08-12-2003
6UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
75
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze blokkeert het motorma-
nagementsysteem enkeleogenblikken nadat het contact isafgezet en voorkomt zo dat deauto wordt gestolen.
Werking Elke sleutel heeft een chip met een eigen code. Bij het aanzetten van het contact wordt de code van de sleutel her-kend, waarna de motor gestartkan worden. Als de code ontbreekt of als er een sleutel met andere codewordt gebruikt, dan is starten nietmogelijk.Extra sleutel Er kunnen maximaal 5 sleutelco- des in het geheugen wordenopgeslagen.
Wend u met de codekaart en alle in uw bezit zijnde sleutels tot een
PEUGEOT-servicepunt voor hetverkrijgen van een extra sleutel ofhet vervangen van een sleutel.
Waarschuwingssignaal sleutel in contact Als het contact wordt afgezet, klinkt er een geluidssignaal alshet bestuurdersportier wordtgeopend terwijl de sleutel nog inhet contact steekt.
Codekaart Op deze kaart staat de identifi-
catiecode die uw PEUGEOT-servicepunt nodig heeft bijwerkzaamheden aan de start-blokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen alsdit strikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
Bij aanschaf van een gebruikte auto: Ð controleer of de codekaart aanwezig is;
Ð laat de sleutels opnieuw in het geheugen opslaan door uw
PEUGEOT-servicepunt om er zeker van te kunnen zijn dat alleen u beschikt over een set passende sleutels.
Breng geen wijzigingen aan de elektronische startblokkering aan.
08-12-2003
11UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
9669
VOORSTE AIRBAGS
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op ONairbag aan passagiers-
zijde geactiveerd,
Ð op OFFairbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Controle van de werking
Als bij aangezet contact(2 e
stand) dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaatbranden in combinatie met eenmelding op het multifunctionele
display, betekent dit dat deairbag aan passagierszijde is uit-geschakeld (stand "OFF"van de
schakelaar). Als de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld, blijfthet verklikkerlampjebranden. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Deze zijn beschikbaar voor de passagiersstoel v——r en dienenom een
speciaal kinderzitje te
installeren dat verkocht wordt via
de PEUGEOT-servicepunten. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de spe-ciale bevestigingspunten en zor-gen zo
voor een veilige en snelle
montage van het zitje. Het kinder-
zitje moet met de rug in de rij-richting geplaatst worden voorkinderen tot 13 kg (hierbij is het
verplicht de airbag aan passa-gierszijde uit te schakelen) .
Volg de montage-aanwijzingenin de installatiehandleiding vande fabrikant van het kinderzitje.
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:
Ð Schakel de air-
bag aan passa- gierszijde uit alsu een kinderzitjemet de rugleu-ning in de rijrich-ting op de voor-stoel plaatst.
Ð Schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagscha-kelaar:
Ð Plaats geen kinder- zitje met de rugleu- ning in de rijrichtingop de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
* Volgens land van bestemming.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES 19
08-12-2003
ONDERHOUD VAN SLIJTAGE-ONDERDELEN EN CONTROLE VAN VERBRUIKTE ARTIKELEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen specifieke onderhoudscontroles:
Ð De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden;
Ð Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (onderhoudscontroles en tussentijdse controles)
of, afhankelijk van de omgeving (stof, vervuiling, enz.), vaker gecontroleerd te worden;
Ð Vervangen van de distributieriem: raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Ð De bandenspanning moet minstens eens per maand bij koude banden gecontroleerd worden.
BIJZONDERE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN Bij gebruik onder verzwaarde omstandigheden, zoals: Ð overwegend huis-aan-huis bestellingen, Ð alleen stadsverkeer (type taxi),
Ð overwegend korte ritten bij lage temperatuur.
Of langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden:
Ð in warme landen met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C,
Ð in koude landen met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C,
Ð in stoffige gebieden ,
Ð in landen waar de smeermiddelenof brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Is het noodzakelijk gebruik te maken van het onderhoudsschema "Bijzondere Gebruiksomstandigheden", met kortere onderhoudsintervallen: Ð Elke 20.000 km of elk jaar.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES 19
08-12-2003
ONDERHOUD VAN SLIJTAGE-ONDERDELEN EN CONTROLE VAN VERBRUIKTE ARTIKELEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen specifieke onderhoudscontroles:
Ð De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden;
Ð Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (onderhoudscontroles en tussentijdse controles)
of, afhankelijk van de omgeving (stof, vervuiling, enz.), vaker gecontroleerd te worden;
Ð Vervangen van de distributieriem: raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Ð De bandenspanning moet minstens eens per maand bij koude banden gecontroleerd worden.
BIJZONDERE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN Bij gebruik onder verzwaarde omstandigheden, zoals: Ð overwegend huis-aan-huis bestellingen, Ð alleen stadsverkeer (type taxi),
Ð overwegend korte ritten bij lage temperatuur.
Of langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden:
Ð in warme landen met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C,
Ð in koude landen met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C,
Ð in stoffige gebieden ,
Ð in landen waar de smeermiddelenof brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Is het noodzakelijk gebruik te maken van het onderhoudsschema "Bijzondere Gebruiksomstandigheden", met kortere onderhoudsintervallen: Ð Elke 20.000 km of elk jaar.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES 21
08-12-2003
Op 0 zetten van de onderhoudsintervalindicator Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. De onderhoudsintervalindicator kan op de volgende wijze op 0 wordengezet:
Ð zet het contact af,
Ð druk op knop
1en houd deze
ingedrukt,
Ð zet het contact aan. De kilometerteller begint 10 seconden terug te tellen,
Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
De teller geeft [= 0]aan en het lampje
gaat uit.