Page 105 of 211

1- 94 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
o Vervorming. Tijdens het rijden kan
de afstand ten opzichte van het radiostation gewijzigd worden, hetsignaal wordt zwakker en er treedt vervorming op. In een dergelijk geval adviseren wij u op een anderen krachtiger station af te stemmen.
o "Flutter" - Zwakke FM signalen of grote obstakels tussen de zendenen de radio vervormen het signaal waardoor er flutter ontstaat. Deze storing kan iets worden onderdruktdoor de hoge tonen te verminderen. o Bij het zwakker worden van het
FM signaal is het mogelijk dat hetsignaal van een nabij gelegen,krachtige zender op dezelfde frequentie wordt ontvangen. Dit komt omdat uw radio is ontworpenom op het sterkste signaal af te stemmen. In dit geval adviseren wij u een andere zender op tezoeken.
o Als radio-signalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen heeftdit vervorming tot gevolg. Dit kan worden veroorzaakt door een direct en een gereflecteerd signaal van B750B02Y-AXT Gebruik van een mobiele
telefoon of radiozender
Bij gebruik van een mobiele telefoon
in de auto kan de audio-apparatuurstorende geluiden voortbrengen. Dit betekent niet dat er iets verkeerd ismet de audio-apparatuur. In dat geval moet de mobiele telefoon op een zo groot mogelijke afstand van de audio-apparatuur worden gebruikt.
B750A04L B750A05Lhetzelfde station of door signalen van twee stations met dicht bij elkaar liggende frequenties. In ditgeval adviseren wij u op een andere zender af te stemmen.
Page 106 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 95
WAARSCHUWING:
Gebruik geen autotelefoon tijdens
het rijden; parkeer de auto op een veilige plaats bij gebruik van een autotelefoon.!
B850A01F-AXT BEHANDELING VAN DE CD's Juiste behandeling Behandel de CD zoals aangegeven.
Laat de CD niet vallen. Houd de CD zodanig vast dat geen vinger- afdrukken op het oppervlak komen.Als de CD bekrast is kan de CD overslaan bij het afspelen. Plak geen stickers, papier of plakband op deCD. Schrijf niet op de CD.
Beschadigde CD Speel geen beschadigde, vervormde
of gebroken CD's af. Hierdoor kan ernstige beschadiging van het afspeelmechanisme optreden. Opslaan Berg de CD's, als ze niet gebruikt worden, op in hun originele doosjes en leg ze op een koele, stofvrije plaats uit de zon. Pak de CD niet met de hand vast terwijl de lade in het apparaat wordt getrokken.Trek de speler niet uit het dashboardvlak nadat een CD is aangebracht ofde uitwerptoets is ingedrukt. Als de speler wordt verwijder voordat een handeling volledig is uitgevoerd kande CD beschadigd raken.Probeer geen CD aan te brengen alsde speler uit het dashboard isverwijderd of de voedingsspanning is uitgeschakeld.
B850A01L
LET OP:
Bij gebruik van een mobiele telefoon of een radiozender in deauto, moet een afzonderlijke antenne worden gemonteerd. Door het gebruik van een mobieletelefoon of radiozender met een interne antenne, kunnen storingen aan de elektrische installatie vande auto worden veroorzaakt en kan de veilige werking van de auto in gevaar komen.
!
Page 107 of 211

1- 96 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
Houd uw CD's schoon
B850A02L SR040B1-FX Onderhoud Van de Cassettetapes Een juiste behandeling van de cassettetapes verlengt de levensduur en verhoogt uw luisterplezier. Stel uwtapes niet bloot aan direct zonlicht, extreme koude of stoffige omstand- igheden. Bewaar de cassettes altijdin hun doosjes.Onder extreem hoge of lagetemperaturen moet worden gewacht tot het interieur tot een normale waarde is opgewarmd resp. Afgekoeld voordatu een tape afspeelt.
B860A01L
Vingerafdrukken, stof en vuil op het oppervlak van de CD's kunnen overslaan tijdens het afspelenveroorzaken. Veeg het oppervlak schoon met een schone zachte doek. Als het oppervlak ernstig vervuild is,kan het worden schoongemaakt met een schone zachte doek die is bevochtigd met een mild, neutraaloplosmiddel. Zie de afbeelding. o Neem de cassette uit het toestel
als hij niet wordt gebruikt. Dit voorkomt beschadigingen aan de cassettespeler en de cassettetape.
o Wij adviseren dringend het gebruik van C-60 cassettes (60 minutenspeelduur). De C-120 of C-180cassettetape is extreem dun waardoor deze in het mechanisme kan vastlopen.
B860B02L
o Het label op de cassette mag niet los zitten, omdat dit het uitwerpen van de cassette bemoeilijkt.
o Raak de tape niet aan en let er tevens op dat de tape niet vochtig wordt.
Page 108 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 97
Weergavekop
Wattenstaafje
o Na verloop van tijd zet zich op de weergavekop, de capstan en de geleidingen vuil af hetgeen van invloed is op de geluidskwaliteit. Hierdoor kan bijvoorbeeld een "zwevend" geluid ontstaan. Maakdaarom éénmaal per maand gebruik van een reinigingscassette of van speciaal daarvoor verkrijgbareproducten. Volg hierbij de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op. De onderdelen van decassettespeler mogen niet worden gesmeerd.
o Controleer altijd of de tape strak ligt voordat hij in de cassettespelerwordt aangebracht. Is dit niet het geval steek dan een potlood in despoelopening en draai de cassettetape strak. B860A02L
B860A03L
o Houd alle magnetische voorwerpen
zoals elektromotoren, luidsprekers of transformators uit de buurt vanuw cassettetapes en cassett- espeler.
o Bewaar de cassettes op een koele en droge plaats met de open zijde naar beneden gekeerd zodat wordtvoorkomen dat stof binnendringt.
o Voorkom het herhaald snel
terugspoelen voor het opnieuwweergeven van een bepaald muziekgedeelte. Dit kan op den duur het slecht opspoelen van decassette tot gevolg hebben en ook van invloed zijn op de geluid- sweergave. Soms kan dit wordengecorrigeerd door de tape enkele malen geheel op- en af te spoelen. Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, mag de cassette niet meer worden gebruikt. N.B.: Controleer alvorens de cassette aan te brengen of de band strak op de spoelen zit.Als dit niet zo is, trek hem danstrak door een van de spoelen meteen potlood of een vinger te verdraaien. Breng de cassette niet aan als het label loszit, omdat hetmogelijk is dat dit het aandrij- fmechanisme blokkeert als wordt geprobeerd de cassette teverwijderen.Zorg ervoor dat cassettes nietworden blootgesteld aan hoge temperaturen of een hoge vochtigheid, bijv. bovenop hetdashboard of in het toestel.
Page 109 of 211
1- 98 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
B870D02Y-GXT Ruitantenne
B870D03L
RADIO "ON"
Als het contactslot in de stand "ON" of "ACC" staat en de radio is ingeschakeld, worden zowel de AMals de FM radiosignalen via de antenne in de achterruit ontvangen.
Wanneer een cassette erg koud ofwarm is, moet worden gewacht tot deze weer de normale temperatuurheeft bereikt alvorens hem in het toestel aan te brengen.
LET OP:
o Gebruik voor het reinigen van de achterruit geen schurenderuitreiniger en gebruik geen schraper om aanslag of stickersvan de binnenzijde van de ruit te verwijderen, omdat hierdoor de antenne-elementen kunnenworden beschadigd.
o Voorkom het gebruik van metalen
als Ni, Cd, etc. Deze kunnen deontvangst van de AM- en FM- signalen verstoren.
Page 110 of 211

2. HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
Alvorens de motor te starten ............................................................ 2-3
Sleutelstanden.................................................................................. 2-3
Het starten van de motor .................................................................. 2-4
Handgeschakelde versnellingsbak .................................................. 2-5
Automatische transmissie (4A/T, 5A/T) ........................................... 2-8
Antiblokkeersysteem (ABS ) ........................................................... 2-12
Aandrijfregelsysteem (TCS ) ........................................................... 2-13
Opmerkingen met betrekking tot de remmen .................................2-14
Economisch rijden .......................................................................... 2-16
Rijden onder winterse omstandigheden ......................................... 2-17
Rijden met een aanhanger of slepen ..............................................2-19
2
Page 111 of 211

2- 2 HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
ZC020A1-AX
WAARSCHUWING : UITLAATGASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN!
Uitlaatgassen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn. Ruikt u uitlaatgas in het interieur, open dan direct de ruiten.
o Niet inademen. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide: een kleur-en reukloos gas dat bewusteloosheid of dood door verstikking
tot gevolg kan hebben.
o Let erop dat het uitlaatsysteem niet lekt. Het uitlaatsysteem moet regelmatig worden gecontroleerd. Laat de wagen zo snel mogelijk controleren wanneer
u een verandering in geluid van de uitlaat waar neemt of een hard voorwerp de onderzijde van de wagen heeft geraakt.
o Laat de motor niet draaien in een afgesloten ruimte. Het is gevaarlijk de motor te laten draaien in uw garage; zelfs als de deuren openstaan. Laat de motor nooit
langer in de garage draaien dan nodig is om de motor te starten en de wagen naar buiten te rijden.
o Vermijd langdurig stationair draaien van de motor met passagiers in de wagen. Indien het nodig is de motor langdurig te laten draaien met passagiers in de wagen, zorg er dan voor dat de
wagen in een open omgeving staat met de luchttoevoer in de stand voor frisse lucht. Laat bovendien de aanjager met een hoge snelheid draaien zodat verse lucht in het interieur wordt aangezogen.
Indien het nodig is met geopende achterklep/kofferdeksel te rijden, let er dan op dat:
1. Alle ruiten worden gesloten
2. De zijventilatieroosters open staan
3. De luchttoevoer in de stand voor frisse lucht staat, de zijventilatieroosters in de stand "Floor" of "Face" staat en dat de aanjager met een hoge snelheid draait.
Voor het waarborgen van een goede werking van het ventilatiesysteem moet er op worden gelet dat de roosters
voor de voorruit vrij zijn van sneeuw, ijs, bladeren etc.
!
Page 112 of 211

HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2- 3
ZC050A2-AX SLEUTELSTANDEN
C030A02A-GXTSTART-/CONTACTSLOT MET
STUURSLOT
De motor starten
o Zet bij de handgeschakelde versnellingsbak de versnellings- handel in neutraal en druk het koppelingspedaal volledig in.
o Zet bij een automatische transmissie de keuzehandel in de stand "P" (parkeerstand).
o Draai de contactsleutel in de stand "START" en laat hem los zodra demotor aanslaat. Bedien de startmotor niet langer dan 15 seconden achtereen.
N.B.: Om veiligheidsredenen kan de
motor alleen gestart worden als het keuzehandel in de stand "P" of "N" staat (automatischetransmissie).
C020A01A-GXT ALVORENS DE MOTOR TE
STARTEN
Voer alvorens de motor te starten
altijd de volgende controles uit:
1. Controleer de wagen op lekke banden, olie- of koelvloeistoflekkage of andere tekenen van mogelijkeproblemen.
2. Controleer na het instappen of de
handrem is aangetrokken.
3. Controleer of alle ruiten en lampen
schoon zijn.
4. Controleer de stand van de achteruitkijkspiegel en debuitenspiegels en controleer of zeschoon zijn.
5. Controleer of de stoel, rugleuning en hoofdsteun in de juiste stand staan.
6. Controleer of alle portieren gesloten zijn.
7. Gesp uw veiligheidsgordel om en controleer of alle inzittenden deveiligheidsgordel hebben omgegespt.
8. Schakel verlichting en accessoires uit die niet benodigd zijn.
9. Controleer met de contactsleutel in de stand "ON" of de betreffende controlelampen branden en of voldoende brandstof in de tankaanwezig is.
WAARSCHUWING:
Als de wagen nog rijdt mag demotor niet worden afgezet en magde contactsleutel niet worden verwijderd.
!
C040A01E
LOCK
ACC
ON
START
o "START" In deze stand wordt de motor gestart. De startmotor blijft draaien totdat de sleutel wordt losgelaten.