7UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
08-12-200374
Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat. SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen het slot van de portieren, het
kofferdeksel (openen), het slotvan de tankdop, het stuurslot,enhet slot van het dashboardkastjeonafhankelijk van elkaarwor-
den bediend, kan de airbag aanpassagierszijde worden uitge-schakeld en kan het contactslotworden bediend. Belast nooit een motordie koud is.
Laat de motor nooit in een afge-sloten ruimte draaien. Breng nooit wijzigingen aan het stuurslot aan. Vergrendeling enontgrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het
kofferdeksel gelijktijdig ver- grendeld worden.
Ð kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleenmet de sleutel in het slot vanhet kofferdeksel ontgrendeldworden. Afstandsbediening Druk op de knop A
om de portieren en de achterklep tevergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer tweeseconden brandenvan de richtingaan-wijzers. Druk op de knop Bom de portie-
ren op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP: Contact afgezet.
2 - 1 e
stand, Accessoires:
Contact afgezet, maaraccessoires kunnen welfunctioneren.
3 - 2 e
stand, Contact aan:
Het contact is aangezet.
4 - Starten: De startmotor wordt inwerking gezet.
Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, wijst ditop een defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de bestuur-
der, bij het aanzetten van het contact, zijnveiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert het lampje gedurende ongeveer2 minuten in combinatie met een steedsluider wordend geluidssignaal. Hetverklikkerlampje blijft branden zolang debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft vastgemaakt. Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km rijden (tankinhoud
ongeveer 47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de tempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (B): de tempera-
tuur is te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkeleseconden branden. Het verklikkerlampje gaat branden als het systeem bij draaiende motoren tijdens het rijden in werkingtreedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje blijvend branden incombinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt als het lampje bij draaiende motoren tijdens het rijden blijft branden.
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde*
Als dit lampje gaat branden in com- binatie met een melding op het mul-
tifunctionele display, wijst dit eropdat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
08-12-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, wijst ditop een defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de bestuur-
der, bij het aanzetten van het contact, zijnveiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert het lampje gedurende ongeveer2 minuten in combinatie met een steedsluider wordend geluidssignaal. Hetverklikkerlampje blijft branden zolang debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft vastgemaakt. Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km rijden (tankinhoud
ongeveer 47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de tempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (B): de tempera-
tuur is te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkeleseconden branden. Het verklikkerlampje gaat branden als het systeem bij draaiende motoren tijdens het rijden in werkingtreedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje blijvend branden incombinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt als het lampje bij draaiende motoren tijdens het rijden blijft branden.
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde*
Als dit lampje gaat branden in com- binatie met een melding op het mul-
tifunctionele display, wijst dit eropdat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
08-12-2003
08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL
92
Automatische bediening Automatisch schakelen in de
vier
versnellingen :
selecteer de stand Din het scha-
kelpatroon.
De versnellingsbak kiest voortdu- rend de meest geschikte versnellingafhankelijk van de volgende parame-ters:
Ð het profiel van de weg,
Ð de belading van de auto. De versnellingsbak werkt dan auto- matisch, zonder dat u zelf hoeft teschakelen. LET OP Zet de selectiehendel nooit in de stand Nals de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in destand Pof Rals de auto niet volledig
stilstaat. Zet de selectiehendel nooit in een andere stand om af te remmen opeen glad wegdek. Opmerkingen
Voor een maximale acceleratie zonder de stand van de selectiehendel te wijzi-gen, moet het gaspedaal volledig wor-den ingedrukt (kick down). De versnel-lingsbak schakelt automatisch terug ofhandhaaft de ingeschakelde versnel-ling totdat de motor het maximum toe-rental bereikt. Bij het remmen schakelt de versnelling- sbak automatisch terug om sterker opde motor af te remmen. Om de veiligheid te verbeteren scha-kelt de versnellingsbak niet naar eenhogere versnelling als u het gaspe-daal plotseling loslaat.
Programma's Sport en Sneeuw Naast het auto-adaptieve programma heeft u de beschikking over twee spe-cifieke programma's. De gekozen stand wordt in het instru- mentenpaneel aangegeven. Programma Sport Druk op de toets Sals de auto is
gestart en de stand Dis geselec-
teerd.
De versnellingsbak maakt automa- tisch een dynamische rijstijl mogelijk. Programma Sneeuw Dit programma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op eenondergrond met weinig grip. Druk op de toets , als de auto is
gestart en de stand Dis geselec-
teerd.
De versnellingsbak past zich aan voor het rijden op gladde wegen. Opmerking: u kunt op elk moment
terugkeren naar het auto-adaptatie- ve programma. Druk nogmaals op de toets Sof
om het huidige programma uit
te schakelen. Handmatige bediening Handmatig
schakelen in de vier
versnellingen: selecteer de stand Min het scha-
kelpatroon,
duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen,
trek de selectiehendel naar hetsymbool Ðom terug te schakelen.
Er kan elk moment van de stand D
(rijden in de automatische stand) naarde stand M (rijden in de handbedien-
de stand) worden geschakeld. Opmerkingen Het schakelen naar een andere stand kan alleen als de snelheid vande auto en het toerental van demotor dit toestaan, anders wordt ertijdelijk overgegaan op de automa-tische bediening. Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de automatische transmissieautomatisch de stand M1.
De programma's S (sport) en
(sneeuw) kunnen niet worden inge-schakeld in de handbediende stand.