Page 57 of 210

56
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BEDIENINGSORGANEN
WAARSCHUWINGS-
KNIPPERLICHTEN
Druk op de schakelaar A-fig. 57,
ongeacht de stand van de contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, knippert het
lampje in de schakelaar. Gelijktijdig gaan op
het instrumentenpaneel de controlelampjes
Îen ¥knipperen.
De lichten schakelen uit als u de schake-
laar Anogmaals indrukt.
BELANGRIJK Het gebruik van de waar-
schuwingsknipperlichten is afhankelijk van
de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.MISTLAMPEN VOOR
(indien aanwezig) fig. 58
Druk bij ingeschakelde buitenverlichting
op knop 5.
Op het instrumentenpaneel gaat het
controlelampje 5branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.MISTACHTERLICHTEN fig. 58
Druk voor inschakeling op knop 4. De-
ze werken alleen als het dimlicht of de
mistlampen voor zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het
controlelampje 4branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop of schakel het dimlicht en/of de mist-
lampen voor (indien aanwezig) uit.
fig. 57
A
F F0
0T
T0
00
04
49
9m
mfig. 58F F0
0T
T0
00
03
36
6m
m
Page 58 of 210

BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt ge-
stopt en de motor afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrendelen;
❒de interieurverlichting wordt ingescha-
keld.
Bij bepaalde uitvoeringen verschijnt op het
display het bericht “Brandstofnoodscha-
keling ingeschakeld zie instructieboekje”
als de brandstofnoodschakeling inschakelt.
Controleer de auto zorgvuldig op brand-
stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-
ruimte, onder de auto of in de nabijheid
van de brandstoftank.
Draai na het ongeval de contactsleutel in
stand STOPom te voorkomen dat de ac-
cu ontlaadt.Om de juiste werking van de auto te her-
stellen, moeten de volgende handelingen
worden uitgevoerd:
❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP.
57
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, scha-
kel dan het systeem niet opnieuw in,
zodat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE
Page 59 of 210
58
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INTERIEUR-
UITRUSTING
ARMSTEUN STOEL
BESTUURDERSZIJDE
(indien aanwezig) fig. 59
Op enkele uitvoeringen is de bestuurder-
stoel voorzien van een armsteun.
U kunt de armsteun omhoog en omlaag
zetten in de richting van de pijlen.
OPBERGVAK fig. 60
Deze bevindt zich voor de voorstoel aan
passagierszijde.DASHBOARDKASTJE
(indien aanwezig)
Trek aan de handgreep A-fig. 61om
het kastje te openen.
fig. 59F F0
0T
T0
00
05
56
6m
m
fig. 60F F0
0T
T0
01
18
87
7m
m
fig. 61F F0
0T
T0
00
06
69
9m
m
Rijd niet met een geopend
dashboardkastje: bij een on-
geval zou de passagier zich kunnen
verwonden.
ATTENTIE
Page 60 of 210

STEKKERDOOS (12V)
Deze bevindt zich op de middenconsole
fig. 62en werkt alleen als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
Als de auto is uitgerust met de rokerskit,
dan is de stekkerdoos vervangen door een
aansteker (zie de volgende paragraaf).AANSTEKER
(indien aanwezig)
Deze bevindt zich in de middenconsole.
Druk voor het inschakelen van de aanste-
ker de knop A-fig. 63in, als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
Na enige seconden springt de knop in de
beginstand en is de aansteker klaar voor
gebruik.
BELANGRIJK Controleer altijd of de aan-
steker na het indrukken ook uitschakelt.
fig. 62F F0
0T
T0
00
07
75
5m
m
59
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 63
A
F F0
0T
T0
01
11
18
8m
m
De aansteker wordt erg heet.
Gebruik de aansteker voor-
zichtig en voorkom dat hij gebruikt
wordt door kinderen: risico op brand
en/of brandwonden.
ATTENTIE
fig. 64F F0
0T
T0
01
11
17
7m
m
ASBAK fig. 64
(indien aanwezig)
De asbak bestaat uit een uitneembaar
kunststof houder met een veeropening.
De asbak kan in de beker/blikjeshouders
geplaatst worden op de middenconsole.
Gebruik de asbak niet als
prullenbak: papiertjes en
dergelijke kunnen door peuken in
brand raken.
ATTENTIE
Page 61 of 210

fig. 66F F0
0T
T0
01
13
34
4m
m
fig. 67
A
F F0
0T
T0
01
13
35
5m
m
60
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ZONNEKLEPPEN fig. 65
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde kunnen voor de voorruit
en de zijruit worden gedraaid.
Aan de achterzijde van de zonneklep aan
bestuurderszijde bevindt zich een vakje
voor het opbergen van pasjes.
Op enkele uitvoeringen is de zonneklep
aan passagierszijde voorzien van een spie-
geltje.SCHRIJF/LEESTAFELTJE
(indien aanwezig)
In het midden van het dashboard, boven
de inbouwplaats van de autoradio, bevindt
zich een schrijftafeltje A-fig. 65a; op
enkele uitvoeringen kan het schrijftafeltje
gebruikt worden als leestafeltje door het
aan de achterzijde omhoog te trekken en
de steun op het dashboard te laten rusten,
zoals afgebeeld.
Op uitvoeringen met airbag aan passa-
gierszijde is het schrijftafeltje vast inge-
bouwd.
fig. 65F F0
0T
T0
01
18
88
8m
m
UITZETBARE ZIJRUITEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen) fig. 66
Ga voor het openen als volgt te werk:
❒druk de hendel A-fig. 67naar buiten
totdat de ruit geheel geopend is.
❒druk de hendel naar achteren totdat de
vergrendeling inspringt.
Om de ruit te sluiten, drukt u de hendel
in tegenovergestelde richting totdat u een
klik hoort waarmee de hendel weer in de
vergrendelde stand staat.
fig. 65aF F0
0T
T0
02
20
04
4m
m
Page 62 of 210

PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-/
ONTGRENDELING
PORTIERVERGRENDELING VAN
BUITENAF
Druk bij gesloten portieren op de knop Á
op de afstandsbediening fig. 68of steek de
metalen baard in het slot van het bestuur-
dersportier en draai de sleutel rechtsom.
Alleen als alle portieren/deuren gesloten
zijn, wordt de portiervergrendeling inge-
schakeld. Als een of meerdere portie-
ren/deuren niet vergrendeld zijn na het in-
drukken van de knop Áop de afstandsbe-
diening, gaan de richtingaanwijzers onge-
veer 3 seconden snel knipperen.
Als u de knop Á
op de afstandsbedie-
ning twee keer kort indrukt, schakelt
het dead lock-systeem in (zie de paragraaf
“Dead lock-systeem”).Portierontgrendeling van buitenaf
Druk kort op de knop
Ëfig. 68voor het
op afstand ontgrendelen van de voor-
portieren. Gelijktijdig wordt de plafond-
verlichting tijdelijk ingeschakeld en knip-
peren de richtingaanwijzers twee keer. Als
u de metalen baard in het slot van het be-
stuurdersportier linksom draait, kunt u
alle portieren/deuren ontgrendelen.Achterdeuren en zijschuifdeuren
van binnenuit ontgrendelen
(indien aanwezig)
Druk vanuit het interieur van de auto op
de knop fig. 69(indien aanwezig) voor het
ontgrendelen van de laadruimte (achter-
deuren en zijschuifdeuren).
61
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 68F F0
0T
T0
01
18
86
6m
mfig. 69F F0
0T
T0
01
14
49
9m
m
Page 63 of 210

Als tijdens het tanken het
tankklepje openstaat, kan de
rechter zijschuifdeur niet worden ge-
opend.
ATTENTIE
Als de auto op een steile hel-
ling omlaag geparkeerd
staat, laat dan de auto niet met de
schuifdeur in het vangmechanisme
geblokkeerd open staan: als u tegen
de deur stoot, kan deze losraken en
naar voren schuiven.
ATTENTIE
Als de auto wordt gepar-
keerd met geopende schuif-
deuren, controleer dan of deze goed
vergrendeld zijn.
ATTENTIE
62
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ZIJSCHUIFDEUREN
(indien aanwezig)
Bij de Cargo-uitvoeringen wordt de zij-
schuifdeur in geheel geopende stand door
een vangmechanisme opengehouden: om
de deur te vergrendelen, moet u de deur
tegen de aanslag drukken; om de deur te
ontgrendelen moet u de deur krachtig
naar voren trekken.
Zorg er in ieder geval voor dat de
geopende deur op de juiste wijze is vast-
gehaakt aan het vangmechanisme.
Controleer voordat u een
deur opent of u dit op een
veilige manier kunt doen.
ATTENTIE
Controleer voor het tanken
van brandstof of de rechter
zijschuifdeur goed is gesloten;
als dit niet het geval is, dan
kan de schuifdeur of het blokkeerme-
chanisme bij geopend tankklepje
worden beschadigd.
Page 64 of 210

fig. 72F F0
0T
T0
01
13
37
7m
m
Van buitenaf openen en sluiten
Openen: draai de metalen baard van de
sleutel in het slot en trek de handgreep A-
fig. 70in de richting van de pijl; schuif ver-
volgens de deur naar de achterkant van de
auto tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: pak de handgreep A-fig. 70vast
en duw de deur naar de voorzijde van de
auto. Draai de metalen baard van de sleu-
tel in de vergrendelstand.Openen/sluiten van binnenuit
(Cargo-uitvoeringen)
Openen: trek aan de hendel A-fig. 72en
schuif de deur naar de achterkant van de au-
to tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: sluit de deur door hem naar de
voorkant van de auto te schuiven.
fig. 70F F0
0T
T0
01
13
36
6m
m
63
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 71
A
F F0
0T
T0
01
19
97
7m
m
Openen/sluiten van binnenuit
(Combi-uitvoeringen)
Openen: druk op het mechanisme A-fig.
71om de deur te ontgrendelen, trek ver-
volgens aan de hendel A-fig. 72en schuif
de deur naar de achterkant van de auto
tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
Sluiten: druk op het mechanisme A-fig.
71om de deur te ontgrendelen en schuif
de deur vervolgens naar de voorkant van
de auto.