Page 145 of 250
144VEILIGHEID
KNIE-AIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 17
Deze bevindt zich in een ruimte onder het stuurwiel. Deze air-
bags bieden een extra bescherming bij een frontale aanrijding.
fig. 17A0J0056m
Zie voor het uitschakelen van de airbag in hoofd-
stuk “1” de paragraaf “Menu-opties”.
Frontairbag en zij-airbags aan
passagierszijde uitschakelen
Als een kind op de voorstoel moet worden vervoerd, schakel dan
de frontairbag en de zij-airbags aan passagierszijde uit. Als de air-
bags zijn uitgeschakeld gaat op het instrumentenpaneel het con-
trolelampje
“branden.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 144
Page 146 of 250

VEILIGHEID145
2
ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAGS - HEADBAGS)
De auto is uitgerust met zij-airbags voor (Side Bags voor) aan be-
stuurders- en aan passagierszijde voor bescherming van borst-bek-
ken en headbags voor en achter (Window Bags).
ZIJ-AIRBAGS VOOR (SIDEBAGS)
fig. 18
Deze bestaan uit twee type kussens in de rugleuning van de voor-
stoelen; deze kussens beschermen de borst en het bekken van
de inzittenden bij een flankbotsing met een bepaalde omvang.
ZIJ-AIRBAGS VOOR BESCHERMING VAN HET
HOOFD (HEADBAGS) fig. 19
De headbag is een “gordijn”-systeem, dat zich aan de zijkant in
de hemelbekleding bevindt en dat is afgedekt met een afwerklijst.
Deze beschermen het hoofd van de inzittenden voor en achter bij
een flankbotsing.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van de veilig-
heidsgordel voldoende is) worden de airbags niet geactiveerd. Daar-
om moeten altijd de veiligheidsgordels worden gedragen.
De inzittende wordt bij een zijdelingse botsing optimaal door het
systeem beschermd als hij/zij in de juiste positie in de stoel zit.
Hierdoor kan de headbag op de juiste wijze worden opgeblazen.
fig. 18A0J0103mfig. 19A0J0051m
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 145
Page 147 of 250

146VEILIGHEID
Als de airbag in werking treedt, ontsnapt een beetje rook. deze
rook is niet giftig en wordt niet veroorzaakt door brand. Het poe-
der kan wel de huid en ogen irriteren: was zonodig met een neu-
trale zeep en water.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging van de
airbag moeten door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden uit-
gevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur van uw auto moet u con-
tact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem
buiten werking te laten stellen.
Het in werking treden van de gordelspanners en airbags wordt door
de elektronische regeleenheid bepaald, afhankelijk van het type
ongeval. Als een van deze onderdelen niet in werking treedt, dan
duidt dat niet op een storing in het systeem.Bevestig nooit harde voorwerpen aan de ophang-
haken en de handgrepen.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebo-
gen tegen het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tijdens het op-
blazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit
het raam.
WAARSCHUWINGEN
De stoelen mogen niet met water of met stoom worden gerei-
nigd (met de hand of in een automatisch wasapparaat).
De airbags voor en/of zij-airbags voor en achter kunnen worden
geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de carros-
serie (bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of stoep-
randen of als de auto terecht komt in grote gaten of verzakkin-
gen in het wegdek).Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft branden tij-
dens het rijden (bij enkele uitvoeringen verschijnt
op het display ook een bericht), is er mogelijk een storing
in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags
of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een onge-
val of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juis-
te wijze geactiveerd worden. Wendt u onmiddellijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten con-
troleren.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 146
Page 148 of 250

VEILIGHEID147
2
De vervaldatum van de pyrotechnische lading en
het spiraalmechanisme zijn op een sticker in het
dashboardkastje aangebracht. Wendt u voor het
bereiken van deze datum tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk om deze componenten te laten vervangen.
Bedek de rugleuning van de voorstoelen niet met
hoezen of kleden die niet zijn voorbereid op het
gebruik met sidebags.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij be-
schadiging of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest, het airbagsysteem door het
Alfa Romeo Servicenetwerk controleren.
Als de sleutel in het contactslot zit en het contact-
slot in de stand MAR staat, dan kunnen de airbags
ook bij stilstaande auto en niet draaiende motor
worden geactiveerd, bijvoorbeeld als de auto wordt aan-
gereden door een andere auto. Daarom mogen, zelfs bij
een stilstaande auto, zich geen kinderen op de passa-
giersstoel voor bevinden. Als het contactslot in de stand
STOP staat kan geen enkel veiligheidssysteem (airbag
of gordelspanners) bij een botsing worden geactiveerd;
als deze systemen niet inschakelen, wijst dat niet op een
storing in het systeem.
Als het contactslot in de stand MAR wordt gezet,
gaat het lampje
“(bij ingeschakelde passagier-
sairbags voor) branden en knipperen gedurende
enige seconden; hiermee wordt aangegeven dat de pas-
sagiersairbags geactiveerd kunnen worden bij een bot-
sing; het lampje dooft vervolgens.
De frontairbag treedt in werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing waarbij alleen de gor-
delspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee drempelwaarden in
liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 147
Page 149 of 250
148VEILIGHEID
“ALCOHOLTESTER“-SET
Deze bevindt zich in het dashboardkastje aan passagierszijde.
De set bestaat uit een envelop (fig. 20) met de producten voor het
controleren van het alcoholpromillage. In de envelop bevinden zich
ook de instructies voor het juist gebruiken van de set. De “Alco-
holtester”-set heeft een vervaldatum: Vervang het product als de
vervaldatum is verstreken.
fig. 20A0J0231m
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 148
Page 150 of 250
STARTEN EN RIJDEN149
3
Motor starten .............................................................................. 150
Motor uitzetten ........................................................................... 152
Gebruik van de versnellingsbak...................................................... 153
Brandstof besparen ...................................................................... 154
Trekken van aanhangers............................................................... 156
Winterbanden ............................................................................. 157
Sneeuwkettingen........................................................................ 158
Auto langere tijd stallen................................................................ 158
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:01 Pagina 149
Page 151 of 250

150STARTEN EN RIJDEN
MOTOR STARTEN
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zod-
ra de motor is aangeslagen.
WAARSCHUWINGEN
❍Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start.
❍Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje Yop het
instrumentenpaneel (of het symbool op het display) samen
met het lampje
Ublijft branden, draai dan de sleutel in de
stand STOP en vervolgens weer in de stand MAR; als het lamp-
je nog steeds blijft branden, probeer het dan met de andere ge-
leverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, voer dan een
noodstart uit (zie “Noodstart” in hoofdstuk “4”) en wendt u
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❍Laat de start-/contactsleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍draai de contactsleutel in stand MAR: op het instrumentenpa-
neel gaan de lampjes
menY(of het symbool op het dis-
play) branden;
❍wacht totdat het lampje (of het symbool op het display) dooft;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in de stand AVV, direct nadat het lamp-
je
mis gedoofd. Als u te lang wacht, zijn de voorgloeibou-
gies weer afgekoeld. Laat de sleutel los, zodra de motor is aan-
geslagen.
Als het lampje mgedurende ongeveer 1 minuut
knippert na het starten of tijdens een langdurige
startpoging, duidt dit op een storing in het voor-
gloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de auto op
de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:01 Pagina 150
Page 152 of 250

STARTEN EN RIJDEN151
3
Het is raadzaam om gedurende de eerste ge-
bruiksperiode geen maximale prestaties van uw
auto te verlangen (bijv. snel accelereren, langdu-
rig rijden met hoge toerentallen en krachtig remmen).
Het is zeer gevaarlijk om de motor in afgesloten
ruimten te laten draaien. De motor verbruikt zuur-
stof en produceert kooldioxide, koolmonoxide en
andere giftige gassen.
Houd er rekening mee dat de rem- en de stuur-
bekrachtiging niet werken zolang de motor niet
is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is
voor de bediening van het rempedaal en het stuur.
Probeer nooit te starten door aanduwen, slepen of
van een helling af laten rijden. Hierdoor kan de
katalysator worden beschadigd.
Laat de contactsleutel niet in het contactslot zit-
ten als de motor is uitgezet, om te voorkomen
dat de accu ontlaadt.
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❍rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draai-
en en trap het gaspedaal niet bruusk in;
❍verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties. Wij ra-
den u aan te wachten tot de wijzer van de koelvloeistoftem-
peratuurmeter begint te bewegen.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:02 Pagina 151