Page 65 of 250
64WEGWIJS IN UW AUTO
VERWARMING/KLIMAATREGELING
A0J0074mfig. 31
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 31
A knop voor regeling luchttemperatuur
(rood = warm/ blauw = koud);
B knop inschakelen/regelen aanjager
p0 = aanjager uit
1-2-3 = aanjagersnelheid
4
-= maximale aanjagersnelheid
C draaiknop luchtverdeling
¶luchtstroom naar het lichaam van de bestuurder/passagier;
ßLuchtstroom naar het lichaam van de bestuurder/passagier en
de voetenruimte;
©luchtstroom naar voetenruimte voor en achter;
®luchtstroom naar voetenruimte en voorruit;
-luchtstroom naar voorruit
D knop inschakeling/uitschakeling luchtrecirculatie
E knop voor in-/uitschakelen airconditioning
(alleen uitvoeringen met handmatig bediende klimaatrege-
ling)
F knop inschakeling/uitschakeling achterruitverwarming
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 64
Page 66 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO65
1
VENTILATIE INTERIEUR
Ga voor een goede ventilatie als volgt te werk:
❍draai knop A in in het blauwe gebied;
❍druk op knop D om de luchtrecirculatie uit te schakelen (led
op de knop is gedoofd);
❍draai knop C op ¶;
❍draai knop B op de gewenste snelheid.
KLIMAATREGELING (koeling)
(alleen aanwezig bij de versies met
handmatig bediende airconditioning)
Handel als volgt om de koeling te verkrijgen:
❍draai knop A in in het blauwe gebied;
❍druk op knop D om de luchtrecirculatie in te schakelen (led
op de knop brandt);
❍draai knop C op ¶;
❍druk op knop E om de klimaatregeling in te schakelen en draai
knop B ten minste op stand 1 (1stesnelheid); draai om sneller
resultaat te bereiken knop B op 4
-(hoogste aanjagersnel-
heid).
Regeling van de koeling
❍draai knop A naar rechts om de temperatuur te verhogen;
❍druk op knop D om de luchtrecirculatie uit te schakelen (led
op de knop is gedoofd);
❍draai aan knop B om de aanjagersnelheid te verlagen;
VERWARMING INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❍draai knop A in het rode gebied;
❍draai knop C op het gewenste symbool;
❍draai knop B op de gewenste snelheid;
Snel verwarmen
Handel als volgt om snel te verwarmen:
❍draai knop A in het rode gebied;
❍druk op knop D om de luchtrecirculatie in te schakelen;
❍draai knop C op ©;
❍draai knop B op 4 -(maximum snelheid aanjager).
Gebruik vervolgens de bedieningsorganen om het gewenste com-
fort te handhaven en druk op knop D om de luchtrecirculatie uit
te schakelen (led op de knop dooft); hierdoor wordt voorkomen
dat de ruiten beslaan.
WAARSCHUWING Wacht bij een koude motor enige minuten tot-
dat de koelvloeistof de optimale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 65
Page 67 of 250

66WEGWIJS IN UW AUTO
SNEL ONTWASEMEN/ ONTDOOIEN
VOORRUITEN
(VOORRUIT EN ZIJRUITEN)
Ga als volgt te werk:
❍draai knop A in het rode gebied;
❍draai knop B op 4 -(maximum snelheid aanjager).
❍draai knop C op-;
❍druk op knop D om de luchtrecirculatie uit te schakelen (led
op de knop is gedoofd);
Als de ruiten zijn ontwasemd/ontdooid moeten de bedieningsor-
ganen gebruikt worden om het gewenste comfort opnieuw in te
stellen.
WAARSCHUWING de klimaatregeling is heel nuttig om het ont-
wasemen te versnellen. Stel de bedieningsorganen in zoals eerder
werd beschreven en schakel de klimaatregeling in door op knop
E te drukken.
Beslaan van de ruiten voorkomen
Als de luchtvochtigheid buiten heel hoog is en/of bij regen en/of
bij grote temperatuurverschillen tussen de lucht in en buiten de au-
to moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden, zodat
wordt voorkomen dat de ruiten beslaan.
❍draai knop A in het rode gebied;
❍druk op knop D om de luchtrecirculatie uit te schakelen (led
op de knop is gedoofd);
❍draai knop C op -met de mogelijkheid om naar stand ®te
draaien als de ruiten niet zijn beslagen;
❍draai knop B op de 2esnelheid.
WAARSCHUWING De klimaatregeling is heel nuttig om het beslaan
van de ruiten te voorkomen bij een hoge luchtvochtigheid.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 66
Page 68 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO67
1
ONTWASEMEN/ONTDOOIEN ACHTERRUIT
EN BUITENSPIEGELS (waar voorzien)
Druk op knop F (() om de functie in of uit te schakelen. De func-
tie wordt hoe dan ook na 20 minuten automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING Plak geen stickers op de elektrische draden aan
de binnenzijde van de achterruit,om beschadiging en een slechte
werking van de achterruitverwarming te voorkomen.
LUCHTRECIRCULATIE
Druk op knop D (T) zodat de LED op de knop gaat branden.
Het verdient aanbeveling om de recirculatie in te schakelen als in
een file of in een tunnel wordt gereden om te voorkomen dat ver-
vuilde lucht in het interieur komt.
Deze functie mag niet langdurig worden gebruikt. Vooral als meer
passagiers in de auto aanwezig zijn, neemt in dat geval de kans
aanzienlijk toe dat de ruiten beslaan.
WAARSCHUWING Met de recirculatiefunctie kan, afhankelijk van
de gekozen werking (“verwarmen” of “koelen”) sneller het ge-
wenste resultaat worden bereikt. Het verdient aanbeveling om
de recirculatiefunctie in te schakelen op regenachtige en koude da-
gen, om te voorkomen dat de ruiten beslaan.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Tijdens de winter moet de airconditioning ten minste een keer
maand gedurende ongeveer 10 minuten worden ingeschakeld.
Voordat het zomerseizoen begint, moet de werking van het sys-
teem nagekeken worden door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 67
Page 69 of 250
68WEGWIJS IN UW AUTO
AUTOMATISCHE GESCHEIDEN KLIMAATREGELING(waar voorzien)
EFGABC
L
D
NHIM
A0J0037mfig. 32
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 32
A knop voor inschakelen MONO-functie (gelijkstellen ingestelde
temperaturen) bestuurder/passagier;
B knop voor inschakeling/uitschakeling aircocompressor
C knop voor inschakeling/uitschakeling luchtrecirculatie;D display;
E knop voor uitschakeling klimaatregeling;
F knop voor inschakelen MAX-DEF-functie (snel ontdooien/
ontwasemen voorruiten);
G knop voor inschakeling/uitschakeling achterruitverwarming;
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 68
Page 70 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO69
1
Deze functies kunnen handmatig worden gewijzigd, d.w.z. dat u
het systeem kunt regelen door naar wens een of meer functies te
selecteren en te wijzigen. Op deze wijze wordt de automatische
regeling van de handmatig gewijzigde functies uitgeschakeld; het
systeem zal alleen om veiligheidsredenen ingrijpen.
De handmatige keuzes hebben altijd prioriteit boven de automa-
tische regeling en worden opgeslagen totdat de knop AUTO wordt
ingedrukt, behalve als het systeem om veiligheidsredenen ingrijpt.
De handmatige instelling van een functie beïnvloedt de regeling
van de andere automatisch geregelde functies niet. De hoeveel-
heid naar het interieur gevoerde lucht is niet afhankelijk van de
voertuigsnelheid en wordt m.b.v. een aanjager elektronisch gere-
geld. De temperatuur van de toegevoerde lucht wordt altijd auto-
matisch geregeld, afhankelijk van de op het display ingestelde tem-
peratuur (behalve als het systeem is uitgeschakeld of onder eni-
ge omstandigheden als de compressor is uitgeschakeld.
Het systeem kan de volgende handmatige instellingen uitvoeren:
❍luchttemperatuur bestuurder-/passagierszijde;
❍aanjagersnelheid (traploze regeling);
❍luchtverdeling in 7 standen (bestuurder/passagier);
❍inschakelen van de compressor;
❍voorrang gekoppelde/gescheiden verdeling;
❍snel ontdooien/ontwasemen;
❍luchtrecirculatie;
❍achterruitverwarming;
❍uitschakeling van het systeem. H knop voor inschakeling AUTO-functie (automatische werking)
en knop instelling temperatuur passagierszijde;
I knop voor selectie luchtverdeling passagierszijde;
L aanjagersnelheid verhogen/verlagen;
M knop voor selectie luchtverdeling bestuurderszijde;
N knop voor inschakeling AUTO-functie (automatische werking)
en knop instelling temperatuur bestuurderszijde.
BESCHRIJVING
De gescheiden klimaatregeling regelt de temperatuur en luchtver-
deling in het interieur in de twee zones: bestuurders- en passa-
gierszijde Het systeem houdt het comfort in het interieur constant
en compenseert eventuele wijzigingen van de externe klimatolo-
gische omstandigheden, waaronder zonnestraling, de gemeten
wordt met een sensor.
De automatisch gecontroleerde parameters en functies zijn:
❍luchttemperatuur naar uitstroomopeningen bestuurder-/pas-
sagierszijde voor;
❍luchtverdeling naar uitstroomopeningen bestuurders-/passa-
gierszijde voor;
❍aanjagersnelheid (continue wijziging van de luchtstroom);
❍inschakeling van de compressor (voor koeling/droging van de
lucht);
❍luchtrecirculatie.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 69
Page 71 of 250

70WEGWIJS IN UW AUTO
Tijdens de automatische werking is het mogelijk de ingestelde tem-
peraturen, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid te wijzigen
door op ieder gewenst moment de betreffende druk- of draai-
knoppen te bedienen: Het systeem wijzigt automatische de in-
stellingen om aan de nieuwe eisen te voldoen.
Als het systeem geheel automatisch werkt (FULL AUTO) en de
luchtverdeling en/of de luchtopbrengst en/of de inschakeling van
de compressor en/of de recirculatie worden gewijzigd, dan ver-
dwijnt FULL.
Op deze wijze zal de klimaatregeling alle functies automatisch
regelen, behalve de handmatig gewijzigde functies. De aanjager-
snelheid is voor alle zones in het interieur gelijk.
TEMPERATUUR INSTELLEN
Draai de knoppen N of H naar rechts of links om de temperatuur
in de linker zone (draaiknop N) of de rechter zone (draaiknop
H) van het interieur te regelen.
De ingestelde temperaturen worden op het display weergegeven.
Druk op de knop MONO om de instelling van de luchttempera-
tuur in beide zones gelijk te maken: draai aan knop N om de
temperatuur in te stellen.
Draai, om de gescheiden temperatuurregeling en luchtverdeling
in de twee zones weer in te stellen, knop N of H en druk opnieuw
op knop MONO (als de led op de knop brandt).
Door de knoppen volledig naar rechts of naar links te draaien,
zullen respectievelijk de functies HI (maximum verwarming) of LO
(maximum koeling) ingeschakeld worden. Om deze functies uit
te schakelen, moet de knop voor de temperatuurregeling worden
verdraaid en de gewenste temperatuur worden ingesteld.
INSCHAKELING KLIMAATREGELING
Het systeem kan op verschillende manieren worden ingeschakeld:
er wordt hoe dan ook aangeraden één van de AUTO-knoppen in
te drukken en de knoppen te verdraaien om de gewenste tempe-
raturen in te stellen. Het is mogelijk om voor bestuurder en pas-
sagier verschillende temperaturen te selecteren met een maximum
verschil van 7°C.
In deze situatie begint het systeem met de geheel automatische
werking waarbij de temperatuur, de luchthoeveelheid en -verdeling
en de recirculatie en inschakeling van de aircocompressor worden
geregeld.
ij de volledig automatische werking bestaat de enige handmatige
handeling uit het eventueel inschakelen van de volgende func-
ties:
❍MONO, om de luchttemperatuur en -verdeling aan de passa-
giers- en bestuurderszijde gelijk te stellen;
❍Tluchtrecirculatie (om de recirculatie altijd ingeschakeld of
altijd uitgeschakeld te houden);
❍-voor het snel ontwasemen/ontdooien van de voorruiten,
van de achterruit en van de buitenspiegels;
❍(om de achterruit en de buitenspiegels te ontwasemen/ont-
dooien.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 70
Page 72 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO71
1
N
˙Verdeling van de luchtstroom tussen de uitstroomopeningen
voor het ontdooien/ontwasemen van de voorruit en de mid-
delste uitstroomopeningen en de uitstroomopeningen aan de
zijkant van het dashboard. Deze verdeling maakt het mogelijk
de lucht naar de voorruit te sturen als de zon op de ruit schijnt.
NVerdeling van de luchtstroom via alle uitstroomopeningen van
˙de auto.
O
In de werkwijze FULL AUTO beheert de klimaatregeling automa-
tisch de luchtverdeling; de led’s op de knoppen I en M zijn gedoofd.
Als de luchtverdeling handmatig is ingesteld wordt aangegeven
met het branden van de led op de ingedrukte knoppen.
Als een gecombineerde functie is ingesteld en op een knop wordt
gedrukt, wordt die functie ook ingeschakeld. Als echter op een
knop gedrukt wordt waarvan de functie reeds ingeschakeld is,
wordt deze functie uitgeschakeld en gaat de betreffende led uit.
Om de automatische regeling van de luchtverdeling na een hand-
matige instelling opnieuw
in te stellen, moet op de knop AUTO gedrukt worden.
Als de bestuurder de luchtverdeling naar de voorruit kiest, wordt
automatisch ook aan de passagierszijde de luchtverdeling naar
de voorruit ingesteld. De passagier kan vervolgens een andere lucht-
verdeling kiezen door de betreffende knoppen in te drukken.
LUCHTVERDELING INSTELLEN
M.b.v. de knoppen kan handmatig een van de 7 mogelijke lucht-
verdelingen links/rechts in het interieur worden ingesteld:
NLuchtstroom naar uitstroomopeningen naar de voorruit en de zij-
ruiten voor voor ontwasemen/ontdooien van de ruiten.
˙Luchtstroom naar de middelste uitstroomopeningen en uit-
stroomopeningen aan de zijkant van het dashboard voor de
koele luchtstroom op het lichaam en het gezicht bij warm weer.
OLuchtstroom naar de uitstroomopeningen in de voorste en ach-
terste voetenruimtes. Met deze luchtverdeling kan zeer snel
het interieur worden verwarmd, waardoor snel een gevoel van
warmte ontstaat
˙
OVerdeling van de luchtstroom over de uitstroomopeningen in
de voetenruimtes (warme lucht) en de middelste uitstroom-
openingen en de uitstroomopeningen aan de zijkant van het
dashboard (koele lucht). Deze luchtverdeling is nuttig in de len-
te en herfst als de zon schijnt.
N
OVerdeling van de luchtstroom tussen de uitstroomopeningen
in de voetenruimtes en de uitstroomopeningen voor ontdooi-
en/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten voor. Deze ver-
deling zorgt voor een goede verwarming van het interieur en
voorkomt dat de ruiten beslaan.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 71