
16WEGWIJS IN UW AUTO
WAARSCHUWING Laat na een zware rit de motor draaien en ac-
celereer iets gedurende enige minuten voordat de motor wordt uit-
geschakeld.Te hoge koelvloeistoftemperatuur
(rood)
Als u het contactslot op MAR draait, gaat het lampje
branden. Het moet echter na enkele seconden doven.
Het lampje gaat branden als de motor te warm is. Op het display
verschijnt de betreffende mededeling.
Als het lampje gaat branden, moeten de volgende handelingen wor-
den uitgevoerd:
❍bij een normale rit: breng de auto tot stilstand, schakel de
motor uit en controleer of het koelvloeistofniveau in het reser-
voir niet onder het MIN-merkteken staat. Als dit wel het geval
is, wacht dan enkele minuten zodat de motor kan afkoelen,
open vervolgens langzaam en voorzichtig de dop, vul koel-
vloeistof bij en controleer of de koelvloeistof tussen het MIN-
en MAX-merkteken op het reservoir staat. Controleer boven-
dien visueel of eventueel vloeistof weglekt. Als bij het starten
van de motor het lampje opnieuw gaat branden, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❍Indien de auto onder zware omstandigheden gebruikt wordt
(trekken van aanhangers op hellingen, volledig geladen auto):
verlaag de snelheid en breng de auto tot stilstand, als het lamp-
je blijft branden. Stop 2 of 3 minuten met draaiende motor
en geef iets gas voor een snellere circulatie van de koelvloei-
stof. Zet vervolgens de motor uit. Controleer het vloeistofni-
veau zoals hiervoor beschreven.
u
Niet goed gesloten portieren (rood)
Het lampje (of symbool op het display) gaat bran-
den als een of meer portieren of de achterklep niet
goed zijn gesloten. Als bij een rijdende auto de portieren
geopend zijn, klinkt een geluidssignaal. Bij enige uitvoeringen gaat
het lampje (of het symbool op het display) ook branden als de mo-
torkap niet goed is gesloten.´
Bagageruimte open
Bij enkele versies worden een bericht + symbool
op het display weergegeven als de bagageruimte ge-
opend is.R
Motorkap open
Bij enkele versies worden een bericht + symbool op het
display weergegeven als de motorkap geopend is.S
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 16

46WEGWIJS IN UW AUTO
SYMBOLEN
Op enkele componenten van de auto zijn gekleurde afbeeldingen
aanwezig met symbolen, die belangrijke in acht te nemen voor-
zorgsmaatregelen aangeven met betrekking tot de betreffende
component. Bovendien is een plaatje met het overzicht van de
symbolen onder de motorkap aangebracht.
ALFA ROMEO CODE
Dit is een elektronisch startblokkeersysteem waarmee de be-
scherming tegen diefstalpogingen van de auto wordt verhoogd.
Het wordt automatisch ingeschakeld door de sleutel uit het con-
tactslot te nemen.
In elke sleutel is een elekronisch systeem aanwezig dat tot taak
heeft om het tijdens de startfase gegeven signaal te moduleren
van een in het contactslot ingebouwde antenne. Het signaal wordt
omgezet in een “gecodeerd signaal” dat bij elke startpoging an-
ders is en waarmee de regeleenheid de sleutel herkent en het star-
ten mogelijk kan maken.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait,
dan stuurt het Alfa Romeo CODE-systeem een code naar de rege-
leenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blok-
kering van de functies opheft.
De herkenningscode wordt alleen door de regeleenheid van de
Alfa CODE verzonden als de door de sleutel verzonden code is
herkend.
Door het contactslot op STOP te draaien, schakelt het Alfa Ro-
meo CODE-systeem de functies van de regeleenheid van het mo-
tormanagementsysteem uit. Als de code tijdens de start niet her-
kend wordt, gaat op het instrumentenpaneel het controlelampje
Ybranden.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 46

WEGWIJS IN UW AUTO47
1
In dat geval moet het contactslot op STOP en daarna op MAR ge-
draaid worden. Als de blokkering niet wordt opgeheven, moet
opnieuw een startpoging worden ondernomen met de andere,
bijgeleverde, sleutels. Als de motor dan nog niet start, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als het lampje Ytijdens het rijden gaat
branden
❍Als het lampje Ygaat branden, betekent dit dat het systeem
zichzelf controleert (bijv. als gevolg van een verlaging van de
spanning).
❍Als het lampjeYblijft branden, moet u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden.
DE SLEUTELS
CODE CARD (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Samen met de sleutels wordt de CODE card, fig. 13, overhan-
digd waarop mechanische code A en elektronische code B staan.
Bewaar de codes op een veilige plaats, niet in de auto.
Krachtige stoten kunnen de elektronische compo-
nenten in de sleutel beschadigen.
fig. 13A0J0212m
A
B
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 47

WEGWIJS IN UW AUTO53
1DIEFSTALALARM (waar voorzien)
ACTIVERING VAN HET ALARM
Het alarm wordt onder de volgende omstandigheden geactiveerd:
❍onbevoegd openen van portieren/motorkap/bagageruimte
(bescherming omtrek);
❍activering van het startsysteem (het contactslot op MAR);
❍doorsnijden accukabels;
❍aanwezigheid van bewegende voorwerpen binnenin de auto
(volumetrische bescherming);
❍afwijkend omhoog komen/kantelen van de auto (voor be-
paalde uitvoeringen/markten).
Het activeren van het alarm wordt aangegeven met een geluids-
signaal en het knipperen van de richtingaanwijzers gedurende eni-
ge seconden. De manier waarop het alarm in werking treedt is
afhankelijk van de betreffende markt. Er is een maximum aantal
hoorbare/zichtbare cycli waarna het systeem weer normaal gaat
werken.
WAARSCHUWING De startblokkering wordt geregeld door Alfa
Romeo CODE; deze functie wordt automatisch geactiveerd als de
sleutel uit het contactslot getrokken wordt.
WAARSCHUWING Het alarm wordt reeds in de fabriek aangepast
aan de normen van de diverse landen.
INSCHAKELING ALARM
Richt bij goed gesloten portieren en motorkap/achterklep en de
contactsleutel in de stand STOP staat of is uitgenomen, de sleutel
met afstandsbediening op de auto, druk op knop
Áen laat de knop
los. Behalve in enkele markten geeft het systeem een geluids- en
visueel signaal en worden de portieren vergrendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelf-
diagnose: in geval van een storing geeft het systeem nogmaals
een hoorbaar signaal en/of een zichtbaar signaal via de led’s op
het dashboard uit.
Als ongeveer 4 seconden nadat het alarm is ingeschakeld een twee-
de geluidssignaal wordt gegeven en/of dit zichtbaar wordt weer-
gegeven via de led’s op het dashboard, moet het alarm worden
uitgeschakeld door op knop
Ëte drukken, moet gecontroleerd wor-
den of de portieren, de motorkap en de bagageruimte goed zijn
gesloten en moet het systeem vervolgens opnieuw geactiveerd
worden door op knop
Áte drukken.
Als het alarm ook een geluidssignaal uitzendt als de portieren, mo-
torkap en bagageruimte juist gesloten zijn, geeft dit aan dat een
storing in de werking van het systeem is gesignaleerd. Wendt u
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 53

WEGWIJS IN UW AUTO55
1START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie verschillende standen gedraaid worden,
fig. 21:
❍STOP: motor uit, sleutel uitneembaar, stuur geblokkeerd. En-
kele elektrische systemen (bijv. autoradio, centrale portier-
vergrendeling, alarm enz.), kunnen werken;
❍MAR: contact aan. Alle elektrische systemen kunnen werken;
❍AVV: starten van de motor.
Het contactslot is uitgerust met een veiligheidsmechanisme dat,
als de motor niet start, de gebruiker verplicht om het contactslot
op STOP te zetten alvorens het starten te herhalen.
fig. 21A0J0031m
Als het contactslot onklaar gemaakt is (bijv. bij een
poging tot diefstal), moet de werking worden ge-
controleerd door het Alfa Romeo Servicenetwerk,
voordat u weer met de auto gaat rijden.
Neem bij het uitstappen uit de auto altijd de sleu-
tel uit het contactslot om te voorkomen dat iemand
per ongeluk de bedieningsorganen
in werking stelt. Denk eraan altijd de handrem aan te trek-
ken. Als de auto op een stijgende helling geparkeerd is,
moet de 1
eversnelling worden ingeschakeld en bij par-
keren op een dalende helling moet de achteruit inge-
schakeld worden. Laat kinderen nooit zonder toezicht in
de auto achter.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 55

WEGWIJS IN UW AUTO79
1
Als de hendel omhoog wordt gezet (niet vergrendelde stand), blijft
de functie net zo lang ingeschakeld als de hendel wordt bediend.
Als de hendel wordt losgelaten, keert deze terug naar de begin-
stand en stoppen de ruitenwissers automatisch.RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel worden de ruitenwissers/-sproeiers voor
en achter bediend.
RUITENWISSERS/SPROEIERS VOOR fig. 34
Deze functie werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR staat.
Draaischakelaar A kan in vijf verschillende standen worden gezet:
,intervalwerking (lage snelheid);
OOruitenwisser uitgeschakeld;
AUTO inschakeling regensensor (indien aanwezig) (de ruiten-
wissersnelheid wordt automatisch aangepast aan de hoe-
veelheid regen);
≤intervalwerking;
≥langzaam continu wissen;
¥snel continu wissen.
fig. 34A0J0064m
Gebruik de ruitenwisser niet om lagen sneeuw of
ijs van de voorruit te verwijderen. In die omstan-
digheden grijpt, als de ruitenwissers te zwaar wor-
den belast, de beveiliging in, die ervoor zorgt dat de rui-
tenwissers enkele seconden worden uitgeschakeld. Als
de functie niet opnieuw inschakelt (ook niet na opnieuw
starten van de motor), moet u zich tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk wenden.
“Intelligente wis/wasregeling”
Trek de hendel in de richting van het stuur (niet vergrendelde stand)
om de ruitensproeier in te schakelen. Houd de hendel langer dan
een halve seconde aangetrokken om automatisch de ruitensproeier
én de ruitenwisser met één handeling in te schakelen.
Als u de hendel loslaat, maken de ruitenwissers nog drie slagen.
Na ongeveer 6 seconden volgt nog een extra reinigingsslag.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 79

WEGWIJS IN UW AUTO97
1
WAARSCHUWING Als de anti-beklemmingsfunctie binnen 1 minuut
5 keer achter elkaar in werking treedt, of defect blijkt te zijn, wordt
het automatische sluiten van de ruit belemmerd; de beweging vindt
dat stapsgewijs in stappen van een halve seconde plaats, waarbij
de knop voor iedere nieuwe beweging eerst losgelaten moet wor-
den.
Om de automatische werking van het systeem te herstellen, moet
een van de volgende handelingen worden uitgevoerd:
❍uitschakelen van de motor en vervolgens opnieuw starten;
❍openen van de betreffende ruit.
WAARSCHUWING Met het contactslot op STOP, of uitgenomen, blijft
de elektrische bediening van de ruiten ongeveer 3 minuten actief
en wordt onmiddellijk uitgeschakeld als een van de portieren ge-
opend wordt.
WAARSCHUWING Als de anti-beklemmingsfunctie aanwezig is, en
langer dan 2 seconden op knop
Ëvan de afstandsbediening wordt
gedrukt, dan openen de ruiten; als langer dan 2 seconden op knop
Áwordt gedrukt, sluiten de ruiten.
Passagiersportier
Op het portier aan de passagierszijde is een knop aanwezig voor
het openen/sluiten van de betreffende ruit.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EU-normen
en is gericht op de bescherming van de inzitten-
den wanneer deze ledematen door de geopende
ruit steken.
Onzorgvuldig gebruik van de ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens het be-
dienen van de ruit altijd of de passagiers niet ge-
wond kunnen raken door de bewegende ruiten; direct door
contact met de ruit of door voorwerpen die door de ruit
worden meegesleept of geraakt. Neem bij het uitstap-
pen altijd de sleutel uit het contactslot om te voorkomen
dat de elektrische ruitbediening, als deze per ongeluk
wordt ingeschakeld, een gevaar oplevert voor de achter-
gebleven inzittenden.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 97

150STARTEN EN RIJDEN
MOTOR STARTEN
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zod-
ra de motor is aangeslagen.
WAARSCHUWINGEN
❍Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start.
❍Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje Yop het
instrumentenpaneel (of het symbool op het display) samen
met het lampje
Ublijft branden, draai dan de sleutel in de
stand STOP en vervolgens weer in de stand MAR; als het lamp-
je nog steeds blijft branden, probeer het dan met de andere ge-
leverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, voer dan een
noodstart uit (zie “Noodstart” in hoofdstuk “4”) en wendt u
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❍Laat de start-/contactsleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍draai de contactsleutel in stand MAR: op het instrumentenpa-
neel gaan de lampjes
menY(of het symbool op het dis-
play) branden;
❍wacht totdat het lampje (of het symbool op het display) dooft;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in de stand AVV, direct nadat het lamp-
je
mis gedoofd. Als u te lang wacht, zijn de voorgloeibou-
gies weer afgekoeld. Laat de sleutel los, zodra de motor is aan-
geslagen.
Als het lampje mgedurende ongeveer 1 minuut
knippert na het starten of tijdens een langdurige
startpoging, duidt dit op een storing in het voor-
gloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de auto op
de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:01 Pagina 150