Page 113 of 260

119
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
PLAATSEN VAN KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2005/40) geeft het overzicht de mogelijkheden weer voor het
installeren met de veiligheidsgordel van een universeel goedg ekeurd kinderzitje (a) afhankelijk van het gewicht
van het kind en de plaats in de auto.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheids-
gordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: van de geboorte tot 10 kg.
Plaats
Gewicht van het kind /leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg
(groep 0 (b) en 0+)
Tot ≈ 1 jaar
9 - 18 kg
(groep 1)
Van 1 tot ≈ 3 jaar
15 - 25 kg
(groep 2)
Van 3 tot ≈ 6 jaar
22 - 36 kg
(groep 3)
Van 6 tot ≈ 10 jaar
1e
zitrij Passagiersstoel vóór (c)
- vaste stoel
U (R1) U(R1) U(R1) U(R1)
- stoel met hoogteverstelling U(R2) U(R2) U(R2) U(R2)
2e
zitrij Buitenste zitplaats
Buitenste stoel
U U U U
Middelste zitplaats
Middelste stoel
U U U U
3e
zitrij Buitenste zitplaats
Extra stoel
U U U U
Buitenste zitplaats
Zitplaats 2e zitrij
U U U U
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens uw kind op deze plaats te
installeren.
U : zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een als universeel gehomologeerd
kinderzitje met de veiligheidsgordel, zo-
wel met de "rug in de rijrichting" als met
het "gezicht in de rijrichting".
U(R1) : als U , maar de stoel van de auto
moet in de lengterichting in de middel-
ste stand staan.
U(R2) : als U , maar de stoel van de auto
moet in de hoogste stand en zo ver mo-
gelijk naar achteren staan.
Page 114 of 260

!
120
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veilig-
heidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te
raken.
Controleer of de heupgordel goed
over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelver-
hoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter
hoogte van de schouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- geen kinderen zonder toezicht
achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon
staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voor-
komen dat de portieren en de portier-
ruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter
niet verder dan voor 1/3 deel geopend
worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
De onjuiste bevestiging van een kin-
derzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar bij een aanrijding.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs
bij korte ritten, worden vastgemaakt
waarbij de speling ten opzichte van
het lichaam van het kind zoveel mo-
gelijk moet worden beperkt.
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in
de rijrichting" voor dat de rugleuning
van het zitje tegen de rugleuning van
de stoel van de auto aandrukt en dat
de hoofdsteun geen belemmering
vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op
om te voorkomen dat de hoofdsteun
door de auto vliegt bij krachtig afrem-
men.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen
niet met het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel voor worden ver-
voerd, behalve als de achterzitplaat-
sen al bezet zijn door andere kinderen
of als de achterbank niet bruikbaar,
neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszij-
de uit zodra een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de voorstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van
de airbag levensgevaarlijk gewond ra-
ken.
Page 115 of 260
121
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-
normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen
zijn uitgerust met de voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingen: Zitplaatsen achter
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen
A , die zich
tussen de rugleuning en de zitting
van de zitplaats bevinden, aange-
geven met een sticker,
- één bevestigingsring B , aan de ach-
terzijde van de zitplaats, voor de
bevestiging van de bovenste riem,
TOP TETHER genoemd.
Zitplaatsen achter Zitplaatsen
zitrij 2
Page 116 of 260

i
122
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitpla atsen die niet zijn voorzien van
ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de nor-
male driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats va n de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaan wijzing van de
fabrikant van het zitje.
ISOFIX KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX kinderzitje (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste bevestiging B , de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor
een veilige, degelijke en snelle monta-
ge van het kinderzitje in uw auto.
De
ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over twee sloten die eenvoudig aan de
twee bevestigingsringen A kunnen wor-
den verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien
voorzien van een bovenste bevesti-
gingsriem die kan worden vastgemaakt
aan de bevestigingsring B .
Zet om de bovenste bevestigingsriem
vast te maken de hoofdsteun van de zit-
plaats omhoog en steek de haak tussen
de hoofdsteun en de rugleuning door.
Bevestig de haak aan de bevestigings-
ring B en trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de
bescherming van het kind bij een aanrij-
ding niet meer gewaarborgd.
Raadpleeg het overzicht voor de bevesti-
ging van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto,
waarin staat vermeld welke kinderzitjes
voor uw auto zijn goedgekeurd.
Page 117 of 260

i
122
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitpla atsen die niet zijn voorzien van
ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de nor-
male driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats va n de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaan wijzing van de
fabrikant van het zitje.
ISOFIX KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX kinderzitje (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste bevestiging B , de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor
een veilige, degelijke en snelle monta-
ge van het kinderzitje in uw auto.
De
ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over twee sloten die eenvoudig aan de
twee bevestigingsringen A kunnen wor-
den verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien
voorzien van een bovenste bevesti-
gingsriem die kan worden vastgemaakt
aan de bevestigingsring B .
Zet om de bovenste bevestigingsriem
vast te maken de hoofdsteun van de zit-
plaats omhoog en steek de haak tussen
de hoofdsteun en de rugleuning door.
Bevestig de haak aan de bevestigings-
ring B en trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is de
bescherming van het kind bij een aanrij-
ding niet meer gewaarborgd.
Raadpleeg het overzicht voor de bevesti-
ging van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto,
waarin staat vermeld welke kinderzitjes
voor uw auto zijn goedgekeurd.
Page 118 of 260

123
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Overeenkomstig de Europese wetgeving (ECE 16) geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen
van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien va n ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma at op het kinderzitje naast het ISOFIX-
logo aangegeven met een letter ( A t/m G ).
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel geh omologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rij-
richting en een bovenste riem.
IL-SU : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel ge homologeerd ISOFIX-kinderzitje:
- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of ee n steun,
- gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
- reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
R a a d p l e e g d e p a r a g r a a f " I s o fi x - b e v e s t i g i n g e n " v o o r m e e r i n f o r m a t i e o v e r d e b e v e s t i g i n g v a n d e b o v e n s t e r i e m .
* De ISOFIX-reiswieg, die wordt bevestigd aan de onderst e ISOFIX-bevestigingen van een zitplaats, neemt twee zitplaat sen
achter in beslag.
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg
"rug in de rijrichting" "rug in de rijrichting"
"gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
ISOFIX-kinderzitjesuniverseel
en semi-universeel geschikt voor bevestiging op
IL-SU * IL-SU IL-SU
IUF
IL-SU
Page 119 of 260

124
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Overeenkomstig de Europese wetgeving (ECE 16) geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen
van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien va n ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aan-
gegeven met een letter ( A t/m G ).
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel geho mologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rij-
richting en een bovenste riem.
IL-SU : zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel ge homologeerd ISOFIX-kinderzitje:
- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of ee n steun,
- gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
- reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
R a a d p l e e g h e t h o o f d s t u k " I s o fi x - b e v e s t i g i n g e n " v o o r m e e r i n f o r m a t i e o v e r d e b e v e s t i g i n g v a n d e b o v e n s t e r i e m .
X : zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een kinderzitj e uit de aangegeven ISOFIX-maat.
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg
"rug in de
rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
ISOFIX-
zitplaatsen achter;
zitplaatsen 2 e zitrij
Buitenste
zitplaats
IL-SU IL-SU IL-SU
IUF
IL-SU
Middelste
zitplaats
X IL-SU IL-SU
IUF
IL-SU
Buitenste zitplaatsen
meer naar binnen geplaatst
X IL-SU IL-SU
IUF
IL-SU
ISOFIX-
zitplaatsen
achter; stoel 2 e en
3 e zitrij
Buitenste
zitplaatsen
X X X
IUF
IL-SU
Page 120 of 260

!
!
125
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN Dit systeem werkt onafhankelijk
van de centrale vergrendeling; ge-
bruik het nooit in plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van het
kinderslot.
Neem vóór het verlaten van de
auto altijd de sleutel uit het contact,
zelfs voor korte periodes.
Bij een ernstige aanrijding wordt
het elektrische kinderslot automa-
tisch uitgeschakeld, zodat de ach-
terpassagiers de auto ongehinderd
kunnen verlaten.
MECHANISCH KINDERSLOT
Beide achterportieren zijn voorzien van
een kinderslot om het openen van bin-
nenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van
beide achterportieren.
Draai de rode knop een kwart om-
wenteling naar rechts met de con-
tactsleutel.
ELEKTRISCH KINDERSLOT
Het elektrische kinderslot voorkomt dat
beide achterportieren van binnenuit kun-
nen worden geopend en blokkeert de
bediening van de achterportierruiten.
De schakelaar bevindt zich bij de scha-
kelaars van de ruitbediening op het be-
stuurdersportier.
Druk op de knop A .
Het verklikkerlampje van de knop A
gaat branden en er verschijnt een mel-
ding op het multifunctionele display.
Het lampje blijft branden zolang het
elektrische kinderslot is ingeschakeld.
Vergrendelen
Ontgrendelen
Draai de rode knop een kwart om-
wenteling naar links met de contact-
sleutel. Inschakelen
Uitschakelen
Druk nogmaals op de knop A .
Het verklikkerlampje van de knop A
gaat uit en er verschijnt een melding op
het multifunctionele display.
Het lampje blijft uit zolang het elektri-
sche kinderslot is uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft,
wijst dit op een storing in het elektri-
sche kinderslot. Laat het systeem con-
troleren door het PEUGEOT-netwerk.