Page 81 of 218

80
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ACHTERKLEP SLUITEN
Gebruik de daarvoor bestemde hand-
greep A-fig. 108om de klep te laten
zakken, zoals aangegeven in de af-
beelding, en druk vervolgens op de
klep totdat u de vergrendeling hoort.
BELANGRIJK Als de keuzemogelijk-
heid “Sleutel” is ingeschakeld, moet,
voordat de achterklep wordt gesloten,
gecontroleerd worden of u in het be-
zit bent van de contactsleutel, omdat
de achterklep automatisch vergren-
deld wordt.BAGAGERUIMTE
De achterklep kan alleen van buitenaf
ontgrendeld worden met behulp van
de elektrische ontgrendelhendel A-fig.
106.
De achterklep kan bovendien altijd
worden geopend als de portieren van
de auto ontgrendeld zijn.
In het setup-menu op het display van
het instrumentenpaneel (zie “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk) kan de keuzemogelijkheid
“Sleutel” worden geselecteerd: op
deze manier wordt de achterklep niet
gelijktijdig met de portieren ontgren-
deld; druk op de knop
Rop de af-
standsbediening om de achterklep te
ontgrendelen/openen.
Als de achterklep wordt geopend,
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer.
fig. 106L0D0390m
fig. 107L0D0378m
fig. 108L0D0391m
Naderhand aangebrachte
voorwerpen op de hoeden-
plank of de achterklep
(luidsprekers, spoiler enz.)
kunnen, behalve wanneer de auto
hierop is voorbereid, de juiste wer-
king van de gasveren verhinderen.
Page 82 of 218

81
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Bij het gebruik van de ba-
gageruimte mag het maxi-
mum laadvermogen nooit worden
overschreden (zie het hoofdstuk
“Technische gegevens”). Controleer
bovendien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat
een voorwerp bij bruusk remmen
naar voren schiet en letsel veroor-
zaakt.
ATTENTIE
Rijd niet met voorwerpen
op de hoedenplank: bij een
ongeval of bruusk remmen kunnen
ze de passagiers verwonden.
ATTENTIE
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
MET VASTE ACHTERBANK
Ga als volgt te werk:
❒druk de gespen in de sluitingen
(aangegeven door de pijlen) op de
rugleuningfig. 109;
❒controleer of beide veiligheidsgor-
dels C-fig. 110aan de zijkant in
de betreffende sluitingen Dzitten;
❒til de zitting Aop zoals afgebeeld
in de figuur;
❒haak de rugleuning los, verplaats
de hendel Ben klap de rugleuning
naar voren zodat er een vlakke
laadvloer ontstaat.
fig. 109L0D0428m
fig. 110L0D0429m
Page 83 of 218
82
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 111in de
richting van de pijl;
❒plaats het hendeltje B-fig. 113
naar links zoals aangegeven door
de pijl;
❒til de motorkap op en trek gelijk-
tijdig de steunstang C-fig. 112uit
de klem D; steek vervolgens het
uiteinde van de stang in de zitting
Eop de motorkap.
BELANGRIJK Controleer of de armen
van de ruitenwissers tegen de ruit
aanstaan voordat u de motorkap op-
tilt.
fig. 111L0D0113m
fig. 112L0C0115m
fig. 113L0D0392m
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tijdens
het rijden altijd goed gesloten zijn.
Controleer daarom altijd of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als u
tijdens het rijden merkt dat de mo-
torkap niet goed is vergrendeld,
stop dan onmiddellijk en sluit de
motorkap op de juiste wijze.
ATTENTIE
Page 84 of 218

83
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
SLUITEN fig. 112
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met een hand
omhoog, trek met de andere hand
de stang Cuit de zitting Een plaats
de steunstang terug in de klem D;
❒laat de motorkap tot op ongeveer
20 cm van de motorruimte zakken,
laat de motorkap vallen en contro-
leer of de motorkap goed is geslo-
ten door de motorkap op te tillen.
De motorkap mag niet alleen door
de beveiliging vergrendeld zijn.
Druk in dit laatste geval de motor-
kap niet dicht, maar til hem op-
nieuw op en herhaal de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de
motorkap vergrendeld is om te voor-
komen dat deze tijdens het rijden
opengaat.DAKRAILS
(indien aanwezig)
BELANGRIJK Wij raden u het ge-
bruik aan van dwarstraversen uit het
Lancia Lineaccessori-programma. U
dient zich strikt aan de montagevoor-
schriften te houden die bij de set zijn
geleverd. De montage moet altijd door
deskundige personen worden uitge-
voerd.
Als de steunstang verkeerd
geplaatst wordt, kan de
motorkap onverwachts dichtvallen.
ATTENTIE
Voer deze handelingen al-
leen uit als de auto stil-
staat.
ATTENTIE
fig. 114L0D0248m
BELANGRIJK Overschrijd nooit het
maximum draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Controleer na enkele kilometers op-
nieuw of de bevestigingsbouten nog
goed vastzitten.
Page 85 of 218

84
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
gers niet te verblinden, delen van de
koplamp worden afgedekt (zie voor
de plaats en afmetingen de afbeeldin-
gen). Gebruik voor het afplakken on-
doorzichtige tape. De afbeeldingen
hebben betrekking op de overgang
van een land waar links wordt gere-
den naar een land waar rechts wordt
gereden. Koplampen verstellen fig. 115
De koplampen kunnen worden afge-
steld met de knoppen
enÒop het
dashboard. Op het display wordt de
stand aangegeven.
Stand 0- een of twee personen op de
voorstoelen – Stand 1- vijf personen
– Stand 2- vijf personen + bagage –
Stand 3- bestuurder + maximale la-
ding in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstel-
ling van de koplampen telkens als het
gewicht van de lading wijzigt.
KOPLAMPEN AANPASSEN AAN
HET BUITENLAND fig. 116-117
De dimlichten zijn afgesteld voor ge-
bruik in het land waarin de auto is
verkocht.
In landen waar op de andere weghelft
wordt gereden, moeten, om tegenlig-
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn be-
langrijk voor het comfort en de vei-
ligheid van uzelf en de overige weg-
gebruikers. Voor optimaal zicht en
zichtbaarheid moeten de koplampen
op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot
de Lancia-dealer.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de
contactsleutel in stand MARstaat en
de dimlichten zijn ingeschakeld. Als
de auto beladen is, helt hij achterover.
Het gevolg is dat de lichtbundel meer
naar boven schijnt. In dit geval moet
de stand van de koplampen worden
gecorrigeerd.
Open het opendak niet als
er allesdragers gemonteerd
zijn.
fig. 115L0D0393mfig. 116L0D0118m
fig. 117L0D0119m
Page 86 of 218

85
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het
remsysteem, voorkomt dat tijdens het
remmen de wielen blokkeren, onge-
acht de conditie van het wegdek en de
pedaaldruk, en verhindert daarmee
het doorslippen van een of meerdere
wielen. Hierdoor blijft de auto be-
stuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met
een elektronische remdrukverdeling
EBD (Electronic Braking Force Dis-
tribution), die de remdruk verdeelt
tussen de voor- en achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale
werking van het remsysteem is een in-
rijperiode nodig van ongeveer 500
km: in deze periode moet bruusk, her-
haaldelijk en langdurig remmen wor-
den vermeden.ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in
het rempedaal, die gepaard gaat met
enig geluid: dit geeft aan dat het
noodzakelijk is uw snelheid aan te
passen aan de beschikbare grip op het
wegdek.
Als het ABS in werking treedt, dan is
de grip van de banden op het wegdek
beperkt: u dient uw snelheid te verla-
gen en aan te passen aan de beschik-
bare grip.
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje >op het instrumenten-
paneel en verschijnt er een bericht
(bepaalde uitvoeringen) op het instel-
bare multifunctionele display (zie
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem nor-
maal werken, maar zonder de moge-
lijkheden van het ABS. Rijd voorzich-
tig naar de dichtstbijzijnde Lancia-
dealer om het systeem te laten con-
troleren.Als het ABS in werking
treedt, dan is de grip van
de banden op het wegdek beperkt:
u dient uw snelheid te verlagen en
aan te passen aan de beschikbare
grip.
ATTENTIE
Het ABS maakt zoveel
mogelijk gebruik van de
beschikbare grip maar kan deze
niet verhogen. Daarom moet op
gladde weggedeelten altijd voor-
zichtig worden gereden en mogen
er geen onnodige risico’s worden
genomen.
ATTENTIE
Page 87 of 218

86
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlo-
pende diagnose worden uitgevoerd op
die componenten op de auto die van
invloed zijn op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door
het branden van het lampje
Uop het
instrumentenpaneel en het verschij-
nen van een bericht op het instelbare
multifunctionele display (bepaalde
uitvoeringen - zie hoofdstuk “Lamp-
jes en berichten”) dat de betreffende
componenten defect zijn.
Het doel is:
❒de werking van het systeem con-
troleren;
❒signaleren wanneer door een sto-
ring de emissies boven de wettelijk
vastgestelde drempelwaarde uit-
komen;
❒signaleren wanneer het noodzake-
lijk is defecte componenten te ver-
vangen. Storing in EBD
Bij een storing branden de
waarschuwingslampjes
>en x
op het instrumentenpaneel en
verschijnt er een bericht (bepaalde
uitvoeringen) op het
multifunctionele display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en
berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig rem-
men de achterwielen vroegtijdig blok-
keren waardoor de auto kan slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtst-
bijzijnde Lancia-dealer om het sys-
teem te laten controleren.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag
de remdruk niet maar houd het
rempedaal juist goed ingetrapt; op
deze manier hebt u de kortste rem-
weg in relatie tot de conditie van
het wegdek.
ATTENTIE
Als het waarschuwings-
lampje xop het instru-
mentenpaneel gaat branden (bij
bepaalde uitvoeringen verschijnt
op het multifunctionele display ook
een bericht), stop dan onmiddellijk
en wendt u tot de Lancia-dealer.
Als er vloeistof lekt uit het hy-
draulische systeem, wordt de wer-
king van zowel het conventionele
remsysteem als het ABS in gevaar
gebracht.
ATTENTIE
Page 88 of 218

87
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Het systeem beschikt verder nog over
een diagnosestekker die, als deze ver-
bonden is met speciale apparatuur,
het mogelijk maakt, de door de rege-
leenheid opgeslagen storingscodes en
de specifieke parameters voor de
diagnose en werking van de motor, te
lezen. Deze controle kan ook worden
uitgevoerd door de verkeerspolitie.
BELANGRIJK Na het verhelpen van
de storing moet de Lancia-dealer voor
een complete controle van het sys-
teem, tests uitvoeren op een testbank
en, zo nodig, een proefrit maken die
eventueel een langere afstand kan
omvatten.Autoradio inbouwen
De autoradio moet worden ingebouwd
op de plek van het opbergvak mid-
denonder. De voedingskabels liggen
achter dit opbergvak. Verwijder het
vak door op de aangegeven punten bij
de borgingen te drukken.AUTORADIO
(indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de
autoradio met CD- of MP3 CD-speler
het supplement dat bij dit instructie-
boekje is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDING
(indien aanwezig)
Het pakket bestaat uit:
❒kabels voor voeding van de auto-
radio;
❒kabels voor voeding van de luid-
sprekers voor en achter;
❒kabel voor voeding van de antenne;
❒2 tweeter luidsprekers in de voor-
stijlen met elk een piekvermogen
van 30W;
❒2 mid-woofer luidsprekers in de
voorportieren, met een diameter
van 165 mm en met elk een piek-
vermogen van 30W;
❒2 full-range luidsprekers in de
achterportieren, met een diameter
van 165 mm en met elk een piek-
vermogen van 30W. Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje Ugaat niet bran-
den of het gaat branden of
knipperen tijdens het rijden (er ver-
schijnt ook een bericht op het instel-
bare multifunctionele display),
wendt u dan zo snel mogelijk tot de
Lancia-dealer. De werking van het
lampje Ukan worden gecontroleerd
met behulp van speciale apparatuur
van de verkeerspolitie. Houdt u aan
de wetgeving van het land waarin u
rijdt.
fig. 118L0D0120m
Het is raadzaam de autora-
dio en het storingsfilter
door de Lancia-dealer te
laten installeren.