Page 129 of 360

129
Veiligheid
5
Verwijder de hoofdsteun voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst.Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun weer zodra het kinderzitje is verwijderd.
WARNI NG
Plaatsen van een zittingverhogerHet bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen, zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de dijen van het kind ligt.Gebruik een zittingverhoger met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
WARNI NG
Extra beveiligingGebruik het kinderslot om te voorkomen dat de portieren en zijruiten achter per ongeluk worden geopend.Zorg ervoor dat de zijruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.Plaats zonneschermen op de zijruiten achter om jonge kinderen tegen de zon te beschermen.Laat uit veiligheidsoverwegingen:
– geen kinderen zonder toezicht in de auto achter,– nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,– de sleutels nooit binnen bereik van kinderen achter in de auto.
Kinderzitje achterin
Tweede zitrij
Gezicht in de rijrichting of gezicht tegen de rijrichting in
► Schuif de voorstoel naar voren en zet de rugleuning ervan rechtop, zodat de benen van het kind in het kinderzitje “met gezicht in de rijrichting” of het kinderzitje “met gezicht tegen de rijrichting in” zelf de voorstoel niet raakt.
► Zorg ervoor dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje “met gezicht in de rijrichting” en de rugleuning van de achterzitplaats zo klein mogelijk is. Idealiter raken ze elkaar.► Zet de achterzitplaats in de achterste stand, met de rugleuning rechtop.
NOTIC E
Controleer of de veiligheidsgordel goed aangetrokken is.Controleer bij kinderzitjes met een steun of deze steun stevig en stabiel op de vloer staat. Verzet indien nodig de voorstoel van de auto.
Derde zitrij
Als er een kinderzitje op een stoel van de derde zitrij wordt geplaatst, schuif de tweede zitrij dan naar voren en zet de rugleuningen rechtop, zodat het kinderzitje en de benen van het kind de stoelen op de tweede zitrij niet raken.
Page 130 of 360

130
Kinderzitje voorin
► Zet de voorpassagiersstoel in de hoogste stand en schuif hem zo ver mogelijk naar achteren,
met de rugleuning rechtop.
“Gezicht in de rijrichting”
WARNI NG
De voorpassagiersairbag moet ingeschakeld blijven.
“Gezicht tegen de rijrichting in”
WARNI NG
De voorpassagiersairbag moet worden uitgeschakeld voordat een kinderzitje “met gezicht tegen de rijrichting in” wordt geplaatst. Anders kan het kind ernstig gewond raken bij het afgaan van de airbag.
Waarschuwingslabel - Voorpassagiersairbag
Houd u aan de volgende instructies die zijn vermeld op het waarschuwingslabel aan beide zijden van de zonneklep aan passagierszijde:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waarvan de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag kan het KIND LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag
WARNI NG
Schakel voor de veiligheid van het kind de
voorpassagiersairbag ALTIJD uit als u een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel plaatst. Anders kan het kind ernstig gewond raken wanneer de airbag wordt geactiveerd.
Page 131 of 360

131
Veiligheid
5
WARNI NG
Auto's zonder schakelaar voor het uitschakelen/inschakelenHet is uitdrukkelijk verboden een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen - het kind zou ernstig gewond kunnen raken bij het afgaan van de airbag!
Uitschakelen/weer inschakelen van de
voorpassagiersairbag
Indien uw auto hiermee is uitgerust, bevindt de schakelaar zich in het dashboardkastje.
Met het contact UIT:► Steek de sleutel in de schakelaar en draai hem in de stand OFF om de airbag uit te schakelen. ► Draai de sleutel in de stand ON om de airbag weer in te schakelen.Als het contact AAN wordt gezet:Dit waarschuwingslampje gaat branden. Het blijft branden zolang de airbag is uitgeschakeld.OfDit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de airbag is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met een driepuntsveiligheidsgordel worden vastgemaakt.
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1Wordt “tegen de rijrichting in” geplaatst.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L5Kan aan de ISOfix-bevestigingen van de auto worden bevestigd.Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Voor kinderen die zwaarder zijn dan 25 kg kan een versie worden gebruikt met een afneembare rugleuning. Gebruik voor een
betere bescherming echter een zittingverhoger met rugleuning voor alle kinderen tot maximaal 36 kg.
Page 132 of 360
132
Plaatsen voor het bevestigen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer \
met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een un\
iverseel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind/adviesleeftijd
ZitplaatsTot 13 kg(groep 0 (b) en 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
15 - 25 kg(groep 2)Van 3 tot ongeveer 6 jaar
22 - 36 kg(groep 3)Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Cabine/eerste zitrij (c) (f)
Afzonderlijke stoel, passagiersstoelU
Bank, buitenste zitplaatsU
Bank, middelste
zitplaats
X
Tweede zitrij (d) (vaste en neerklapbare bank)
AchterstoelenU
Page 133 of 360
133
Veiligheid
5
PROACE VAN
Gewicht van het kind/adviesleeftijd
ZitplaatsTot 13 kg(groep 0 (b) en 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
15 - 25 kg(groep 2)Van 3 tot ongeveer 6 jaar
22 - 36 kg(groep 3)Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Eerste zitrij (c)
Afzonderlijke stoel, passagiersstoel met passagiersairbag uitgeschakeld OFFUF
Afzonderlijke stoel, passagiersstoel met passagiersairbag ingeschakeld ONXUF
Bank, middelste zitplaats met passagiersairbag uitgeschakeld OFF of ingeschakeld ON
X
Bank, buitenste zitplaats met passagiersairbag uitgeschakeld OFFUF
Bank, buitenste zitplaats met passagiersairbag ingeschakeld ONXUF
Tweede en derde zitrij
AchterstoelenU
Page 134 of 360
134
PROACE VERSO
Gewicht van het kind/adviesleeftijd
ZitplaatsTot 13 kg(groep 0 (b) en 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
15 - 25 kg(groep 2)Van 3 tot ongeveer 6 jaar
22 - 36 kg(groep 3)Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Eerste zitrij (c)
Passagiersstoel (elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag uitgeschakeld OFF
UF
Passagiersstoel (elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag ingeschakeld ON
XU
Passagiersstoel (zonder hoogteverstelling) met passagiersairbag uitgeschakeld OFF
UF
Passagiersstoel (zonder hoogteverstelling) met passagiersairbag ingeschakeld ON
XU
Tweede (d) en derde (d) zitrij
AchterstoelenU
Page 135 of 360
135
Veiligheid
5
PROACE VERSO
Gewicht van het kind/adviesleeftijd
ZitplaatsTot 13 kg(groep 0 (b) en 0+)Tot ongeveer 1 jaar
9 - 18 kg(groep 1)Van 1 tot ongeveer 3 jaar
15 - 25 kg(groep 2)Van 3 tot ongeveer 6 jaar
22 - 36 kg(groep 3)Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Eerste zitrij (c)
Passagiersstoel (elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag uitgeschakeld OFF
UF
Passagiersstoel (elektrisch verstelbaar) met passagiersairbag ingeschakeld ON
XU
Tweede (d) en derde (d) zitrij
Buitenste zitplaatsenUF
Middelste zitplaats (e)UF
Page 136 of 360

136
U:Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel “tegen de rijrichting in” als “in de rijrichting geplaatst”.
UF:Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, “in de rijrichting geplaatst”.
X:Zitplaats die niet geschikt is voor het plaatsen van een kinderzitje uit de aangegeven gewichtsgroep.
(a)Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b)Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Op de passagiersplaats(en) vóór en op de stoelen van de derde zitrij kan geen reiswieg of kinderbedje voor in de auto worden bevestigd.
(c)Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d)Als u een kinderzitje in de rijrichting of tegen de rijrichting in op de zitplaats achter bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren en zet vervolgens de rugleuning rechtop om voldoende ruimte over te laten voor het kinderzitje en de benen van het kind.
(e)Het zitje kan in het midden van de auto worden geplaatst; de buitenste zitplaatsen kunnen dan niet worden gebruikt.
(f)Als een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel is geplaatst, moet de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld. Anders kan het kind ernstig gewond raken wanneer de airbag wordt geactiveerd.
ISOfix-bevestigingspunten
en i-Size