Page 89 of 210

88
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
BELANGRIJK Iedere gordel dient slechts
ter bescherming van een enkel persoon:
gebruik de gordel niet voor een kind dat
bij een volwassene op schoot zit, waarbij
de gordel beiden zou moeten beschermen
fig. 6. Plaats bovendien geen enkel voor-
werp tussen de gordel en het lichaam van
een inzittende.
fig. 6F0T0005m
Als de gordel aan een zware
belasting wordt blootgesteld
(bijvoorbeeld tijdens een ongeval),
dan moet de gordel samen met de
verankeringen, bevestigingspunten en
de eventueel gemonteerde gordel-
spanners worden vervangen. Ook als
de schade niet zichtbaar is, dan kan
de gordel toch verzwakt zijn.
ATTENTIE
HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veilig-
heidsgordels moeten de volgende aanwij-
zingen zorgvuldig worden opgevolgd:
❒zorg dat de gordel goed uitgetrokken
en niet gedraaid is; controleer ook of
de oprolautomaat zonder haperingen
werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook
al zijn ze ogenschijnlijk niet beschadigd.
Vervang de gordels ook als de gordel-
spanners in werking zijn geweest;❒u kunt de gordels met de hand wassen
met water en een neutrale zeep. Spoel
ze uit en laat ze in de schaduw drogen.
Gebruik geen bijtende, blekende of
kleurende middelen. Vermijd het ge-
bruik van alle chemische producten die
het weefsel van de gordel kunnen aan-
tasten;
❒voorkom dat vocht in de oprolauto-
maat komt: de werking van de oprol-
automaten is alleen gegarandeerd als ze
niet nat zijn geweest;
❒vervang de gordels bij tekenen van
slijtage of beschadigingen.
Page 90 of 210

89
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een onge-
val moeten alle inzittenden zittend reizen
en beschermd worden door goedgekeur-
de veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van de
Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in ver-
houding met de rest van het lichaam
groter en zwaarder dan dat van volwas-
senen, terwijl spieren en botstructuur nog
niet volledig zijn ontwikkeld. Daarom
moeten kleine kinderen door andere
systemen beschermd worden dan door de
veiligheidsgordels.De resultaten van onderzoek naar de op-
timale bescherming van kleine kinderen
zijn verwerkt in de Europese ECE/R44-
voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf
groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke over-
lapping tussen de groepen; daarom zijn er
in de handel systemen verkrijgbaar die ge-
schikt zijn voor verschillende gewichts-
groepen.Alle systemen moeten zijn voorzien van
de typegoedkeuring en van een goed vast-
gehecht plaatje met het controlemerk, dat
absoluut niet mag worden verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer dan
1,50 m worden, met betrekking tot de
veiligheidssystemen, gelijkgesteld met
volwassenen en moeten dan ook normaal
de veiligheidsgordels omleggen.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn
kinderzitjes opgenomen voor elke ge-
wichtsgroep. Deze zijn speciaal ont-
worpen en ontwikkeld voor de Fiat-
modellen.
Page 91 of 210

90
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
ZEER GEVAARLIJK: Monteer
absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passa-
giersstoel voor als de frontair-
bag aan passagierszijde is inge-
schakeld. Als bij een ongeval de airbag
in werking treedt (opblaast), kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben. Wij raden u aan kinderen altijd
op de zitplaatsen achter te vervoeren,
omdat die plaatsen bij een ongeval de
meeste bescherming bieden. Kinderzit-
jes moeten dus niet op de zitplaats voor
gemonteerd worden bij auto’s die zijn
uitgerust met een airbag aan passa-
gierszijde. Als bij een ongeval de airbag
in werking treedt (opblaast), kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben, onafhankelijk van de zwaarte
van het ongeluk. Als er geen andere
mogelijkheid is, kunnen kinderen op de
passagiersstoel voor worden vervoerd bij
auto’s die zijn uitgerust met een
uitschakelbare frontairbag aan passa-
gierszijde. In dit geval moet u er abso-
luut zeker van zijn dat de airbag is uit-
geschakeld door te controleren of het
waarschuwingslampje
“op het ins-
trumentenpaneel brandt (zie “Frontair-
bag aan passagierszijde” in het hoofd-
stuk “Frontairbags”). Bovendien moet
de stoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt
met het dashboard.
ATTENTIE
GROEP 0 en 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes
worden vervoerd die achterstevoren zijn
geplaatst, waardoor het achterhoofd
wordt gesteund en bij plotseling remmen
de nek niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden ge-
houden door de veiligheidsgordel, zoals in
fig. 7is aangegeven, en het kind moet op
zijn beurt worden beschermd door de
gordel van het wiegje zelf.GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18
kg moeten worden vervoerd in kinder-
zitjes met een kussen die naar voren zijn
gekeerd, waarbij de veiligheidsgordel van
de auto zowel het kinderzitje als het kind
op zijn plaats moet houden fig. 8.
fig. 7F0T0006mfig. 8F0T0007m
De afbeeldingen dienen
alleen ter illustratie van de be-
vestiging. Houdt u voor de montage
van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren.
ATTENTIE
Page 92 of 210

91
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg kunnen direct door de veiligheids-
gordels van de auto worden beschermd
fig. 9.
Kinderen moeten zo in de kinderzitjes
worden geplaatst, dat het diagonale gor-
delgedeelte schuin over de borst en niet
langs de nek ligt. Het horizontale gordel-
gedeelte moet over het bekken en niet
over de buik van het kind liggen.GROEP 3
Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en
36 kg is de borstomvang van dien aard dat
de kinderen gewoon tegen de rugleuning
kunnen steunen en niet meer in een kin-
derzitje hoeven te worden vervoerd.
In fig. 10wordt een voorbeeld gegeven
van de juiste positie van het kind op de
achterbank. Kinderen die langer zijn dan
1,50 m kunnen net zoals volwassenen de
veiligheidsgordels omleggen.
fig. 9F0T0008mfig. 10F0T0009m
De afbeeldingen dienen
alleen ter illustratie van de
bevestiging. Houdt u voor de montage
van het kinderzitje aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren.
ATTENTIE
Er bestaan kinderzitjes die
geschikt zijn voor de ge-
wichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust
zijn met een bevestigingspunt achter.
Deze kinderzitjes hebben zelf gordels
om het kind te beschermen. Vanwege
het gewicht kan het gevaarlijk zijn als
ze verkeerd worden gemonteerd (bij-
voorbeeld als een kussen tussen het
kinderzitje en de veiligheidsgordels
van de auto wordt geplaatst). Houdt
u voor de montage strikt aan de bij-
geleverde instructies.
ATTENTIE
Page 93 of 210
92
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in
de auto. Zie de volgende tabel:
Groep Gewicht Passagierszitplaats voor Passagierszitplaats achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U
Groep 1 9-18 kg U U
Groep 2 15-25 kg U U
Groep 3 22-36 kg U U
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven “groepen”.
Page 94 of 210

93
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
Hieronder zijn de richtlijnen voor een
veilig vervoer van kinderen aangegeven:
❒monteer kinderzitjes altijd op de zit-
plaatsen achter, omdat die plaatsen bij
een ongeval de meeste bescherming
bieden;
❒als de frontairbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld, moet al-
tijd gecontroleerd worden of de airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld: het be-
treffende lampje
“op het instrumen-
tenpaneel moet continu branden;
❒houdt u bij de montage van het kinder-
zitje strikt aan de instructies. De fabri-
kant is verplicht deze instructies bij te
leveren. Bewaar de instructies samen
met het instructieboekje in de auto.
Monteer geen gebruikte kinderzitjes
waarvan de gebruiksaanwijzingen ont-
breken;❒controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordelband
te trekken;
❒ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor
slechts een kind: vervoer nooit twee
kinderen in een systeem;
❒controleer altijd of de gordel niet langs
de nek van het kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het kind
geen afwijkende houding aanneemt of
de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen.
Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te houden;
❒na een ongeval moet het zitje door een
nieuw exemplaar worden vervangen.
Monteer geen kinderzitje op
de voorstoel aan de passa-
gierszijde als deze is uitgerust met een
frontairbag, omdat kinderen nooit op
de voorstoel vervoerd mogen worden.
ATTENTIE
INBOUW-
VOORBEREIDING
VOOR “ISOFIX”-
KINDERZITJES
(indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen zijn voorbereid op de
montage van Isofix Universeel-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Europees
systeem voor het vervoeren van kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden geko-
zen, een traditioneel kinderzitje en een
Isofix-kinderzitje.
In fig. 11is een voorbeeld gegeven van het
kinderzitje. Het Isofix Universeel-kinder-
zitje is er voor drie gewichtsgroepen: 1.
Voor de andere groepen is er een speci-
fiek Isofix-kinderzitje dat alleen kan wor-
den gebruikt als het speciaal voor deze au-
to is ontworpen, getest en goedgekeurd
(zie de lijst met auto’s die bij het kinder-
zitje geleverd wordt).
Page 95 of 210

94
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
fig. 13F0T0146mfig. 12F0T0145m
fig. 11F0T0010m
Monteer het kinderzitje
alleen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijze
aan de beugels bevestigd als u het
hoort vergrendelen. Houdt u in ieder
geval aan de instructies voor de mon-
tage, de demontage en de plaatsing.
De fabrikant van het kinderzitje is ver-
plicht deze instructies bij te leveren.
ATTENTIEBedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzit-
jes, alle zitjes gebruikt kunnen worden die
goedgekeurd zijn volgens de ECE R44/03-
richtlijn “Isofix Universeel”.
In het Fiat Lineaccessori-programma is een
“Duo Plus” Isofix Universeel-kinderzitje
beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
Vanwege het verschillende bevestigings-
systeem, moet het kinderzitje aan de daar-
voor bestemde onderste metalen beugels
A-fig. 12worden bevestigd. Deze bevin-
den zich tussen de rugleuning en zitting
van de achterbank. Verwijder daarna de
hoedenplank en bevestig de bovenste riem
(bij het kinderzitje geleverd) aan de beu-
gel B-fig. 13(een per zijde) in de baga-
geruimte.
Page 96 of 210

95
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage van de Iso-
fix Universeel-kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
GewichtsgroepRichting Maat- Plaats Isofix
kinderzitje klasse Isofix achter aan de zijkant
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I van 9
tot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd
moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje kan gemon-
teerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
(*) Het Isofix-kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel in de hoogste stand te zetten.E
E
D
C
D
C
B
B1
AIL
IL
IL
IL (*)
IL
IL (*)
IUF
IUF
IUF Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting