Page 129 of 177

05-05-2003
SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een constan-te snelheid rijden zonder gas te hoe-ven geven of te remmen ongeachthet profiel van de weg. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer 40 km/h. De bediening van de snelheidsrege- laar bevindt zich op het stuurwiel. Inschakelen ☞Druk op de toets A(stand ON).
U kunt nu een snelheid instellen.☞ Druk op de toets D(stand OFF)
om het systeem uit te schakelen. Instellen van de snelheid Druk op toets
Bof Czodra de
gewenste snelheid is bereikt. De snelheid is nu in het geheugenopgeslagen en zal automatisch wor-den aangehouden. Opmerking: Het is mogelijk even
gas te geven zonder dat de snel- heidsregelaar wordt uitgeschakeld. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestelde snelheid wilt onderbreken: ☞ Druk op de toets Dof trap op het
rem- of koppelingspedaal. Ingestelde snelheid opnieuw oproepen Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid, op toets
E. De
auto neemt de laatst ingestelde snel-heid weer aan. Ingestelde snelheid wijzigen Ingestelde snelheid verhogen: ☞ Druk op de toets B;
☞ Laat de toets los als de gewens- te snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid verlagen: ☞ Druk op de toets C;
☞ Laat de toets los als de gewens- te snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid annuleren ☞ Druk op de toets D(stand OFF)
of zet het contact uit.
UW BOXER IN DETAIL
126
Gebruik de snelheidsrege-
laar niet op gladde wegen
of bij zeer druk verkeer.
Page 130 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL127
P
ARKEERHULP
Dit systeem bestaat uit ultrasoon- sensoren die zijn aangebracht in deachterbumper en een speciale luid-spreker in het dashboard. Het systeem waarschuwt de be- stuurder voor elk obstakel (persoon,auto, boom, hek É) dat zich achterde auto bevindt. Het systeem detec-teert echter geen obstakels die zichvlak onder de bumper bevinden. Eenpaaltje, een pylon of een gelijksoor-tig voorwerp wordt bij het begin vande manoeuvre wel waargenomen,maar niet meer als de auto dichterbijhet voorwerp komt. Opmerking: Deze functie zal auto-
matisch worden uitgeschakeld bij het trekken van een aanhangwagen. Zorg ervoor dat de sensoren bij slecht weer of onder winterseomstandigheden niet bedekt zijn met
modder, ijs of sneeuw. Inschakelen Het systeem wordt ingeschakeld zodra de achteruit is ingeschakeld;een geluidssignaal geeft aan dat hetsysteem is ingeschakeld. De geluidssignalen geven de afstand tot het obstakel aan. Hoe dichter deauto bij het obstakel komt, hoe korterde tijd tussen de geluidssignalen is. Als de auto minder dan 20 centimeter van het obstakel verwijderd is, is het
geluidssignaal continu hoorbaar.Uitschakelen ☞
Het systeem wordt uitgeschakeld als de achteruit wordt uitgescha-keld.
Detectiezone
Als er een storing is opgetreden, zal er bij het
achteruitrijden een kortpiepje te horen zijn,
gevolgd door een langere
piep.
Page 131 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL
128
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen de inzittenden van deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irrite- ren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneelgaat branden, raadpleeg
dan een PEUGEOT-servi-cepunt om het systeem te
laten controleren. Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Als uw auto is voorzien van een airbag aan passagierszijde, moetdeze altijd uitgeschakeld wordenals u een kinderzitje met de rug inde rijrichting op de voorstoelplaatst. ☞
Neem de sleutel uit het contact en steek deze in de schakelaar 1
die zich tussen de voorstoelenbevindt en draai deze in de stand"OFF" .
☞ Het verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel brandt zolangde airbag is uitgeschakeld.
* Volgens land van bestemming.
Page 132 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL129
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventue- le aanrijding niet. Zet de schakelaar weer op "ON"
zodra het kinderzitje van de voor-
stoel wordt verwijderd zodat de airbag
weer is ingeschakeld. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door hetverklikkerlampje in het instrumenten-paneel. Als de airbag aan passagierszijde ingeschakeld is (stand "ON"), gaat
het verklikkerlampje bij het aanzet-ten van het contact gedurende 6seconden branden.
Als de airbag aan passa-gierszijde uitgeschakeld is(stand "OFF"), blijft het
verklikkerlampje branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-servi-cepunt. DE ZIJ-AIRBAGS* De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumen-tenpaneel.
Als dit verklikkerlampje gaatbranden, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt omhet systeem te laten contro-leren.
* Volgens land van bestemming.
Page 133 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL
130
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥Dr
aag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service-
punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze voor uw veiligheid binnen 10 jaar na
aankoop van de auto door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Airbags voor ¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten.
¥Tr acht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥V erwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags*¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
¥B evestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver-
w ondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.
Page 134 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL129
In de stand
"OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventue- le aanrijding niet. Zet de schakelaar weer op "ON"
zodra het kinderzitje van de voor-
stoel wordt verwijderd zodat de airbag
weer is ingeschakeld. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door hetverklikkerlampje in het instrumenten-paneel. Als de airbag aan passagierszijde ingeschakeld is (stand "ON"), gaat
het verklikkerlampje bij het aanzet-ten van het contact gedurende 6seconden branden.
Als de airbag aan passa-gierszijde uitgeschakeld is(stand "OFF"), blijft het
verklikkerlampje branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-servi-cepunt. DE ZIJ-AIRBAGS* De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenverklikkerlampje op het instrumen-tenpaneel.
Als dit verklikkerlampje gaatbranden, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt omhet systeem te laten contro-leren.
* Volgens land van bestemming.
Page 135 of 177

05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL
130
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥Dr
aag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service-
punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
¥ De systemen zijn ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat ze voor uw veiligheid binnen 10 jaar na
aankoop van de auto door een PEUGEOT-servicepunt controleren.
Airbags voor ¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten.
¥Tr acht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥V erwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags*¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
¥B evestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver-
w ondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.
Page 136 of 177
05-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE131
1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Accu.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Reservoir remvloeistof.
5 - Luchtfilter.
6 - Reservoir ruiten- en koplamp- sproeiers. 7 -
Zekeringkast.
8 - Motorolie (bij)vullen.
9 - Motoroliepeilstok.
2 LITER INJECTIE BENZINEMOTOR