Page 9 of 177

05-05-2003
PARKEERHULP
Dit systeem, dat in de achterbum- per is gemonteerd, waarschuwtde bestuurder voor elk obstakelachter de auto (persoon, auto,boom, hek, stoep...). Inschakelen Bij draaiende motor wordt het systeem ingeschakeld zodra deachteruit wordt ingeschakeld;een geluidssignaal geeft aan dathet systeem is ingeschakeld. Geluidssignalen geven de afstand tot het obstakel aan. Hoedichter de auto bij het obstakelkomt, hoe korter de tijd tussen degeluidssignalen is. Als de auto minder dan 25 cm van het obstakel is verwij-derd, is het geluidssig-
naal continu hoorbaar. Het systeem wordt uit- geschakeld als de achter-uit wordt uitgeschakeld.
Inschakelen ☞
Druk op de schakelaar A
(stand ON).
U kunt nu een snelheid instellen. ☞ Druk op de schakelaar D
(stand OFF) om het systeem
uit te schakelen.
Instellen van de snelheid Druk op de schakelaar Bof C
zodra de gewenste snelheid is bereikt. De snelheid is nu in hetgeheugen opgeslagen en zalautomatisch worden aangehou-den. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestel- de snelheid wilt onderbreken: ☞ Druk op de knop Dof trap het
rem- of koppelingspedaal in.
Ingestelde snelheid opnieuw oproepen Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid, op de toetsE . De auto neemt de laatst
ingestelde snelheid weer aan. Ingestelde snelheid annuleren ☞ Druk op de schake- laar D(stand OFF)
of zet het contactuit.
9UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelheidsre- gelaar kan de bestuurder meteen constante snelheid rijdenzonder gas te hoeven geven of teremmen ongeacht het profiel vande weg. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer
40 km/h.
127126
Page 10 of 177

MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:Druk op de knop
links onder het dashboard.
Buitenzijde: Druk de vei-
ligheidshaak omhoog, til de motorkap op en zet demotorkapsteun vast om demotorkap open te houden.
BRANDSTOF TANKEN Het tanken dient met afgezette motorte gebeuren.
☞ Open de brandstofvulklep door op de voorste rand te drukken.
☞ Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
☞ Trek de tankdop uit de vulopening en bevestig deze aan de haak aan
de binnenzijde van de vulklep.
Op de vuldop staat de voorgeschreven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keer auto- matisch uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt circa 70 liter. ☞ Vergrendel na het tanken de tankdop en sluit de vulklep.
Verklikkerlampje brandstofreserve
Op het moment dat het lampje gaat branden, is er nog ongeveer 8 liter brandstof in de tank aanwezig.
UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG14
11 211 2
05-05-2003
Page 11 of 177

Starten van de auto Om, na het starten, weg te rijden vanuit de stand P:
☞ Trap altijd het rempedaal in
om uit de stand P te kunnenschakelen.
☞ Selecteer de stand R, D of M
en laat langzaam het rempe-daal los; de auto begint terijden.
Om weg te rijden vanuit de stand N:
☞ Trap het rempedaal in en zet
de handrem los.
☞ Selecteer de stand R, D of M
en laat langzaam het rempe-daal los; de auto begint terijden.
Als de motor stationair
draait, het rempedaal islosgelaten en de standR, D of Mis geselec-
teerd, zet de auto zich al in
beweging, zelfs als het gaspe-
daal niet wordt ingetrapt. Laat daarom geen kinderen
alleen in de auto achter als de motor draait .
10UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE "TIPTRONIC-SYSTEEM PORSCHE" Bij de automatische transmissie met vier versnellingen kunt u kiezen uit
volautomatische bediening , aangevuld met het programma sneeuw, of
handmatig schakelen.
Schakelpatroon ☞ Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon
te verplaatsen. De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven.
W: programma Sneeuw.
P ark (parkeerstand): om de auto stil te zettenen
te starten , met of zonder gebruik van de hand-
rem. R everse (achteruitversnelling): om achteruitte
rijden (schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait).
N eutral (neutraalstand): om de motor te starten
en de auto te parkeren , met gebruik van de hand-
rem. Opmerking: Laat, als onder het rijden per onge-
luk de selectiehendel in de stand Nwordt gezet,
het motortoerental terugvallen tot stationair voor- dat de stand Dwordt geselecteerd om vervol-
gens weer gas te geven. D rive (rijstand): om automatisch te schakelen tij-
dens het rijden.
M anual (sequenti‘le stand): om zelf te schake-
len tijdens het rijden.
Handmatig schakelen in de vier versnellingen:
☞ Duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen en trek
de selectiehendel naar het symbool Ðom terug te schakelen.
Opmerking: Het programma W(sneeuw) kan niet worden ingeschakeld
in de handbediende stand.
122
05-05-2003
Page 12 of 177
05-05-2003
1111
Nr. Symbool Functie
VERWARMING / AIRCONDITIONING
92
Bediening
luchttoevoer.
1
Regeling luchtopbrengst.
2
Aanjager achter (extra verwarming).
3
Regeling luchtverdeling.
4 T
emperatuurregeling.
5 Bediening airconditioning.
6
UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
Page 13 of 177
05-05-2003
12UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
Page 14 of 177

05-05-2003
INDELING INTERIEUR
1. KAARTENBAKKEN IN DE PORTIERENA.Armsteun.
B. Flessenhouder.
C. Kaartenbak.
2. HANDGREEP Deze is beschikbaar voor de middelste passagier
v——r.
3. ZONNEKLEP De zonnekleppen zijn voorzien van etuis voor hetopbergen van documenten.
4. SCHRIJFBLAD (Opklapbaar) Het schrijfblad bevindt zich in het midden van hetdashboard. Trek het blad Domhoog bij de klem Fom hem te
gebruiken.
De klem Fkan als documenthouder gebruikt worden.
Druk op het middelste gedeelte van de stang E
om de tafel Dweg te klappen.
Opmerking: De schrijftafel is niet beweegbaar als
uw auto is voorzien van een passagiersairbag.
5. DASHBOARDKASTJE Het dashboardkastje is afsluitbaar.Trek aan de handgreep om het te openen. 6. AANSTEKER
7. ASBAK
Trek aan het deksel om de asbak te openen.
T rek, om de asbak te legen, deze na het openen
omhoog.
8. 12 V-AANSLUITING Deze bevindt zich aan de onderzijde van de mid- denconsole.
9. OPBERGVAK ONDER DE BESTUURDERS- EN DE PASSAGIERSSTOEL
10. TAFEL (2-persoons voorbank) In de rugleuning van de 2-persoons voorbank iseen tafel geintegreerd. Trek aan de handgreep aan de bovenzijde van de
rugleuning om de tafel neer te klappen.De tafel bevat:
- een documenthouder,
- een pennenhouder,- twee bekerhouders.
13
121
UW BOXER IN EEN OOGOPSLAG
Page 15 of 177

05-05-2003
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Uw auto heeft lange onderhoudsintervallen. ¥Voor uitvoeringen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥V oor uitvoeringen met benzine-/LPG*-/ aardgassysteem: elke 30.000 km of elke
twee jaar. Let op, het LPG-/aardgassysteem dient elke 15.000 km of elk jaar gecontroleerd te worden.
¥V oor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar.
Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijkhet motoroliepeil regelmatig te controleren: het is normaal dat er tussen tweeverversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles. Deze tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsinter-
valindicator. De controle moet elke 15.000 km plaatsvinden voor uitvoeringenmet benzinemotor en uitvoeringen met benzine-/LPG-/aardgassysteem en elke10.000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting.
Een PEUGEOT-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden vloeistoffen indien nodig bijgevuld (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistoftot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil ten min-ste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van degebruiksomstandigheden. Deze lange intervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE
ZIJN AFGESTEMD EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR. * Liquefied Petroleum Gas
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
18
ONDERHOUDSINTERVALINDI-
CATOR De onderhoudsintervalindicator geeft de resterende afstand tot devolgende onderhoudsbeurt aan vol-gens het onderhoudsschema van defabrikant. Werking
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden deonderhoudssleutel branden. De kilo-meterteller geeft de resterende kilo-meters tot de eerstvolgende onder-houdscontrole aan.Op de onderhoudsintervalindicatorkunnen de volgende waarden wordenweergegeven, die de resterendeafstand tot de volgende onderhoudsbeurt aangeven: 20.000 km,2.000 km, 200 km, 100 km en 50 km. V oorbeeld: De afstand tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole
bedraagt 2.000 km. Als het contactwordt aangezet geeft het displaygedurende enkele seconden het vol-gende aan:
Page 16 of 177

05-05-2003
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kan deonderhoudsintervalindicator op de vol-gende wijze op 0 gezet worden: ☞Zet het contact af.
☞ Druk op de resetknop van de dagteller en houd deze inge-drukt.
☞ Zet het contact aan.
De afstand tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole knippert. ☞
Houd de resetknop van de dagtel- ler ingedrukt tot de onderhoudsin-tervalindicator "=0"aangeeft en
de onderhoudssleutel verdwijnt.
Belangrijk: Als u na deze handeling
de accu wilt loskoppelen, vergrendeldan de auto en wacht minimaal vijfminuten. Het resetten van de onder-houdsintervalindicator zal andersniet worden opgeslagen. ONDERHOUD VAN SLIJTAGE-ONDERDELEN EN CONTROLE VAN VERBRUIKTE ARTIKELEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen specifieke onderhoud- scontroles: -
De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
- De koelvloeistof dient elke 120.000 km of elke 5 jaar vervangen te worden.
- Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (onder-
houdscontroles en tussentijdse controles) of, afhankelijk van de omgeving
(stof, vervuiling, enz.), vakergecontroleerd te worden.
-V ervangen van de distributieriem: raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
- De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar door
een PEUGEOT-servicepunt gecontroleerd te worden.
- De bandenspanning moet minstens eens per maand bij koude banden
gecontroleerd worden.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 19