5-32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
Starten van de motor
DAUT2251
Starten van de motor
DCA10250
LET OPZie pagina 5-3 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de ma-
chine in gebruik wordt genomen.1. Draai de sleutel naar “ON”.
DCAT1070
LET OPDe waarschuwingslampjes voor motor-
storing en de koelvloeistoftemperatuur
moeten enkele seconden oplichten en
daarna weer uitgaan. Als deze
waarschuwingslampjes niet uitgaan, laat
hun elektrische circuits dan controleren
door een Yamaha dealer.2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
LET OP:
Trek voor
een maximale levensduur van de
motor nooit hard op als de motor
koud is!
[DCA11041]
Als de motor niet wil starten, laat dande startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan
vijf seconden achtereen draaien. Pro-
beer de kickstarter als de motor niet
via de startmotor wil aanslaan.
DAU15943
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle
bedieningselementen. Als u de werking
van een functie of bedieningselement niet
begrijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om
uitleg.
DWA10271
WAARSCHUWING
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een
hellingshoeksensor, waarbij de motor af-
slaat bij kanteling. Om de motor na een
kanteling weer te starten zet u het contact-
slot eerst op “OFF” en daarna op “ON”. Als
u dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt
aangezwengeld als u op de startknop drukt.