Page 57 of 267
i
68
Bagageafdekking (SW)
De bagageafdekking bestaat uit drie
opvouwbare delen.
Vouw de afdekking op en plaats hem
vertikaal achter in de bagageruimte.
Opvouwen vanuit de bagageruimte:
pak de bagageafdekking vast bij
riem A ,
vouw de afdekking als een accor-
deon op tot aan de achterbank.
Uitvouwen vanuit de bagageruimte:
pak de bagageafdekking vast bij
riem A ,
vouw de afdekking uit tot aan de
achterstijlen.
Toegang vanaf de achterbank:
til het voorste gedeelte van de ba-
gageafdekking op met behulp van
handgreep B . Aansluiting 12 V (SW)
Om een accessoire van 12 V aan
te sluiten (maximaal vermogen:
120 W), verwijdert u de dop en sluit
u een geschikte adapter aan.
Zet het contact aan.
Maximale belading
7,5 kg, bagageafdekking uitgevou-
wen met bagagenet voor hoge be-
lading bij zitrij 2.
Page 58 of 267

i
69
Bagagenet voor hoge belading
(SW)
Het net, dat aan de bovenste bevesti-
gingen en de sjorogen of de ISOFIX be-
vestigingen wordt vastgemaakt, zorgt
ervoor dat de auto tot aan het dak kan
worden beladen:
- achter de achterbank (zitrij 2),
- achter de voorstoelen (zitrij 1) wan-neer de achterbank is neergeklapt.
Voor gebruik bij zitrij 1:
open de kapjes van de bovenste be-
vestigingen 1 ,
rol het bagagenet voor hoge bela-
ding uit,
plaats een van de uiteinden van de
metalen stang van het net in de des-
betreffende bovenste bevestiging 1 ,
en doe vervolgens hetzelfde met de
tweede stang,
ontspan de riemen maximaal,
bevestig de musketonhaak van elk
van de riemen aan de desbetreffende
nok 3 onder de zitting van de bank,
klap de achterbank neer,
span de riemen aan zonder de bank
weer op te klappen,
controleer of het net goed is vastge-
maakt en goed gespannen is. Voor gebruik bij zitrij 2:
vouw de bagageafdekking op of ver-
wijder deze,
open de kapjes van de bovenste be-
vestigingen 2 ,
rol het bagagenet voor hoge bela-
ding uit,
plaats een van de uiteinden van de
metalen stang van het net in de des-
betreffende bovenste bevestiging 2 ,
en doe vervolgens hetzelfde met de
tweede stang,
bevestig de haak van elk van de rie-
men van het net aan de desbetref-
fende ISOFIX bevestiging 4 ,
span de riemen aan,
controleer of het net goed is vastge-
maakt en goed gespannen is.
Controleer bij het plaatsen van het
net of de gespen van de riemen
zichtbaar zijn vanuit de bagage-
ruimte; hierdoor is het makkelijker
de riemen te ontspannen of aan te
spannen.
Page 59 of 267

i
TOEGANG TOT DE AUTO
70
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen of ver-
grendelen de centrale vergrendeling be-
dienen met de sleutel in het portierslot of
met de afstandsbediening. De sleutel met
afstandsbediening dient tevens voor het
lokaliseren en het starten van de auto en
maakt deel uit van de diefstalbeveiliging. Uitklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel uit
te klappen.
Ontgrendelen van de auto
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
snel knipperen van de richtingaanwij-
zers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels automa-
tisch uitgeklapt. Vergrendelen van de auto
Druk op het geopende
hangslot om de auto te ont-
grendelen.
Ontgrendelen met de sleutel in het
portierslot
Draai de sleutel linksom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te ontgrendelen. Normale vergrendeling met de
sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels automa-
tisch ingeklapt.
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
Druk op het gesloten hang-
slot om de auto te vergren-
delen.
Druk langer dan twee seconden
op het gesloten hangslot om
daarnaast de ruiten automa-
tisch te sluiten (indien voorzien
van ééntraps ruitbediening).
Als een van de portieren, de ach-
terklep of de achterruit geopend
is, werkt de centrale vergrende-
ling niet.
Normale vergrendeling met de
afstandsbediening
Page 60 of 267

!i
i
71
De supervergrendeling blokkeert
het van binnenuit en van buitenaf
openen van de portieren.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is ook de vergrendelings-
schakelaar in het interieur buiten
werking.
Schakel daarom nooit de superver-
grendeling in als er zich iemand in
de auto bevindt.
Supervergrendeling met de
afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om
de auto te vergrendelen.
Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Supervergrendeling met de sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Draai de sleutel binnen 5 secon-
den nogmaals rechtsom om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 secon-
den branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels automa-
tisch ingeklapt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk
Inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
d i e o v e r e e n s p e c i fi e k e c o d e b e s c h i k t .
Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact de code van
de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering
blokkeert het motormanagementsy-
steem zodra het contact wordt afgezet
en voorkomt zo het starten van de mo-
tor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raad-
pleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-net-
werk.
Ontgrendelen en gedeeltelijk
openen van de achterruit (SW)
Houd deze knop langer dan
twee seconden ingedrukt
om de achterruit gedeelte-
lijk te openen. Bij deze han-
deling wordt eerst de auto
ontgrendeld.
De achterklep en achterruit kunnen
niet gelijktijdig worden geopend.
Page 61 of 267

!i
i
71
De supervergrendeling blokkeert
het van binnenuit en van buitenaf
openen van de portieren.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is ook de vergrendelings-
schakelaar in het interieur buiten
werking.
Schakel daarom nooit de superver-
grendeling in als er zich iemand in
de auto bevindt.
Supervergrendeling met de
afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om
de auto te vergrendelen.
Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Supervergrendeling met de sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Draai de sleutel binnen 5 secon-
den nogmaals rechtsom om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 secon-
den branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels automa-
tisch ingeklapt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk
Inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
d i e o v e r e e n s p e c i fi e k e c o d e b e s c h i k t .
Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact de code van
de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering
blokkeert het motormanagementsy-
steem zodra het contact wordt afgezet
en voorkomt zo het starten van de mo-
tor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raad-
pleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-net-
werk.
Ontgrendelen en gedeeltelijk
openen van de achterruit (SW)
Houd deze knop langer dan
twee seconden ingedrukt
om de achterruit gedeelte-
lijk te openen. Bij deze han-
deling wordt eerst de auto
ontgrendeld.
De achterklep en achterruit kunnen
niet gelijktijdig worden geopend.
Page 62 of 267