Page 153 of 330

WAARSCHUWINGEN
Als u tijdens het starten de motor uit
moet schakelen, is het voldoende om
voor het opnieuw starten van de motor
het koppelings- of rempedaal in te trap-
pen en vervolgens op de
START/STOP-knop te drukken.
Als het starten moeizaam verloopt, blijf
dit dan niet langdurig proberen, maar
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als de motor draait, wordt de elektro-
nische sleutel in het startsysteem ver-
grendeld en kan deze alleen uit het
startsysteem worden verwijderd als de
motor wordt uitgeschakeld. Als de au-
to rijdt en de elektronische sleutel is ver-
grendeld, kan het startsysteem worden
beschadigd als de sleutel geforceerd
wordt verwijderd.Eventuele problemen met het startsys-
teem worden aangegeven door het bran-
den van het lampje
Yop het instru-
mentenpaneel (bij enkele uitvoeringen
verschijnt ook een bericht op het display).
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Als na het indrukken van de
START/STOP-knop de motor niet
start, herhaal dan de startprocedure,
maar trap het andere pedaal in (kop-
pelings- of rempedaal). De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem
geplaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
Bij zeer lage temperaturen moet u al-
tijd wachten, totdat het lampje
mis
gedoofd, voordat de motor wordt ge-
start.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart, als alleen het rempedaal
is ingetrapt. In dat geval wordt de mo-
tor niet automatisch gestart. Druk in dat
geval de START/STOP-knop in en laat
deze los zodra de motor is gestart.
152
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 152
Page 154 of 330

153
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Storing bij het starten van de
motor
Het systeem kan herkennen dat de mo-
tor niet aanslaat of dat de motor afslaat.
In dat geval wordt de elektronische sleu-
tel ontgrendeld, zodat de bestuurder de vol-
gende handelingen kan uitvoeren:
❒schakel het instrumentenpaneel
m.b.v. de START/STOP-knop of
door de elektronische sleutel uit het
startsysteem te verwijderen;
❒start de motor door het koppelings-
/rempedaal in te trappen en de
START/STOP-knop in te drukken.
WAARSCHUWING Als de motor af-
slaat en de auto rijdt, kan om veilig-
heidsredenen, de elektronische sleutel
niet uit het startsysteem worden ver-
wijderd. Druk om de sleutel te verwij-
deren op de START/STOP-knop met
ingetrapt rem- of koppelingspedaal en
bij stilstaande auto.
MOTOR OPWARMEN NA
HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en
trap het gaspedaal niet bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. Wij raden u
aan te wachten tot de wijzernaald
van de koelvloeistoftemperatuur-
meter begint te bewegen.
Innoodgevallenofom
veiligheidredenenkan
demotorbijeenrijdendeauto
wordenuitgeschakelddoor reen
aantalmalen
(driekeerbinnen
2seconden)deSTART/STOP-
knopintedrukkenenvervol-
gensde eknopenigesecondenin-
gedrukttehou
den.Indatgeval
kuntugeengebruikmeerma-
kenvandestu uurbekrachtiging.
OPGELET
MOTOR UITZETTEN
Druk bij stilstaande auto de
START/STOP-knop in. Als de motor is
uitgeschakeld, kan de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem worden verwij-
derd.
WAARSCHUWINGZet de motor na
een zware rit niet onmiddellijk uit, maar
laat de motor even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de mo-
torruimte dalen.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 153
Page 155 of 330

WAARSCHUWINGAls de auto
wordt uitgeschakeld, worden de elek-
tronische beveiligingssystemen uitge-
schakeld en de buitenverlichting ge-
doofd.
WAARSCHUWINGAls de motor
wordt uitgeschakeld en de auto rijdt,
kan om veiligheidsredenen, de elektro-
nische sleutel niet uit het startsysteem
worden verwijderd. Schakel, om de sleu-
tel te verwijderen, het instrumentenpa-
neel aan en uit door op de
START/STOP-knop te drukken bij los-
gelaten rem- of koppelingspedaal en stil-
staande auto.
154
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ELEKTRONISCHE SLEUTEL IN
NOODGEVALLEN
VERWIJDEREN
Als er een probleem is met het uitscha-
kelen van de auto of het ontgrendel-
mechanisme van de elektronische sleu-
tel, ga dan als volgt te werk:
❒druk de ontgrendelknop in om de
metalen baard uit te laten klappen
(zie de paragraaf “Elektronische
sleutel” in het hoofdstuk “Dash-
board en bediening”):
❒steek de metalen baard B-fig. 1
van de elektronische sleutel in de
openingA;
❒verwijder de elektronische sleutel uit
het startsysteem.
Gasgevenvoordatude
motoruitzetheeftgeen
enkelnut,verspilt
brandstofenis,vooralvoormo-
torenmetturbocompre
ssor,
schadelijk.
WAARSCHUWINGPlaats in opening
A-fig.1geen andere voorwerpen dan
de metalen baard Bvan de elektronische
sleutel.
WAARSCHUWINGZet de auto stil
voordat de elektronische sleutel op de-
ze manier wordt verwijderd, omdat als
de sleutel bij een draaiende motor wordt
verwijderd, worden de motor en het in-
strumentenpaneel uitgeschakeld en het
stuurslot niet ingeschakeld.
A0E0043mfig. 1
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 154
Page 156 of 330

155
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Handrem uitschakelen:
❒trek de hendel Aiets omhoog en
druk op de ontgrendelknop B;
❒houd de knopBingedrukt en laat
de hendel zakken. Het lampje
x
op het instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachte bewegingen van de
auto te voorkomen, moet bij het be-
dienen van de handrem het rempedaal
worden ingetrapt.
HANDREM
De handrem A-fig. 2 bevindt zich tus-
sen de voorstoelen. Om de handrem in
te schakelen, moet u de hendel Aom-
hoog trekken zodat de auto blokkeert.
Als de elektronische sleutel in het start-
systeem is geplaatst, gaat op het ins-
trumentenpaneel het lampje
xbran-
den.
WAARSCHUWING De auto moet
geblokkeerd blijven als de hendel enkele
tanden is aangetrokken. Als dit niet het
geval is, laat dan het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk de handrem afstellen.
A0E0030mfig. 2
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒schakel een versnelling in (de 1eals
de weg omhoog loopt, de achteruit
als de weg omlaag loopt) en zet de
voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat,
blokkeer de wielen dan met stenen of
wiggen. Laat de sleutel nooit in het start-
systeem zitten als de motor is uitgezet,
om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Laatkinderennooital-
leenachterindeauto.
Verwijderdeelektronische
sleutelaltijduithetsttartsys-
teemalsud
eautoverlaaten
neemdesleutelmee.
OPGELET
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 155
Page 157 of 330

156
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHUWING De achteruit kan
alleen bij een stilstaande auto worden
ingeschakeld. Wacht, als de motor
draait, ten minste 3 seconden met ge-
heel ingetrapt koppelingspedaal, voor-
dat de achteruit wordt ingeschakeld;
hiermee wordt voorkomen dat de tand-
wielen beschadigen.
A0E0151mfig. 4
Omopdejuistewijze
teschakelen,moetu
hetkoppelingspedaalgeheel
intrappen.Daarommager
niettsonderhetpedaall
iggen
datditkanverhinderen:leter-
opdateventuelevloermatten
nietzijnduubbelgevouwenen
zodeslagvandepedale
nbe-
perken.
OPGELET
Laatuwhandtijdenshet
rijdennietopdepook-
knoprustenomdatdoor
deuitgeoefendedruk,ookal ls
dezelichtis,deint
erneonder-
delenvandeversnellingsbakna
verloopvantijdkunnenslijten.
G Gebruikhetkoppelingspedaal
alleenbij
hetschakelen.Laatuw
voettijdenshetrijdennooitop
hetkkoppelingspedaalrusten.Bij
uitvoeringen/marktenwaar
v
oorzien,kandeelektronische
regeleenheidvanhetkoppe-
lingspedaaldeverkeerderijstijl
waarnemenalseendefect
.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
De auto is voorzien van een handge-
schakelde versnellingsbak met 6 of 5
versnelling (1.8 uitvoering). De stand
van de afzonderlijke versnellingen is op
de pookknop afgebeeld.
Trap bij het overschakelen altijd het kop-
pelingspedaal geheel in. Houd, om de 6
e
versnelling (waar voorzien) in te scha-
kelen, de pook iets naar rechts gedrukt,
om te voorkomen dat per ongeluk de
4
eversnelling wordt ingeschakeld.
Plaats voor het inschakelen van de ach-
teruit Rvanuit de stand vrij de ring A-
fig. 3ofA-fig. 4onder de knop om-
hoog en verplaats tegelijkertijd de pook
naar links en vervolgens naar voren.
Laat de ring los na het inschakelen van
de achteruit. Om vanuit de achteruit een
andere versnelling in te schakelen, hoeft
de ring van de pook niet omhoog ge-
trokken te worden.
A0E0397mfig. 3
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 156
Page 158 of 330

157
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie: gebruik, als de buitentempe-
ratuur het toelaat, bij voorkeur het ven-
tilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toe-
nemen. Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen ba-
gageruimte. Het gewicht van de auto
(vooral in stadsverkeer) en de wieluit-
lijning hebben grote invloed op het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als
deze niet wordt gebruikt. Deze acces-
soires verminderen de aerodynamica
van de auto, waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt. Gebruik voor het ver-
voer van volumineuze voorwerpen bij
voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties alleen
als u ze nodig hebt. De achterruitver-
warming, extra koplampen, de ruiten-
wissers en de aanjager van het ventila-
tie-/verwarmingssysteem vragen veel
stroom, waardoor het brandstofverbruik
toeneemt (tot aan 25% in stadsver-
keer).BRANDSTOF
BESPAREN
Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-
door het brandstofverbruik zo laag mo-
gelijk blijft en de uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen zoveel mogelijk be-
perkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de
auto door de controles en registraties die
in het “Onderhoudsschema” staan ver-
meld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een
keer per maand, de spanning van de
banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt het
verbruik toe.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 157
Page 159 of 330

Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het
toelaten de hoogste versnelling. Als een
lage versnelling wordt ingeschakeld om
snel te accelereren, wordt het brand-
stofverbruik hoger. Als onterecht een ho-
ge versnelling wordt ingeschakeld, ne-
men het verbruik en de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen toe en slijt de
motor sneller.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk
toe bij een hogere snelheid. Rijd daar-
om zoveel mogelijk met een gelijkma-
tige snelheid, vermijd overbodig rem-
men en optrekken. Dit kost brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op
te trekken en het toerental, waarbij het
maximum koppel wordt geleverd, niet te
overschrijden.GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij zeer korte ritten en regelmatig koud
starten bereikt de motor niet de opti-
male bedrijfstemperatuur. Hierdoor
neemt niet alleen het brandstofverbruik
toe (van 15 tot aan 30% in stadsver-
keer) maar ook de uitstoot van schade-
lijke uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie
van het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij fi-
lerijden, waarbij overwegend lage ver-
snellingen worden gebruikt, of in de stad
waar veel verkeerslichten zijn, zal het
brandstofverbruik veel hoger zijn. Boch-
tige trajecten, bergwegen en een slecht
wegdek verhogen eveneens het brand-
stofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoor-
wegovergangen), is het raadzaam de
motor uit te zetten.
RIJSTIJL
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat, niet
warmdraaien met stationair toerental en
ook niet met een hoog toerental: on-
der deze omstandigheden warmt de mo-
tor veel langzamer op en nemen het ver-
bruik en de uitstoot van schadelijke uit-
laatgassen toe. Het is beter om rustig
weg te rijden en geen hoge toerentallen
te gebruiken: op deze manier warmt de
motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat
voor een stoplicht of voordat u de mo-
tor afzet. Deze handeling heeft evenals
het overschakelen met tussengas, geen
enkel nut. Het kost brandstof en ver-
hoogt de uitstoot van schadelijke uit-
laatgassen.
158
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 158
Page 160 of 330

159
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Schakel een lage versnelling in tijdens
het afdalen om te voorkomen dat u con-
stant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op
de trekhaak rust moet worden afge-
trokken van het laadvermogen van de
auto. Om er zeker van te zijn dat u het
maximum toelaatbaar aanhangerge-
wicht (aangegeven op de typegoed-
keuring) niet overschrijdt, moet u er re-
kening mee houden dat het maximum
betrekking heeft op het totale gewicht
van de aanhangwagen of caravan, in-
clusief accessoires en de bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen
die voor auto’s met aanhanger gelden.
U mag in geen geval harder rijden dan
100 km/h. TREKKEN VAN
AANHANGERS
WAARSCHUWINGEN
Voor het trekken van aanhangwagens
of caravans moet de auto uitgerust zijn
met een trekhaak van een goedgekeurd
type en een geschikte elektrische in-
stallatie. De montage van de trekhaak
moet door gespecialiseerd personeel
worden uitgevoerd. Ook moet docu-
mentatie worden overhandigd m.b.t. het
rijden met een aanhanger.
Monteer zonodig speciale en/of extra
achteruitkijkspiegels, waarmee u vol-
doet aan de geldende verkeerswetge-
ving.
Let er op dat het maximum klimver-
mogen van de auto door het gewicht
van een aanhanger wordt beperkt. Ook
de remweg wordt langer en u heeft lan-
ger de tijd nodig om in te halen.
HetABSwaarmeede
autokanzijnuitgerust,
werktnietophetremsysteem
vandeaanhanger.Rijddus
zzeervoorzichtigope
englad-
deondergrond.
OPGELET
Wijzigbeslistopgeen
enkelewijzehetrem-
systeemvandeauto.Hetrem-
systeemvandeaanhanger
m moetgeheelonafhank
elijkvan
hethydraulischeremsysteem
vandeautowerken.
OPGELET
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 159