Page 177 of 330

ASR
(ANTIDOORSLIPREG
ELING) (geel)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Het lampje knippert als het ASR ingrijpt,
om de bestuurder te waarschuwen dat
het systeem zich aanpast aan de grip op
het wegdek.
ASR uitschakelen
Als het ASR handmatig wordt uitge-
schakeld (door op de ASR / VDC-knop
te drukken (zie de paragraaf “ASR” in
het hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”) gaat de led op de ASR/VDC-knop
branden (bij uitvoeringen met “Instel-
baar multifunctioneel display” wordt ook
het symbool
Vweergegeven).
Storing in ASR
Bij een storing van de ASR wordt de ASR
automatisch uitgeschakeld en bij uit-
voeringen met een “Instelbaar multi-
functioneel display” wordt het symbool
Vweergegeven. Wendt u zich in dit
geval zo snel mogelijk tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
176
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
á
STORING
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enige uitvoeringen wordt een
mededeling op het display weergege-
ven) als een storing van de verlichting
wordt gesignaleerd:
– buitenverlichting
– richtingaanwijzers
– mistachterlicht
– kentekenverlichting.
De storing aan de verlichting kan zijn:
het doorbranden van een of meer lam-
pen, het doorbranden van de be-
treffende zekering of de onderbreking
van de elektrische verbinding.
W
STORING HILL
HOLDER
(waar voorzien)
(geel)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje (waar voorzien)
branden. Na enkele seconden moet het
lampje doven.
Als het lampje blijft branden (bij enke-
le uitvoeringen verschijnt een bericht op
het display) geeft dit een storing in het
Hill Holder systeem aan. Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
*
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 176
Page 178 of 330

177
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING
REMLICHTEN
(geel)
Het lampje (waar voorzien) gaat branden
(bij enige uitvoeringen wordt een mede-
deling op het display weergegeven) als
een storing van de remlichten wordt ge-
signaleerd: De storing kan worden ver-
oorzaakt door het doorbranden van de
lamp, het doorbranden van de betreffen-
de zekering of de onderbreking van de
elektrische verbinding.
T
MISTACHTERLICHT
(geel)
Het lampje gaat branden als
de mistachterlichten worden ingescha-
keld.
MISTLAMPEN VOOR
(groen)
Het lampje gaat branden als
de mistlampen ingeschakeld worden.
4
5
BUITENVERLICHTING
(groen)
FOLLOW ME HOME
(groen)
Buitenverlichting
Het lampje gaat branden als de buiten-
verlichting wordt ingeschakeld.
Follow me home
Het lampje gaat branden (en er verschijnt
een bericht op het display) als deze func-
tie wordt ingeschakeld (zie de paragraaf
“Follow me home” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”).
3
2
DIMLICHTEN
(groen)
Het lampje gaat branden als de dim-
lichten ingeschakeld worden.
GROOTLICHT
(blauw)
Het lampje gaat branden als
het grootlicht ingeschakeld wordt.
1
RICHTING-
AANWIJZER LINKS
(groen)
Het lampje gaat branden als de rich-
tingaanwijzerhendel omlaag wordt ge-
zet of, tegelijk met het richtingaanwij-
zercontrolelampje rechts, als de druk-
knop voor de waarschuwingsknipper-
lichten wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER
RECHTS
(groen)
Het lampje gaat branden als de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt
gezet of, tegelijk met het richtingaan-
wijzercontrolelampje links, als de druk-
knop voor de waarschuwingsknipper-
lichten wordt ingedrukt.
R
E
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 177
Page 179 of 330

BRANDSTOF-
RESERVE –
BEPERKTE
ACTIERADIUS
(geel)
Het lampje gaat branden als in de brand-
stoftank nog ongeveer 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius min-
der dan ongeveer 50 km (of 31 mijl)
bedraagt, wordt op het display bij en-
kele uitvoeringen een waarschuwings-
bericht weergegeven.
CRUISE-CONTROL
(waar voorzien)
(groen)
Het lampje (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
gaat branden als de draaiknop van de
cruise-control in de stand
Üwordt ge-
draaid.
STORING SCHEMER-
SENSOR
(waar voorzien)
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de schemersensor wordt
gesignaleerd.
STORING
PARKEERSENSOREN
(waar voorzien)
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de parkeersensoren
wordt gesignaleerd.
STORING REGEN-
SENSOR
(waar voorzien)
(geel)
Het lampje(waar voorzien)gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
een bericht op het display) als een sto-
ring van de regensensor wordt gesig-
naleerd.
178
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
1
u
t
K
Ü
ROET- FILTER
VERSTOPT
(dieseluitvoeringen)
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele utvoeringen, een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
het roetfilter is verstopt en door het rij-
gedrag de automatische regeneratie-
procedure niet gestart kan worden.
Om de regeneratie en daarmee de rei-
niging van het filter mogelijk te maken,
moet met de auto gereden blijven wor-
den, totdat het lampje dooft (of bij en-
kele uitvoeringen, het symbool
h
op het display verdwijnt).
h
AlslampjeKtijdenshet
rijdenknippert,moetu
zichtothetAlfaRomeo
Servicenetwerkwenden.
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 178
Page 180 of 330

179
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING ANTI-
BEKLEMMINGSFUNC
TIE RUITEN
(geel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de anti-beklemmings-
functie wordt gesignaleerd.
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Voer voordat u zich tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk richt eerst de initialisa-
tieprocedure van de ruiten uit (zie de pa-
ragraaf “Elektrisch bediende ruiten” in
het hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”). Wendt u tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk als het probleem blijft be-
staan.
TE LAAG
RUITENSPROEIERVL
OEISTOFNIVEAU
(geel)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display) als het
ruitensproeiervloeistofniveau lager wordt
dan de minimale waarde.
5
)
SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN
Als met de auto sneleer wordt
gereden dan de m.b.v. het “Setup-
menu” ingestelde snelheid (bijvoorbeeld
120 km/h) (zie de paragraaf “Multi-
functioneel display” of “Instelbaar mul-
tifunctioneel display” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”), verschijnt
op het display een waarschuwingsbe-
richt + een rood symbool en klinkt een
geluidssignaal.
STORING TPMS
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt op het display een bericht + een
geel symbool als een storing van het
bandenspanningcontrolesysteem
(TPMS) wordt gesignaleerd: wendt u
zich in dit geval zo snel mogelijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als bij een of meer wielen geen sensor
gemonteerd wordt, toont het display
een waarschuwingsmededeling, totdat
de oorspronkelijke situatie weer is her-
steld.
CONTROLE VAN DE
BANDENSPANNING
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen verschijnt op het
display een bericht + een geel symbool
om aan de te geven dat de banden-
spanning lager is dan de aanbevolen
waarde, om de optimale levensduur van
de band en een optimaal brandstofver-
bruik te garanderen en/of om een lang-
zaam spanningsverlies te signaleren.
Als twee of meer banden zich in een van
de hiervoor genoemde situaties bevinden,
zal het display achtereenvolgens de aan-
duidingen tonen die op elk van de ban-
den betrekking hebben. Herstel in dat ge-
val de juiste bandenspanning (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
X
n
n
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 179
Page 181 of 330

180
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
TE LAGE
BANDENSPANNING
(waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen wordt op het dis-
play een bericht + een rood symbool
weergegeven, om aan te geven dat de
spanning van één of meer banden lager
is dan de aanbevolen waarde. Op deze
manier waarschuwt het TPMS-systeem
de bestuurder op het mogelijk gevaarlijk
leeglopen van de band(en) en dus op
een band die waarschijnlijk lek is.
WAARSCHUWINGRijd niet verder
met een of meerdere zachte banden om-
dat de rijveiligheid van de auto in gevaar
kan worden gebracht. Stop de auto en
vermijd bruusk remmen of sturen. Ver-
vang de wiel onmiddellijk door het re-
servewiel (indien aanwezig) of voer de
reparatie met de betreffende set (zie
“Wiel verwisselen” in hoofdstuk “In
noodgevallen”) en wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BANDENSPANNING
NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID
(waar voorzien)
Als waarschijnlijk harder gereden gaat
worden dan 160 km/h moet de ban-
denspanning worden verhoogd naar de
waarde voor volledige belading (zie de
paragraaf “Bandenspanning bij koude”
in het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Bij enkele uitvoeringen verschijnt, als het
TPMS een bandenspanning signaleert bij
één of meer banden die niet geschikt is
voor de snelheid waarmee wordt gere-
den, op het display een bericht + een geel
symbool), die aanwezig blijven, totdat
de voertuigsnelheid weer onder de drem-
pelwaarde zakt.
WAARSCHUWINGVerlaag in dat ge-
val onmiddellijk de snelheid om overver-
hitting van de banden te voorkomen;
door oververhitting kan de band onher-
stelbaar beschadigen en wordt de le-
vensduur aanzienlijk korter. WAARSCHUWINGAls u de reis met
een hoge snelheid wilt voortzetten (snel-
ler dan 160 km/h) en het symbool op
het display gaat branden, dan moet de
auto tot stilstand worden gebracht en de
bandenspanning worden aangepast (zie
de paragraaf “Bandenspanning bij kou-
de” in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
nn
165-180 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:56 Pagina 180
Page 182 of 330

181
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
II I
N N
N N
O O
O O
D D
G G
E E
V V
A A
L L
L L
E E
N N
In noodgevallen kan gebruik worden gemaakt van het gratis nummer dat in de
Service- en garantiehandleiding staat. Bovendien is het mogelijk om via de site
www.alfaromeo.com naar de dichtstbijzijnde geautoriseerde
dealer in het Servicenetwerk te zoeken.
STARTEN MET EEN HULPACCU............................. 182
WIEL VERWISSELEN ......................................... 183
BANDENREPARATIESET
FIX&GO automatic............................................ 190
LAMP VERVANGEN ............................................ 196
LAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ............... 199
LAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ........... 205
ZEKERINGEN VERVANGEN .................................. 209
ACCU OPLADEN ................................................ 219
OPKRIKKEN VAN DE AUTO .................................. 220
SLEPEN VAN DE AUTO ....................................... 221
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 181
Page 183 of 330

WAARSCHUWINGVerbind de min-
klemmen van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto en
de auto met de lege accu niet per on-
geluk metalen delen met elkaar in ver-
binding staan.
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet hebben
als de lege accu.
Ga voor het starten te werk zoals in
fig. 1is aangegeven:
❒verbind de pluspolen (+teken na-
bij de pool) van de beide accu’s met
een startkabel;
❒sluit een tweede startkabel aan op
de minpool –van de hulpaccu en op
de massa-aansluiting
Eop de mo-
tor van de auto die gestart moet wor-
den;
❒start de motor;
❒als de motor is aangeslagen, maak
dan de startkabels in de omgekeer-
de volgorde los.
182
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
Als na enige pogingen de motor niet
aanslaat, stop dan met starten en wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.STARTEN EN
RIJDEN
Gebruikvooreennood-
startbeslistnooiteenac-
cusnellader:hierdoor
kunnendeelektrischesysteemen
enderegelee
nhedenvoorhet
motormanagementsysteemwor-
denbeschadigd.
Dezestartprocedure
magalleenwordenuit-
gevoerddoordaartoeopgeleid
personeel,omdatonjuisteh han-
delingenvo
nkenkunnenver-
oorzaken.Devloeistofinde
accuisgiftigencorrosief.Ver-
mijdhetcontactmetdehuiden
deogen.Kom
ooknietdichtbij
eenaccumetopenvuurofeen
brandendessigaretenveroor-
zaakgeenvonken.
OPGELET
A0E0201mfig. 1
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 182
Page 184 of 330

183
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
WIEL VERWISSELEN
Bij bepaalde uitvoeringen/markten is
de auto voorzien van een “Snelle ban-
denreparatieset Fix&Go automatic”: Zie
voor het vervangen van het wiel de in-
structies in het volgende hoofdstuk.
Het reservewiel, dat in plaats van de
“Kit Fix & Go automatic” wordt gele-
verd, kan worden geleverd (als option-
al) als thuisbrenger of als een reserve-
wiel met normale afmetingen; houd
voor het vervangen van het wiel en het
juiste gebruik van de krik de hierna be-
schreven voorzorgsmaatregelen aan.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een hel-
ling af te laten rijden. Op die wijze kan
er onverbrande brandstof in de kataly-
sator terechtkomen en deze onherstel-
baar beschadigen.
HHouderrekeningmee
datderem-ende
stuurbekrachtigingnietwer-
kenzolangdemotornietis
aang geslagen,waardoorme
er
krachtnodigisvoordebedie-
ningvanhetrempedaalenhet
stuur.
OPGELET
Attendeerhetoverige
wegverkeeropdestil-
staandeautom.b.v:dewaar-
schuwingsknipperlichten,d
de
eventueelwett
elijkverplich-
tegevarendriehoekenz.Tij-
denshetverwisselenvaneen
wielmoete enalleinzittenden
deautohebben
verlaten,voor-
alalsdeautozwaarbeladen
is,enopeenveilige eafstand
vanhetverkeerwachten,tot-
dathetwielverw
isseldis.
Plaatsopeenhellingomhoog
ofoomlaagwiggenofanderge-
schiktevoorwerpenonderde
wielen,zodatdeauton
ietkan
wegrollen.Starrtdemotor
nooitalsdeautoopdekrik
staat.Koppeleerstdeeven-
tueleaanhangerlosvoordat
de
autowordtopgekrikt.
OPGELET
181-222 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:33 Pagina 183