Page 13 of 74
1-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10221
Q QQ Q
Q
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-6
Page 14 of 74
2-14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10401
BESCHRIJVING
2-1
Plaats van de onderdelen
1
23, 4, 56
8
7
DAU10401
BESCHRIJVING
DAU10410
Aanzicht linkerzijde1. Voorste richtingaanwijzer (pagina 6-22)
2. Tankdop (pagina 3-7)
3. Bagagehaak (pagina 3-12)
4. Helmbevestiging (pagina 3-10)
5. Accu (pagina 6-19)
6. Opbergcompartiment (pagina 3-11)
7. Luchtfilter (pagina 6-11)
8. Achterste richtingaanwijzer (pagina 6-22)
Page 15 of 74
2-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10401
BESCHRIJVING
2-2
2
3 1
4
5
6
7
DAU10420
Aanzicht rechterzijde1. Remlicht/achterlicht (pagina 6-22)
2. Zadel (pagina 3-10)
3. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-10)
4. Koplamp (pagina 6-21)
5. Bougie (pagina 6-6)
6. Middenbok (pagina 6-17)
7. Uitlaatdemper (pagina 3-9)
Page 16 of 74
2-16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU10401
BESCHRIJVING
2-3
1
2
3
4
5
6
7
8
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Achterremhendel (pagina 3-7)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-5)
3. Snelheidsmeterunit (pagina 3-4)
4. Brandstofniveaumeter (pagina 3-5)
5. Schakelaar rechterstuurzijde (pagina 3-5)
6. Voorremhendel (pagina 3-6)
7. Gasgreep (pagina 5-2)
8. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)