152STARTEN EN RIJDEN
NOODSTART
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant blijft bran-
den, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in stand STOP.
WAARSCHUWING Zet de motor na een zware rit niet onmiddellijk
uit, maar laat de motor even stationair draaien. Hierdoor kan de
temperatuur in de motorruimte dalen.
PARKEREN
zet de motor uit en trek de handrem aan. Schakel een versnel-
ling in (de 1eals de weg omhoog loopt, de achteruit als de weg
omlaag loopt) en zet de voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan met
stenen of wiggen. Verwijder altijd de contactsleutel als u de auto
verlaat.
HANDREM fig. 1
Trek om de handrem in te schakelen hendel A omhoog, zodat de
auto blokkeert. Trek om de handrem uit te schakelen hendel A iets
omhoog, druk vervolgens drukknop B in en houd deze ingedrukt
en zet de hendel omlaag.
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen en-
kel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor mo-
toren met turbocompressor, schadelijk.
fig. 1A0J0110m
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:02 Pagina 152
STARTEN EN RIJDEN155
3
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties alleen als u ze nodig hebt. De
achterruitverwarming, extra koplampen, de ruitenwissers en de
aanjager van het ventilatie-/verwarmingssysteem vragen veel
stroom, waardoor het brandstofverbruik toeneemt (tot aan 25%
in stadsverkeer).
Airconditioning
Door het gebruik van de airconditioning neemt het brandstofver-
bruik toe. gebruik wanneer de buitentemperatuur het toelaat bij
voorkeur het ventilatiesysteem.
Aërodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde aërodynamische accessoires
kan de aërodynamica negatief beïnvloeden, waardoor het brand-
stofverbruik zal toenemen.
RIJSTIJL
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat, niet warmdraaien met statio-
nair toerental en ook niet met een hoog toerental: onder deze om-
standigheden warmt de motor veel langzamer op en nemen het
verbruik en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen toe. Het is be-
ter om rustig weg te rijden en geen hoge toerentallen te gebrui-
ken: op deze manier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat voor een stoplicht of voor-
dat u de motor afzet. Deze handeling heeft evenals het overscha-
kelen met tussengas, geen enkel nut. Het kost brandstof en ver-
hoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Maak, als het verkeer en de weg het toelaten, gebruik van de hoog-
ste versnelling. Als een lage versnelling wordt ingeschakeld om snel
te accelereren, wordt het brandstofverbruik hoger. Bij oneigenlijk
gebruik van een hoge versnelling nemen het verbruik en de uit-
stoot van schadelijke uitlaatgassen toe. Bovendien slijt de motor
hierdoor sneller.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk toe bij een hogere snel-
heid. Rijd daarom zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid,
vermijd overbodig remmen en optrekken. Dit kost brandstof en ver-
hoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof en verhoogt de uit-
stoot van schadelijke uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op te
trekken en het toerental, waarbij het maximum koppel wordt ge-
leverd, niet te overschrijden.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:02 Pagina 155