Page 9 of 267

i
26
Koelvloeistoftemperatuurmeter
De koelvloeistoftemperatuurmeter geeft
de bestuurder tijdens het rijden informa-
tie over de koelvloeistoftemperatuur.
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
- zone A , is de temperatuur in orde,
- zone B , is de temperatuur te hoog.
Het verklikkerlampje te hoge koel-
vloeistoftemperatuur 1 gaat branden
in combinatie met het verklikker-
lampje STOP , een geluidssignaal
en een melding op het multifunctio-
nele display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. De temperatuur en de druk in het koel-
circuit beginnen na enkele minuten rij-
den te stijgen.
Alvorens koelvloeistof bij te vullen:
wacht tot de motor is afgekoeld,
draai de dop twee omwentelingen
los om de druk te laten dalen,
verwijder vervolgens de dop,
vul bij tot aan het merkteken
"MAXI". Bij de benzinemotoren wordt de
motorkoeling elektronisch aange-
stuurd om het brandstofverbruik te
verminderen. De koelvloeistoftem-
peratuur is dus niet meer alleen af-
hankelijk van de buitentemperatuur
en de gebruiksomstandigheden
van de auto.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de
koelvloeistoftemperatuur in stads-
verkeer bij koud weer iets hoger is
dan bij warm weer.
Page 10 of 267

27
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoe-
veel kilometer u nog verwijderd bent
van het eerstvolgende onderhoud vol-
gens het onderhoudsschema van de
fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de
laatste nulstelling van de onderhoudsin-
dicator op basis van twee parameters:
- het aantal afgelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds het laatste onderhoud. De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 1.000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhouds-
sleutel branden. De kilometerteller geeft
de resterende kilometers tot het eerst-
volgende onderhoud aan.
Voorbeeld: De afstand tot het eerstvol-
gende onderhoud bedraagt 4.800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de tel-
ler geeft weer de kilometerstand en de
stand van de dagteller aan. De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1.000 km
Voorbeeld: de afstand tot het eerstvol-
gende onderhoud bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkort on-
derhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
Page 11 of 267

i
i
28
De factor tijd kan worden mee-
gewogen bij de nog af te leggen
kilometers, afhankelijk van de rij-
gewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden
als het interval van twee jaar is
overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden
de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het dis-
play gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden . Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
zet het contact af,
druk op de resetknop van de dagtel-
ler en houd deze ingedrukt,
zet het contact aan; de kilometertel-
ler begint terug te tellen,
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel dan
de auto en wacht minimaal 5 mi-
nuten. Het op 0 zetten van de on-
derhoudsindicator zal anders niet
worden opgeslagen.
Page 12 of 267

i
29
Een controle van het olieniveau
is alleen betrouwbaar als de auto
op een vlakke, horizontale onder-
grond staat en de motor minstens
15 minuten niet heeft gedraaid.
Motorolieniveaumeter
De motorolieniveaumeter geeft aan of
het motoroliepeil in orde is.
Bij het aanzetten van het contact wordt
eerst de onderhoudsindicator weerge-
geven en vervolgens gedurende enkele
seconden het motorolieniveau.
Olieniveau correct Storing motorolieniveaumeter
Oliepeilstok
Als de aanduiding "OIL" knippert in
combinatie met het verklikkerlampje
service, een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display, is
het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peil-
stok. Als blijkt dat het olieniveau te laag
is, moet olie worden bijgevuld om te
voorkomen dat ernstige motorschade
ontstaat. Als de aanduiding
"OIL --" knippert,
duidt dit op een storing in de motor-
olieniveaumeter. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Raadpleeg het hoofdstuk "Controles"
voor de plaats van de peilstok en het
bijvullen van motorolie voor het motor-
type van uw auto.
2 merktekens op de peil-
stok:
- A = maxi; het oliepeil mag
nooit boven het niveau A
uitkomen (kans op scha-
de aan de motor),
- B = mini; als het oliepeil
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijge-
vuld via de vuldop.
Te weinig olie
Page 13 of 267

30
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilo-
meterstand van de auto aan. Dimmer dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de dash-
boardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving. KLOKJE
Bij het geïntegreerde klokje kunnen de
uren en de minuten afzonderlijk worden
ingesteld.
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven
bij het afzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier en
bij het vergrendelen en ontgrendelen
van de auto.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers weer nadat de bestuurder de
teller op 0 heeft gezet.
Druk bij aangezet contact op de
knop tot de dagteller op 0 staat. Actief
Als de verlichting van de auto is inge-
schakeld:
druk op de knop om de sterkte van
de dashboardverlichting te variëren,
als de verlichting de zwakste stand
heeft bereikt, laat de knop dan los
en druk hem opnieuw in om de ver-
lichting weer feller te maken,
of
als de verlichting de sterkste stand
heeft bereikt, laat de knop dan los
en druk hem opnieuw in om de ver-
lichting weer zwakker te maken,
laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden ingesteld als de verlichting van de auto
is uitgeschakeld of, bij auto's met verlich-
ting overdag, in de dagstand staat. Instellen
Druk kort op de desbetreffende
knop om de tijd in een laag tempo in
te stellen.
of
Houd de knop ingedrukt om de tijd
in een hoger tempo in te stellen.
Knop
1 : instellen van de uren.
Knop 2 : instellen van de minuten.
Page 14 of 267

31
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur * (de tempera-tuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van te openen carrosserie- delen (portieren, achterklep, ...),
- informatie van de boordcomputer (zie het einde van dit hoofdstuk).
Het display kan tijdelijk waarschuwings-
meldingen (bijv.: "Storing emissierege-
ling") of informatie (bijv.: "Achterklep
open") weergeven. Deze kunnen wor-
den gewist door op de toets "ESC" te
drukken.
MONOCHROOM DISPLAY A (ZONDER
AUTORADIO PEUGEOT CONNECT SOUND)
Toetsen Algemeen menu
Het display kan met behulp van drie
toetsen worden bediend:
- "ESC" om de uitgevoerde hande-
ling af te breken,
- "MENU" om een overzicht van de
menu's of hulpmenu's weer te geven,
- "OK" om het gewenste menu of
hulpmenu te selecteren.
Druk op de toets "MENU" om een
overzicht van de diverse menu's in
het algemene menu weer te geven:
- c o n fi g u r a t i e v a n d e a u t o ,
- opties,
- instellingen display,
- talen,
- eenheden.
Druk op de toets "OK" om het ge-
wenste menu te selecteren.
* Uitsluitend bij auto's met airconditio- ning.
Page 15 of 267
!
32
Opties
Als het menu "Opties" is geselecteerd,
kan de status van de verschillende func-
ties worden weergegeven (geactiveerd,
gedeactiveerd, storing). Talen
Als het menu "Talen" is geselecteerd,
kan de taal van de weergave van het
display worden gewijzigd (Français,
Italiano, Nederlands, Portugues, Portu-
gues-Brasil, Deutsch, English, Español).
Instellingen display
Als het menu "Instellingen disp." is ge-
selecteerd, kunnen de volgende para-
meters worden ingesteld:
- jaar,
- maand,
- dag,
- uren,
- minuten,
- tijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Wacht ongeveer 10 seconden tot de
gewijzigde waarde is opgeslagen of
druk op de toets "ESC" om de uit-
gevoerde handeling af te breken.
Vervolgens keert het display terug naar
het vorige scherm.
A l s h e t m e n u "