Page 129 of 250
128VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de
gordel om. Maak de gordels vast door de gesp A-fig. 1 in de slui-
ting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als tijdens het uittrekken van de gordel de rolautomaat blokkeert,
laat dan de gordel een stukje terugrollen en trek de gordel ver-
volgens weer geleidelijk uit.
Voor het losmaken van de gordel moet u op de knop C drukken.
Begeleid de gordel tijdens het teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband verdraait.
fig. 1A0J0101mfig. 2A0J0102m
Druk tijdens het rijden niet op de knop C-fig. 1.
De achterbank is voorzien van driepuntsgordels met rolautomaat.
Leg de achtergordels om zoals is afgebeeld in fig. 2.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 128
Page 130 of 250

VEILIGHEID129
2
WAARSCHUWING Als de rugleuning goed is vergrendeld, dan is
de “rode band” B-fig. 3 naast de hendels A niet meer zichtbaar.
Als de “rode band” zichtbaar is, is de rugleuning niet goed ver-
grendeld.
WAARSCHUWING Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze te-
rug als de achterbank weer in de normale stand wordt gezet, zo-
dat ze altijd direct klaar zijn voor gebruik.SBR-SYSTEEM
(Seat Belt Reminder)
Dit systeem bestaat uit een zoemer die samen met het knipperen
van lampje
passagier waarschuwt voor een niet juist omgelegde veiligheids-
gordel.
Bij sommige uitvoeringen is bovendien een display (in plaats van
de lampjes op het instrumentenpaneel) onder de binnenspiegel
(fig. 4) aanwezig; dit display waarschuwt visueel en m.b.v. een
geluidssignaal de achterpassagiers voor een niet juist omgelegde
veiligheidsgordel.
Wendt u voor het permanent uitschakelen van dit systeem tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het SBR-systeem kan uitsluiten m.b.v. het Setup-menu van het dis-
play opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofdstuk “1”).
Controleer of de rugleuning aan beide zijden goed
vergrendeld is (“rode band” B-fig. 3niet zichtbaar)
om te voorkomen dat in geval van bruusk rem-
men, de rugleuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
fig. 4A0J0210m
AB
fig. 3A0J0182m
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 129
Page 131 of 250

130VEILIGHEID
De lampjes zijn rood en groen en werken op de volgende wijze:
❍gedoofd als het contactslot in de stand MAR is gedraaid ter-
wijl de gordels zijn omgelegd
❍rood als de gordels voor niet zijn omgelegd
❍rood knipperend (alleen doe de achterste zitplaatsen betref-
fen) als de de gordels voor niet zijn omgelegd
❍groen als de gordels zijn omgelegd
❍gedoofd, rood brandend, rood brandend, rood knipperend
Als alleen de bestuurder in de auto zit en alle gordels zijn niet
omgelegd, branden de eerste vier lampjes (fig. 4) rood en de laat-
ste groen. De drie middelste lampjes knipperen gedurende onge-
veer 30 seconden, de overige branden rood. De twee lampjes
aan de zijkant A en B - fig. 4 horen bij de voorste zitplaatsen (bij
in dit geval bij links stuur) en de middelste lampjes horen bij de
achterste zitplaatsen. Het werking van de lampjes die bij de voor-
ste en achterste zitplaatsen horen is niet gelijk.
Voorste zitplaatsen
Bestuurder
Als alleen de bestuurder aanwezig is, dan geldt de situatie in fig.
4. Als harder wordt gereden dan 20 km/h of met een snelheid
tussen de 10 km/h en 20 km/h gedurende meer dan 5 secon-
den, begint een akoestische waarschuwingscyclus voor de voor-
ste zitplaatsen (een continu geluidssignaal gedurende de eerste
6 seconden gevolgd door een losse signalen “beep” gedurende 90
seconden) en knippert het lampje. Als de cyclus is beëindigd, blij-
ven de overige lampjes branden, totdat de motor wordt uitge-
schakeld. Het geluidssignaal wordt onmiddellijk onderbroken als
de bestuurdersgordel wordt omgelegd en het lampje wordt in dat
geval groen. Als de gordel vervolgens opnieuw wordt afgedaan tijdens de rit,
klinkt het geluidssignaal en knippert het lampje op de hiervoor
beschreven manier.
Passagier
De situatie is vergelijkbaar met de voorpassagier, met het verschil
dat het lampje groen wordt en de signalering wordt onderbroken,
ook als de passagier de auto verlaat.
Als beide voorgordels bij een rijdende auto na elkaar worden af-
gedaan, is het geluidssignaal op de laatste afgedane gordel van
toepassing, de twee lampjes geven de situatie afzonderlijk weer.
Achterste zitplaatsen
Voor de achterste zitplaatsen wordt het alleen aangegeven als een
van de gordels wordt afgedaan. In deze situatie gaat het lampje
van de afgedane gordel gedurende ongeveer 30 seconden knip-
peren. Bovendien wordt een geluidssignaal weergegeven. Als meer-
dere gordels worden afgedaan, wordt deze situatie onafhankelijk
per gordel weergegeven per lampje.
WAARSCHUWINGEN
Als lampjes blijven altijd branden als ten minste op een voorste
zitplaats waarop iemand zit geen gordel wordt omgelegd.
Alle lampjes doven (na 30 seconden na de laatste gordel die is
afgedaan) op het moment dat alle voorste zitplaatsen zijn bezet,
onafhankelijk van de gordels achter.
Alle lampjes branden als ten minste een gordel wordt afgedaan
of omgelegd. Alle lampjes blijven uit als tijdens het starten alle gor-
dels reeds zijn omgelegd.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 130
Page 132 of 250

VEILIGHEID131
2
GORDELSPANNERS
De auto is voorzien van gordelspanners op de veiligheidsgordels
voor die bij een krachtige frontale botsing de gordel enige centi-
meters terugtrekken; hierdoor komen de gordels perfect tegen het
lichaam van de inzittenden te liggen en voordat de voorwaartse
beweging begint.
De inschakeling van de gordelspanners kan worden waargeno-
men door het terugtrekken van de gordel door de rolautomaat.
De auto is bovendien voorzien van een tweede gordelspanner (bij
de dorpel): als deze hebben gewerkt, kan dit worden herkend aan
de kortere metalen kabel.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beetje rook
ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand.
WAARSCHUWING Voor een maximale bescherming door de gor-
delspanner moet de veiligheidsgordel zo worden omgelegd dat
hij goed aansluit op borst en bekken.
De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering: el-
ke verandering van de oorspronkelijke staat zal de doelmatigheid
verminderen. Als de gordelspanner door extreme natuurlijke om-
standigheden (bij. overstromingen en zeestormen) met water en
modder in contact is geweest, moet deze worden vervangen.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming bij een ongeval te vergroten, zijn de oprol-
automaten van de gordels voor voorzien van trekkrachtbegrenzers
die tijdens een frontale aanrijding de piekbelasting op de borst en
schouders beperken.
De gordelspanner werkt maar één keer.
Als de gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk wenden om de
spanners te laten vervangen. De geldigheid van het sys-
teem staat vermeld op een plaatje dat zich in het dash-
boardkastje bevindt: laat voor het verstrijken van deze
termijn het systeem door het Alfa Romeo Servicenetwerk
vervangen.
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke trillingen
of verhitting (maximaal 100°C gedurende ten
hoogste 6 uur) optreden, kunnen de gordelspan-
ners beschadigen of activeren: bij die omstandigheden ho-
ren niet trillingen die voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten met kleine obstakels zo-
als trottoirbanden. Wendt u altijd tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 131
Page 133 of 250

132VEILIGHEID
De gordel mag nooit gedraaid zitten. Het diagonale gordelgedeel-
te moet via het midden van de schouder schuin over de borst lig-
gen. Het onderste gordelgedeelte moet over het bekken (zoals
aangegeven in fig. 6) en niet over de buik liggen. Gebruik geen
systemen (veren, bevestigingen enz.) waardoor de gordel niet goed
tegen het lichaam ligt.
fig. 6A0J0095m
Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten
en de gordel goed laten aansluiten op borst en bek-
ken. Draag altijd veiligheidsgordels zowel voor als achter
in de auto! Rijden zonder veiligheidsgordels vergroot het ri-
sico op ernstig letsel of dodelijke afloop bij een ongeval.
OPMERKINGEN OVER HET
GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS
Houd u altijd aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het
verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en maak de inzit-
tenden hierop attent). Leg de veiligheidsgordel altijd om voordat u
vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook voor hen
(zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op let-
sel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gor-
del meer naar beneden omleggen, zodat de gordel over het bek-
ken en onder de buik langs loopt (zoals in fig. 5 is aangegeven).
fig. 5A0J0094m
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 132
Page 134 of 250

VEILIGHEID133
2
Elke gordel mag slechts door één persoon worden gebruikt: gebruik
de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op schoot zit,
waarbij de gordel beiden zou moeten beschermen fig. 7. Leg de
gordel in het algemeen niet om een voorwerp en een persoon
om beide op de plaats te houden.
ONDERHOUD VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
❍zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid is; con-
troleer ook of de oprolautomaat zonder haperingen werkt;
❍vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze ogenschijnlijk
niet beschadigd. Vervang de gordels ook als de gordelspanners
in werking zijn geweest;
❍u kunt de gordels met de hand wassen met water en een neu-
trale zeep. Spoel ze uit en laat ze in de schaduw drogen. Ge-
bruik geen bijtende, blekende of kleurende middelen. Vermijd
het gebruik van alle chemische producten die het weefsel van
de gordel kunnen aantasten;
❍voorkom dat vocht in de oprolautomaat komt: de werking
van de oprolautomaten is alleen gegarandeerd, als ze niet
nat zijn geweest;
❍vervang de gordels bij tekenen van slijtage of beschadigin-
gen.
fig. 7A0J0096m
Het is streng verboden onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te demonteren of
open te maken. Werkzaamheden aan de veilig-
heidsgordels en gordelspanners moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd personeel. Wendt u altijd tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als de gordel aan een zware belasting wordt bloot-
gesteld (bijvoorbeeld tijdens een ongeval), dan
moet de gordel samen met de verankeringen, be-
vestigingspunten en de eventueel gemonteerde gordel-
spanners worden vervangen. Ook als de schade niet zicht-
baar is, dan kan de gordel toch verzwakt zijn.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 133
Page 135 of 250

134VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzitten-
den zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde vei-
ligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Dit is een wet-
telijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van
de Europese Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ont-
wikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van onderzoek naar de optimale bescherming van
kleine kinderen zijn verwerkt in de Europese ECE/R44- voorschriften
die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld in vijf
groepen:
Groep 0 gewicht tot 10 kg
Groep 0+ gewicht tot 13 kg
Groep 1 gewicht 9-18 kg
Groep 2 gewicht 15-25 kg
Groep 3 gewicht 22-36 kg
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en
van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat ab-
soluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een lengte van
meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssys-
temen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.
Als een kind op de passagiersstoel voor moet wor-
den vervoerd met een kinderzitje dat tegen de rij-
richting in is gemonteerd, moeten de airbags aan
passagierszijde (front en zij-airbags) met behulp
van het setup-menu worden uitgeschakeld. Con-
troleer de uitschakeling met behulp van het lampje
“
op het instrumentenpaneel. Bovendien moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt
met het dashboard.
In Lineaccessori Alfa Romeo zijn kinderzitjes opgenomen voor el-
ke gewichtsgroep. Wij raden het gebruik van deze kinderzitjes aan,
omdat ze speciaal zijn ontworpen en ontwikkeld voor de model-
len van Alfa Romeo.
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren
op de voorpassagiersstoel als de frontairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbags in werking treden (opblazen), kan dit ern-
stig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht
de zwaarte van het ongeluk. Kinderen moeten altijd in
kinderzitjes op de achterbank worden vervoerd; deze po-
sitie levert de grootste bescherming tijdens een ongeval.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 134
Page 136 of 250

VEILIGHEID135
2
UNIVERSEEL KINDERZITJE
MONTEREN
(met de veiligheidsgordel)
GROEP 0 en 0+ fig. 8
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast. Het
wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door de veiligheids-
gordel, zoals in de afbeelding is aangegeven, en het kind moet
op zijn beurt worden beschermd door de gordel van het wiegje zelf.
fig. 8A0J0097mfig. 9A0J0098m
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie van
de bevestiging. Houdt u voor de montage van het
kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is ver-
plicht deze instructies bij te leveren.
GROEP 1 fig. 9
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten worden ver-
voerd in de rijrichting. Enige typen kinderzitjes zijn voorzien van
een kussen, waarbij de veiligheidsgordel van de auto het kinder-
zitje en het kind op zijn plaats moet houden.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 135