3UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
08-12-2003
1Airbag bestuurder Claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmerdashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8
Stuurkolomschakelaarsautoradio
9 Schakelaaralarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatieroos- ter
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbareventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/ventilatie/airconditioning Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels 23
Schakelaar dakbediening
24 Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten
25 Handrem
26 Hendelmotorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming.
7UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
08-12-200374
Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat. SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen het slot van de portieren, het
kofferdeksel (openen), het slotvan de tankdop, het stuurslot,enhet slot van het dashboardkastjeonafhankelijk van elkaarwor-
den bediend, kan de airbag aanpassagierszijde worden uitge-schakeld en kan het contactslotworden bediend. Belast nooit een motordie koud is.
Laat de motor nooit in een afge-sloten ruimte draaien. Breng nooit wijzigingen aan het stuurslot aan. Vergrendeling enontgrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
Ð kunnen de portieren en het
kofferdeksel gelijktijdig ver- grendeld worden.
Ð kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleenmet de sleutel in het slot vanhet kofferdeksel ontgrendeldworden. Afstandsbediening Druk op de knop A
om de portieren en de achterklep tevergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer tweeseconden brandenvan de richtingaan-wijzers. Druk op de knop Bom de portie-
ren op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
1 - STOP: Contact afgezet.
2 - 1 e
stand, Accessoires:
Contact afgezet, maaraccessoires kunnen welfunctioneren.
3 - 2 e
stand, Contact aan:
Het contact is aangezet.
4 - Starten: De startmotor wordt inwerking gezet.
Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
08-12-2003
11UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
9669
VOORSTE AIRBAGS
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op ONairbag aan passagiers-
zijde geactiveerd,
Ð op OFFairbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Controle van de werking
Als bij aangezet contact(2 e
stand) dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaatbranden in combinatie met eenmelding op het multifunctionele
display, betekent dit dat deairbag aan passagierszijde is uit-geschakeld (stand "OFF"van de
schakelaar). Als de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld, blijfthet verklikkerlampjebranden. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Deze zijn beschikbaar voor de passagiersstoel v——r en dienenom een
speciaal kinderzitje te
installeren dat verkocht wordt via
de PEUGEOT-servicepunten. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de spe-ciale bevestigingspunten en zor-gen zo
voor een veilige en snelle
montage van het zitje. Het kinder-
zitje moet met de rug in de rij-richting geplaatst worden voorkinderen tot 13 kg (hierbij is het
verplicht de airbag aan passa-gierszijde uit te schakelen) .
Volg de montage-aanwijzingenin de installatiehandleiding vande fabrikant van het kinderzitje.
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschakelaar:
Ð Schakel de air-
bag aan passa- gierszijde uit alsu een kinderzitjemet de rugleu-ning in de rijrich-ting op de voor-stoel plaatst.
Ð Schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagscha-kelaar:
Ð Plaats geen kinder- zitje met de rugleu- ning in de rijrichtingop de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
* Volgens land van bestemming.
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje airbag passagier uitgeschakeld*
3. Verklikkerlampje airbags voor enzij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsintervalindicator enmotorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storingelektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van deaccu
15. Verklikkerlampje motoroliedruken -temperatuur
16. Temperatuurmeter motorolie
17. Schakelaar dagteller/kilometer-teller 18.
Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP)
19. Snelheidsmeter
20. Koelvloeistoftemperatuurmeter
21. Toerenteller
22. Knop dimmer dashboardverlichting
23. Brandstofmeter
24. Verklikkerlampje brandstofreserve
25. Verklikkerlampje elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
08-12-2003
INSTRUMENTENPANEEL: HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 27
1. Verklikkerlampje veiligheidsgordels bestuurder*
2. Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbagsen zij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampenv——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsintervalindicator enmotorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau enstoring elektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van deaccu
15. Verklikkerlampje motoroliedruken -temperatuur
16. Schakelprogramma's
17. Schakelstandindicatie 18.
Schakelaar dagteller/kilometerteller
19. Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP)
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Knop dimmer dashboardverlichting.
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL: AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
08-12-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, wijst ditop een defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de bestuur-
der, bij het aanzetten van het contact, zijnveiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert het lampje gedurende ongeveer2 minuten in combinatie met een steedsluider wordend geluidssignaal. Hetverklikkerlampje blijft branden zolang debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft vastgemaakt. Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km rijden (tankinhoud
ongeveer 47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de tempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (B): de tempera-
tuur is te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkeleseconden branden. Het verklikkerlampje gaat branden als het systeem bij draaiende motoren tijdens het rijden in werkingtreedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje blijvend branden incombinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt als het lampje bij draaiende motoren tijdens het rijden blijft branden.
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde*
Als dit lampje gaat branden in com- binatie met een melding op het mul-
tifunctionele display, wijst dit eropdat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
08-12-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, wijst ditop een defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de bestuur-
der, bij het aanzetten van het contact, zijnveiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert het lampje gedurende ongeveer2 minuten in combinatie met een steedsluider wordend geluidssignaal. Hetverklikkerlampje blijft branden zolang debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft vastgemaakt. Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km rijden (tankinhoud
ongeveer 47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de tempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (B): de tempera-
tuur is te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkeleseconden branden. Het verklikkerlampje gaat branden als het systeem bij draaiende motoren tijdens het rijden in werkingtreedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje blijvend branden incombinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt als het lampje bij draaiende motoren tijdens het rijden blijft branden.
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde*
Als dit lampje gaat branden in com- binatie met een melding op het mul-
tifunctionele display, wijst dit eropdat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL69
08-12-2003
ISOFIX-BEVESTIGINGEN* De passagiersstoel van uw auto is uitgerust met een
ISOFIX-bevesti-
ging . Deze bevestiging bestaat uit
2 ringen geplaatst tussen de rug ende zitting van de stoel. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die makkelijk kunnen worden verankerd aan deze ringenen zorgen zo voor een veilige,degelijke en snelle montage vanhet ISOFIX-kinderzitje in uw auto.
Een speciaal voor PEUGEOT geho- mologeerd kinderzitje is het KIDDY
Isofix** kinderzitje dat verkrijgbaar
is bij de PEUGEOT servicepunten.Dit zitje kan met de rug in de rijrich-ting worden geplaatst voor kinderenvanaf de geboorte tot 13 kg en methet gezicht in de rijrichting voor kin-deren van 9 tot 18 kg. Voorschriften voor het plaatsen
van een KIDDY Isofix-kinderzitje: Als het zitje voorin met de rug in de rij- richting op de passagiersstoel wordtgeplaatst, moet de voorstoel helemaalnaar voren worden geschoven zodat
het KIDDY Isofix-kinderzitje zo dichtmogelijk, of volledig tegen het dash-board zit.
Het KIDDY Isofix-kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen dieniet zijn voorzien van Isofix-bevestigin-gen. Het is in dat geval verplicht hetzitje te bevestigen met de driepuntsveiligheidsgordels zowel bij plaatsingmet het gezicht in de rijrichting als metde rug in de rijrichting.Als het KIDDY ISOFIX kinderzitjemet de rug in de rijrichting op depassagiersstoel is geplaatst, is hetverplicht de passagiersairbag uit te
schakelen. Anders kan het kind bijhet in werking treden van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken. Deze waarschuwing geldt voor alle kinderzitjes die met de rug in de rij-richting op de voorstoel wordenbevestigd.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzing vande fabrikant van het kinderzitje.
* Volgens uitvoering. **
U kunt op de ISOFIX-bevestigingen in uw auto alleen de door PEUGEOTgehomologeerde ISOFIX-kinderzitjes,
die verkrijgbaar zijn bij de PEUGEOT-servicepunten, verankeren.