Page 105 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE105
Wiel monteren
Breng het wiel aan en draai de wielbouten met de sleutel 1 enigszins vast.
Laat de krik 3zakken en verwijder deze dan.
Draai de wielbouten met de sleutel 1vast.
Plaats de wieldop, begin bij de opening voor het ventiel en druk de wieldop rondom met de hand vast.
Stop het wielblok en de krik terug in de hoes en berg alles weer op in de baga-geruimte.Verwissel een wiel uit vei- ligheidsoverwegingenalleen:
Ð op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
Ð met een aangetrokken handrem.
Ð als de 1 e
versnelling of de ach-
teruit is ingeschakeld (stand Pbij
een automatische transmissie).
Ð als de auto met het wielblok geblokkeerd is.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt(gebruik bokken). Na het verwisselen van het wiel:
Ð Laat zo snel mogelijk het aan- haalmoment van de wielbouten en de bandenspanning van hetreservewiel door een PEUGE-
OT-servicepunt controleren.
08-12-2003
Page 106 of 132

PRAKTISCHE INFORMATIE
106
08-12-2003
BIJZONDERHEDEN
LICHTMETALEN VELGEN Sierdoppen De wielbouten van de lichtmetalen velgen zijn voorzien van chromensierdoppen.
Voordat de wielbouten worden los- gedraaid dienen de sierdoppen metbehulp van de gele sleutel
4te wor-
den verwijderd. Monteren van het reservewiel* Indien uw auto is voorzien van een reservewiel met stalen velg, is hetnormaal
dat bij het monteren de rin-
gen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijnaangedraaid zorgt het conischedraagvlak van de bouten voor debevestiging van het reservewiel. Monteren van winterbanden Indien u uw auto voorziet van win- terbanden met stalen velgen, is hetnoodzakelijk speciale bouten te
gebruiken, die verkrijgbaar zijn bij
uw PEUGEOT-dealer.
* Volgens uitvoering en land van bestemming. Antidiefstalbouten Als de velgen zijn voorzien van anti- diefstalbouten (ŽŽn per wiel), dient ueerst met behulp van het gereed-schap
4de chromen dop en vervol-
gens de plastic huls te verwijderenalvorens de bout los te draaien metbehulp van een van de twee dop-sleutels (in het dashboardkastje) ende wielsleutel 1.
Opmerking: Noteer de op de dop-
sleutel gegraveerde code nauwkeu-rig. Met deze code kunt u bij uw
PEUGEOT-servicepunt een nieuwedopsleutel verkrijgen.
Page 107 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE107
08-12-2003
Ð Trek de lip
Aomhoog en verwijder de beschermkap.
Ð Neem de stekker los.
Ð Druk op het uiteinde van de borglip om deze los te maken. Vervang de defecte lamp.
Ð Let bij het monteren op de goed stand van de nokjes en controleer of de borglip stevig vastzit.
Ð Sluit de stekker weer aan.
Ð Plaats de beschermkap weer.
LAMPEN VERVANGEN Dim-/grootlicht H7 55 W Parkeerlicht W 5 W Draai de stekker met de lamphouder B een kwart omwen-
teling en trek deze los.
Vervang de lamp.
Opmerkingen
Ð Raak de lamp uitsluitend met een droge doek aan.
Ð Verwijder eerst de vulpijp van het ruitensproeierreservoir als de lamp aan de rechterzijde vervangen moet worden.
Ð Aan de binnenzijde van de koplamp kan enige condensvorming ontstaan. Deze verdwijnt zodra de lampen branden.
Page 108 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE
108
08-12-2003
Richtingaanwijzers PY 21 W amberkleurig Draai de stekker met de lamphouder C
een kwart omwenteling en trek
deze los.
Vervang de lamp. Zijknipperlichten WY 5 W amberkleurig Druk het zijknipperlicht naar voren of naar achteren en trek het geheellos. Houd de stekker vast en draai het glas een kwart omwenteling.
Vervang de lamp.
Automobiles PEUGEOT beveelt het gebruik vanH7-lampen van de onder-staande merken aan
Ð GE/TUNGSRAM
Ð PHILIPS
Ð OSRAM
om beschadiging van de lichtunits te voorkomen. Deze voldoen aan de specificaties
(UV-norm) voor een goede enbetrouwbare werking van de ver-lichting. De koplampunits zijn voorzien van een glas van polycarbonaat meteen speciale vernislaag. Reinig dekoplampen nooit met een droge ofschurende doek en gebruik geenoplosmiddelen. Gebruik een vochtige en zachte doek. De amberkleurige lampen moeten worden vervangen door lampenmet dezelfde kleur en eigenschap-pen
Page 109 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE
108
08-12-2003
Richtingaanwijzers PY 21 W amberkleurig Draai de stekker met de lamphouder C
een kwart omwenteling en trek
deze los.
Vervang de lamp. Zijknipperlichten WY 5 W amberkleurig Druk het zijknipperlicht naar voren of naar achteren en trek het geheellos. Houd de stekker vast en draai het glas een kwart omwenteling.
Vervang de lamp.
Automobiles PEUGEOT beveelt het gebruik vanH7-lampen van de onder-staande merken aan
Ð GE/TUNGSRAM
Ð PHILIPS
Ð OSRAM
om beschadiging van de lichtunits te voorkomen. Deze voldoen aan de specificaties
(UV-norm) voor een goede enbetrouwbare werking van de ver-lichting. De koplampunits zijn voorzien van een glas van polycarbonaat meteen speciale vernislaag. Reinig dekoplampen nooit met een droge ofschurende doek en gebruik geenoplosmiddelen. Gebruik een vochtige en zachte doek. De amberkleurige lampen moeten worden vervangen door lampenmet dezelfde kleur en eigenschap-pen
Page 110 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE109
Achterlichten Maak de zijbekleding in de bagage- ruimte los.
Verwijder de vleugelmoer.
Verwijder de lichtunit.Druk op de nok
Aen neem de stek-
ker los.
Verwijder de isolatie.Duw de borglippen Bnaar buiten en
verwijder de lamphouder.
Vervang de defecte lamp(en).Controleer na het vervangen of de lamphouder en de achterlichtunitweer goed op hun plek zitten.
1. Richtingaanwijzer P 21 W.
2. Achteruitrijlicht P 21 W.
3. Rem-/achterlicht P 21/5 W.Mistlampen v——r H1 55 W Druk aan de onderzijde van het luik om het los te maken. Open het luik.Draai het afdekplaatje om het te ver- wijderen. Neem de stekker van de lamp los.Druk op de uiteinden van de beide borglippen om de lamp los temaken.
08-12-2003
Page 111 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE
110
08-12-2003
Mistachterlicht P 21 W Neem het mistachterlicht uit de klemmen en trek deze los. Draai de stekker met de lamphouder een kwart omwenteling en trek dezelos.
Vervang de lamp. Kentekenplaatverlichting W5W Steek een kleine schroevendraaier in een van de buitenste openingenvan het lampglas. Druk de schroevendraaier naar buiten om het lampglas los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp(en).
Page 112 of 132
PRAKTISCHE INFORMATIE
112
08-12-2003
Zekeringkast dashboard Draai de schroef een kwart omwen- teling met een muntstuk los en ver-wijder de afdekplaat om bij de zeke-ringen te komen. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringkast. Gebruik de tang
A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Defect
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap.
TangA