Page 177 of 218

176
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
REMVLOEISTOF fig. 12
Draai de dop los: controleer of het
remvloeistofniveau nog op het maxi-
mum niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-
merkteken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld,
dan raden wij u aan de remvloeistof
te gebruiken die staat vermeld in de
tabel “Vloeistoffen en smeermidde-
len” (zie het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
OPMERKING Maak de dop van het
reservoir en het omringende opper-
vlak zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bij-
zonder voorzichtig zodat er geen vuil
in het reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een
trechter met een ingebouwde filterzeef
van maximaal 0,12 mm.
fig. 12L0D0213m
BELANGRIJK De remvloeistof is hy-
groscopisch (trekt water aan).
Daarom verdient het aanbeveling, als
de auto overwegend wordt gebruikt in
gebieden met een hoge luchtvochtig-
heid, de vloeistof vaker te vervangen
dan in het “Onderhoudsschema” staat
aangegeven.
Voorkom contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en
de lak. Als remvloeistof
wordt gemorst, moet de lak
onmiddellijk met water worden af-
gespoeld.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per on-
geluk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen on-
middellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en daarna
met veel water worden afgespoeld.
Bij inslikken dient onmiddellijk
een arts te worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat syn-
thetische remvloeistof en geen mi-
nerale vloeistof moet worden ge-
bruikt. Het gebruik van minerale
vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het
remsysteem door deze vloeistoffen
worden beschadigd.
ATTENTIE
Page 178 of 218

177
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
DIESELFILTER
(“green filter”)
CONDENS AFTAPPEN (Multijet-
uitvoeringen)
BELANGRIJK Water in het brand-
stofsysteem kan het inspuitsysteem
ernstig beschadigen en de motor kan
onregelmatig gaan draaien. Als het
lampje cop het instrumentenpaneel
gaat branden of als er een waarschu-
wingsbericht op het multifunctionele
display verschijnt (bepaalde uitvoe-
ringen), wendt u dan zo snel mogelijk
tot de Lancia-dealer om het systeem
te laten aftappen.
Water in het brandstofsys-
teem kan het inspuitsys-
teem ernstig beschadigen en de mo-
tor kan onregelmatig gaan draaien.
Als het lampje cop het instru-
mentenpaneel gaat branden of als
er een bericht op het instelbare
multifunctionele display verschijnt
(bepaalde uitvoeringen), wendt u
dan zo snel mogelijk tot de Lancia-
dealer om het systeem te laten af-
tappen. Als het lampje direct na het
tanken gaat branden, bestaat de
mogelijkheid dat er tijdens het tan-
ken water in de brandstoftank is
gekomen: zet in dat geval onmid-
dellijk de motor uit en wendt u tot
de Lancia-dealer.
ATTENTIEACCU
De accu van de auto is “onderhouds-
vrij”: onder normale gebruiksom-
standigheden is het niet nodig gedes-
tilleerd water bij te vullen.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De controlewerkzaamheden mogen
uitsluitend door gekwalificeerd perso-
neel worden uitgevoerd bij de kilome-
terstanden en op de wijze die be-
schreven staan in dit instructieboekje.
Het eventueel bijvullen mag uitsluitend
worden uitgevoerd door gespecialiseerd
personeel van de Lancia-dealer.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief. Voor-
kom contact met de huid en de
ogen. Houd open vuur en vonkvor-
mende apparaten verwijderd van
de accu: brand- en ontploffings-
gevaar.
ATTENTIE
Page 179 of 218

178
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Als de accu werkt met een
zeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan
de accu en kan de accu openbar-
sten.
ATTENTIE
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet
een originele accu met dezelfde speci-
ficaties worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, verval-
len de onderhoudsintervallen die in
het “Onderhoudsschema” staan aan-
gegeven.
Voor het onderhoud van de nieuwe
accu dient u zich strikt te houden aan
de aanwijzingen van de fabrikant van
de accu.Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor het
milieu. Het verdient aanbe-
veling een defecte accu door
de Lancia-dealer te laten vervangen,
omdat deze beschikt over de uitrus-
ting voor het op milieuvriendelijke
wijze en conform de wettelijke be-
palingen, verwerken van defecte ac-
cu’s.Onoordeelkundige montage
van elektrische en elektro-
nische apparatuur kan ern-
stige schade toebrengen aan
de auto. Als u na aanschaf van uw
auto accessoires wilt monteren die
constante voeding nodig hebben
(diefstalalarm, mobiele telefoon
enz.), raden wij u aan contact op te
nemen met de Lancia-dealer. Deze
kan u de meest geschikte installaties
aanraden en controleren of het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren.PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE
VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, contro-
leer dan of de portieren, de motor-
kap en de achterklep goed gesloten
zijn. Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem voor automatische uit-
schakeling van de interieurverlich-
ting;
❒voorkom zoveel mogelijk het gebruik
van stroomverbruikers als de motor
uitstaat (bijv. autoradio, waarschu-
wingsknipperlichten enz.);
❒maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie van de auto
worden uitgevoerd, eerst de minpool
van de accu los;
❒de klemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd.
Als u de auto langere tijd
stalt in extreem koude om-
standigheden moet, om bevriezing
te voorkomen, de accu worden ver-
wijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard.
ATTENTIE
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd be-
schermen met een speciale bril.
ATTENTIE
Page 180 of 218

179
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
BELANGRIJK Een accu die gedu-
rende langere tijd minder dan 50%
geladen is, raakt door sulfatering be-
schadigd. Hierdoor loopt de capaciteit
en het startvermogen terug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor
bevriezing (reeds bij temperaturen
van –10 °C).
Als u de auto langere tijd niet ge-
bruikt, zie dan “Auto langere tijd stal-
len” in het hoofdstuk “Starten en rij-
den”.
Als u na aanschaf van uw auto acces-
soires wilt monteren die constante
voeding nodig hebben (diefstalalarm
enz.), of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, raden wij u
aan contact op te nemen met de Lan-
cia-dealer. Deze kan u de meest ge-
schikte installaties uit het Lancia Li-
neaccessori-programma aanraden en
controleren of de elektrische installa-
tie van de auto geschikt is voor het ex-
tra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren.
Enkele van deze stroomverbruikers
blijven continu stroom verbruiken ook
bij een uitgezette motor, waardoor de
accu geleidelijk ontlaadt.WIELEN EN
BANDEN
De spanning van de banden, inclusief
het noodreservewiel, moet regelmatig,
om de twee weken en voor een lange
rit, worden gecontroleerd: de banden-
spanning moet bij koude banden wor-
den gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe; zie voor de juiste
waarde van de bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroor-
zaakt een onregelmatige slijtage van
de banden:
A:normale spanning: gelijkmatige
slijtage van het loopvlak.
B:te lage spanning: te grote slijtage
aan de zijkanten van het loopvlak.
C:te hoge spanning: te grote slijtage
in het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als
de profieldiepte van het loopvlak min-
der is dan 1,6 mm. Houdt u echter al-
tijd aan de bepalingen van het land
waarin u rijdt.BELANGRIJKE TIPS
❒Voorkom bruusk remmen, met
spinnende wielen optrekken, harde
contacten tussen banden en stoep-
randen, kuilen en andere obsta-
kels. Het langdurig rijden op een
slecht wegdek kan de banden be-
schadigen;
❒controleer de banden regelmatig
op scheuren in de wangen en bul-
ten of slijtplekken op het loopvlak.
Wendt u in dit geval tot de Lancia-
dealer;
❒rijd nooit met een te zwaar bela-
den auto: hierdoor kunnen de ban-
den en de velgen ernstig bescha-
digd worden;
❒stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om be-
schadiging van de band, de velg,
de wielophanging en de stuurin-
richting te voorkomen;
fig. 13L0D0216m
Page 181 of 218

180
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
❒banden verouderen, ook als zij
weing of nooit gebruikt zijn.
Scheurtjes in het loopvlak en op de
wangen geven aan dat de band
verouderd is. Banden die langer
dan zes jaar onder een auto ge-
monteerd zijn, moeten dan ook
door een specialist worden gecon-
troleerd. Dit geldt in het bijzonder
voor het noodreservewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst on-
bekend is;
❒bij de montage van een nieuwe
band moet ook het ventiel ver-
nieuwd worden;
❒om een gelijke slijtage van de ban-
den op de vooras en de achteras te
verkrijgen, is het raadzaam de
banden om de 10.000 / 15.000
km van as te verwisselen. Hierbij
moeten de banden aan dezelfde
zijde van de auto gemonteerd blij-
ven, zodat een omkering van de
draairichting wordt voorkomen.
Bedenk dat ook de weglig-
ging afhankelijk is van een
juiste bandenspanning.
ATTENTIE
Door een te lage banden-
spanning wordt de band te
heet, waardoor er onherstelbare
inwendige schade aan de band kan
ontstaan.
ATTENTIE
Verwissel de banden niet
kruiselings, waarbij de
banden van de rechterzijde aan de
linkerzijde en omgekeerd worden
gemonteerd.
ATTENTIE
Voer bij lichtmetalen vel-
gen geen spuitwerkzaam-
heden uit die een temperatuur ver-
eisen boven 150°C. De mechani-
sche eigenschappen van de wielen
kunnen hierdoor in gevaar worden
gebracht.
ATTENTIE
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het
rem- en brandstofsysteem zeer nauw-
keurig de voorschriften van het “On-
derhoudsschema” in dit hoofdstuk
aan.
Ozon, hoge temperaturen en het ge-
durende langere tijd ontbreken van
vloeistof in een systeem zorgen ervoor
dat de slangen uitdrogen en scheuren,
waardoor het betreffende systeem kan
gaan lekken. Daarom is zorgvuldige
controle noodzakelijk.
Page 182 of 218

181
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
RUITENWISSERS/
ACHTERRUIT-
WISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel;
wij raden TUTELA PROFES-
SIONAL SC 35aan.
Vervang de wisserbladen als het rub-
ber vervormd of versleten is. Het ver-
dient aanbeveling ten minste één maal
per jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatre-
gelen is het mogelijk beschadigingen
van het rubber te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder
0°C is gedaald, moet gecontroleerd
worden of er geen ijs tussen wis-
serblad en ruit zit. Maak de wis-
sers zo nodig vrij met een anti-
vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit: om de wisser-
bladen te beschermen en overver-
hitting van de ruitenwissermotor
te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers/achter-
ruitwisser niet op een droge ruit in.
Rijden met versleten rui-
tenwisserbladen is gevaar-
lijk, omdat hierdoor het zicht on-
der slechte atmosferische omstan-
digheden aanzienlijk wordt be-
perkt.
ATTENTIEAanwijzingen voor het plaatsen van
het wisserblad:
❒plaats de pen Cin het gat in het
middelste deel van het wisserblad
B;
❒plaats de wisserarm met het wis-
serblad op de voorruit.
Wisserblad achter vervangen
fig. 15
Ga als volgt te werk:
❒kantel het dopje Aomhoog, draai
de moer Blos, waarmee de wis-
serarm aan de as is bevestigd, en
neem de arm van de as;
❒plaats de nieuwe wisserarm in de
juiste stand en draai de moer zorg-
vuldig vast;
❒kantel het dopje dicht.
fig. 14L0D0452mfig. 15L0D0218m
Ruitenwisserbladen vervangen
fig. 14
Aanwijzingen voor het losmaken van
het wisserblad:
❒til de wisserarm Avan de voorruit;
❒draai het wisserblad B90° ten op-
zichte van de pen C, die zich aan
het uiteinde van de wisserarm be-
vindt;
❒trek het wisserblad los van de pen
C.
Page 183 of 218

182
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 16
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje (zie de paragraaf
“Niveaus controleren” in dit hoofd-
stuk).
Controleer vervolgens of de ruiten-
sproeiermonden niet verstopt zijn.
Deze kunnen zo nodig met een speld
worden doorgeprikt.
De ruitensproeiers van de voorruit zijn
vloeistofdynamisch en hoeven daarom
niet te worden afgesteld; de ruiten-
sproeiervloeistof wordt verstoven zo-
dat een vooraf vastgesteld deel van de
voorruit wordt bereikt.Achterruit (achterruitsproeier)
fig. 17
Ook de ruitensproeier van de achter-
ruit is vloeistofdynamisch en hoeft
daarom niet te worden afgesteld; de
ruitensproeiervloeistof wordt versto-
ven zodat een vooraf vastgesteld deel
van de achterruit wordt bereikt.
De achterruitsproeier bevindt zich aan
de bovenkant van de achterklep.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en lucht-
vochtigheid (gebieden aan zee,
warm en vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende ele-
menten, zoals stoffige omgeving, op-
waaiend zand, modder en steenslag
op de lak en de onderzijde moet niet
worden onderschat.
Lancia heeft voor uw auto de beste
technologische oplossingen toegepast
om de carrosserie efficiënt tegen roest
te beschermen.
fig. 16L0D0219mfig. 17L0D0220m
Page 184 of 218

183
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste
spuittechnieken en lakproducten
die de auto de benodigde weer-
stand tegen roest en schurende ele-
menten verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of
voorbehandelde) plaatdelen met
een hoge corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een bescher-
mende kunststof laag op kwets-
bare delen: onderzijde van de por-
tieren, binnenzijde van de spat-
borden, naden, randen enz.;
❒toepassing van open holle ruimtes
om condensvorming en stilstaand
water, mogelijke oorzaken van
roest van binnenuit, te voorko-
men.CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen
doorroesten van alle originele compo-
nenten van de carrosserie en van alle
dragende delen gegarandeerd. Voor de
specifieke voorwaarden van deze ga-
rantie wordt verwezen naar de “Ser-
vice- en garantiehandleiding”.TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende func-
tie.
Daarom moeten beschadigingen van
de laklaag, zoals krassen, onmiddel-
lijk worden bijgewerkt om roestvor-
ming te voorkomen. Het bijwerken
dient met de originele lak te worden
uitgevoerd (zie “Plaatje met informa-
tie over de carrosserielak” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de
frequentie afhankelijk is van het ge-
bruik van de auto en van de omge-
ving. Het is raadzaam de auto vaker
te wassen bij sterke luchtverontreini-
ging of bij het rijden over wegen met
strooizout.