Page 61 of 260

i
TOEGANG TOT DE AUTO
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact zit, klinkt er een ge-
luidssignaal.
Starten van de motor
Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.
Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Starten) .
Laat zodra de motor draait de sleutel
los.
Afzetten van de motor
Zet de auto stil.
Draai de sleutel linksom in de stand
1 (Stop) .
Verwijder de sleutel uit het contactslot. Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.
Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.
Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg z o s nel m ogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen. Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Synchroniseren
Zet het contact af.
Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) .
Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.
Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer. Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele dis-
play.
Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.
Verwijder de lege batterij.
Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.
Klik het huis vast.
Synchroniseer de afstandsbediening. Deze batterij is in het PEUGEOT-
netwerk verkrijgbaar.
Page 65 of 260

i
TOEGANG TOT DE AUTO
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact zit, klinkt er een ge-
luidssignaal.
Starten van de motor
Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.
Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Starten) .
Laat zodra de motor draait de sleutel
los.
Afzetten van de motor
Zet de auto stil.
Draai de sleutel linksom in de stand
1 (Stop) .
Verwijder de sleutel uit het contactslot. Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.
Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.
Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg z o s nel m ogelijk het
PEUGEOT-netwerk als de storing niet
is verholpen. Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
Synchroniseren
Zet het contact af.
Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) .
Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.
Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer. Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele dis-
play.
Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.
Verwijder de lege batterij.
Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.
Klik het huis vast.
Synchroniseer de afstandsbediening. Deze batterij is in het PEUGEOT-
netwerk verkrijgbaar.
Page 133 of 260

!
i
!
138
RIJDEN Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de handrem aan en
schakel een versnelling in.
HANDREM
Mechanisch systeem om de auto veilig
stil te zetten.
Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat,
de handrem aan. Als tijdens het rijden dit verklik-
kerlampje en het verklikkerlamp-
je
STOP branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
meldingop het multifunctionele display,
geeft dit aan dat de handrem nog (iets)
is aangetrokken.
Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knop
A in en duw de handrem geheel om-
laag.
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK MET 6 VERSNELLINGEN
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
- zet de versnellingshendel altijd in de neutraalstand,
- trap het koppelingspedaal in.
Schakel de achteruitversnelling al-
leen in als de auto stilstaat en de
motor stationair draait.
Inschakelen van de
achteruitversnelling
Trek de ring onder de pookknop om-
hoog en beweeg de versnellingshen-
del eerst naar links en dan naar voren.