Page 49 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-26
4
Instellingswijzigingen aanbrengen
1. Selecteer “Shift IND Setting”. 2. Selecteer “IND Mode”.
3. Selecteer “ON” voor een constante in-
dicatorverlichting, “OFF” om de indi-
cator uit te schakelen of “Flash” om de
schakelindicator te laten knipperen
wanneer de activeringsdrempel voor
de indicator is bereikt.
4. Selecteer “IND Start”. 5. Draai de wielschakelaar om het toe-
rental in te stellen waarbij de scha-
kelindicator gaat branden. “IND Start”
operationeel bereik is 8000–
14800 tpm.
6. Selecteer “IND Stop” en draai vervol- gens de wielschakelaar om het toe-
rental in te stellen,waarbij de
Stel de kleurenweergave
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF” en pas aan
bij hoeveel tpm de toeren-
teller groen of oranje
wordt.
Stel de peak rev-indicator
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF”.
Tach INDSettingPeak Rev IND Setting
GP GPS
WallpaperUnit
Shift Indicator
Display Setting MENU
Maintenance
Brightness
km/h
10 :
00
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
UB3LD1D0.book Page 26 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 50 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
4
schakelindicator dooft. “IND Stop”
operationeel bereik is 8500–
15000 tpm.
OPMERKINGHet blauwe gebied op de toerenteller geeft
het huidige ingestelde bereik aan van de
schakelindicatorverlichting.“Shift IND Brightness”
De schakelindicatorverlichting heeft zes
helderheidsniveaus.
Selecteer “Shift IND Brightness”, gebruik
vervolgens de wielschakelaar om de instel-
ling aan te passen. Druk kort op de wiel-
schakelaar om de instelling te bevestigen
en af te sluiten. “Tach IND Setting”
Met deze module kunt u de kleurenweerga-
ve van de toerenteller in- of uitschakelen.
Indien uitgeschakeld, zal de toerenteller alle
tpm-niveaus onder de rode zone weerge-
ven in zwart of wit (afhankelijk van de instel-
lingen voor de achtergrond). Indien
ingeschakeld, kunnen de midden- en mid-
den-tot-hoge tpm-zones worden ingesteld
om in de kleuren groen en vervolgens oran-
je te worden weergegeven.
1. Selecteer “Tach IND Setting”. 2. Selecteer “IND Mode”.
3. Selecteer ON om de kleurenweerga-
vemodus van de toerenteller in te
schakelen (of selecteer OFF om deze
functie uit te schakelen).
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
Shift Indicator
Shift IND Brightness
km/h
GPS
10 :
00
3
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
UB3LD1D0.book Page 27 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 51 of 134
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-28
4
4. Selecteer “Tach IND 1st” om de tpm
voor het begin van de groene zone in
te stellen.
5. Stel de tpm voor het begin in door de wielschakelaar te draaien en vervol-
gens kort in te drukken. Alle tpm bo-
ven deze waarde tot de
instellingswaarde voor “Tach IND 2nd” (of de rode zone boven
14000 tpm) worden groen weergege-
ven.
OPMERKINGBegin instellingsbereik groene balk: 8000
Page 52 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-29
4
2. Selecteer “IND Mode” en selecteer
vervolgens ON (om de indicator in te
schakelen) of OFF (om de indicator uit
te schakelen).
3. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten. “Display Setting”
Met deze module kunt u de items (zoals
TRIP-1, ODO, C. TEMP, enz.) voor informa-
tieweergave op het hoofdscherm groepe-
ren. Er zijn vier weergavegroepen.
De weergavegroepen instellen
1. Selecteer “Display Setting” in het
scherm MENU.
2. “DISPLAY-1”, “DISPLAY-2”, “DIS- PLAY-3” en “DISPLAY-4” worden
weergegeven.
3. Selecteer bij wijze van voorbeeld “DISPLAY-1”.
4. Selecteer “STREET MODE 1-1”.
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
IND Mode ON
Peak Rev IND Setting Shift Indicatorkm/h
GPGPS
10
:
00
1. Item van informatiedisplay (STREET MODE)
1. Item voor informatieweergave (TRACK MO-
DE)
1 y2
GPS
N
LCS
QS
LIF 2
ODO
123456
TRIP-1
1234.5
1000 r/min
km
km
km/h
10 :
00
MODE-
APWR
1
TCS
3
SCS
2
EBM
1
T-2
1
N
12
12 34
LAP 01
ODO
km
123456
LATEST
1000 r/min
km/h
123
km/h
123
GEAR
GPS
LCS
QS
LIF
10 :
00
MODE-
APWR
1
TCS
3
SCS
2
EBM
1
T-2
2
1
GP GPS
Unit
Maintenance
Wallpaper
Shift Indicator MENU
Logging
Display Setting
km/h
10 :
00
GP GPS
DISPLAY-3 DISPLAY-2
DISPLAY-4
Display Setting
DISPLAY-1
km/h
10 :
00
UB3LD1D0.book Page 29 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 53 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-30
4
5. Selecteer het gewenste item voor de
informatieweergave met de wielscha-
kelaar.OPMERKINGDe selecteerbare items van de informatie-
weergave zijn:
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
TRIP-1: ritteller 1 TRIP-2: ritteller 2
ODO: kilometerteller
FUEL CON: de hoeveelheid verbruikte
brandstof
FUEL AVG: gemiddeld brandstofverbruik
CRNT FUEL: huidig brandstofverbruik
6. Selecteer “STREET MODE 1-2” of
“TRACK MODE” om de resterende
groepsitems voor DISPLAY-1 in te
stellen.
7. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten. Herhaal de procedure
vanaf stap 3 om de andere weergave-
groepen in te stellen.
“Brightness”
Met deze module kunt u het algemene hel-
derheidsniveau van het weergavescherm
aanpassen. De helderheid instellen
1. Selecteer “Brightness” in het scherm
MENU.
2. Selecteer het gewenste helderheids- niveau door aan de wielschakelaar te
draaien en druk vervolgens kort op de
wielschakelaar om de instelling vast te
leggen.
“Clock”
Met deze module kunt u de klok instellen.
STREET MODE 1 - 1 A.TEMP
C.TEMP
C.TEMP
Display Setting
DISPLAY-1km/h
GPS
10 :
00
TRACK MODE STREET MODE 1 - 2 STREET MODE 1 - 1 A.TEMP
C.TEMP
C.TEMP
Display Setting
DISPLAY-1km/h
GPS
10 :
00
TRACK MODE STREET MODE 1 - 2
STREET MODE 1 - 1 A.TEMP
C.TEMP
C.TEMP
Display Setting
DISPLAY-1km/h
GPS
10 :
00
TRACK MODE STREET MODE 1 - 2
GP GPS
Wallpaper Unit
Shift Indicator
Display Setting MENU
Maintenance
Brightness
km/h
10 :
00
Brightness
km/h
GPS
10 :
00
2
UB3LD1D0.book Page 30 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 54 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-31
4
De klok instellen1. Selecteer “Clock” in het scherm ME-
NU.
2. Wanneer “Clock” is geselecteerd, worden de uren gemarkeerd.
3. Stel het uur in door de wielschakelaar te draaien en vervolgens kort in te
drukken. 4. De minuten worden nu gemarkeerd.
5. Stel de minuten in door de wielscha-
kelaar te draaien en vervolgens kort in
te drukken. 6. Druk opnieuw kort op de wielschake-
laar om af te sluiten en terug te gaan
naar het scherm MENU.
“All Reset”
Deze module stelt, behalve de kilometertel-
ler en de klok, alles terug naar de stan-
daard- of fabrieksinstelling.
Selecteer YES om alle items terug te stel-
len. Nadat YES is geselecteerd worden alle
items teruggesteld en keert de weergave
automatisch terug naar het scherm MENU.
GP GPS
Shift Indicator Wallpaper
Display Setting Brightness MENU
Unit
Clock
km/h
10 :
00
Clock
km/h
10 :
00
11 :
34
Clock
km/h
10 :
00
10 :
34
Clock
km/h
10 :
00
10 34
:
Clock
km/h
10 :
00
10 :
58
UB3LD1D0.book Page 31 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 55 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-32
4
DAU12823
KoppelingshendelTrek om de aandrijflijn te ontkoppelen van
de motor, bijvoorbeeld om te schakelen, de
koppelingshendel in. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen, zodat ver-
mogen wordt overgebracht op het achter-
wiel.OPMERKINGVoor soepel schakelen moet de hendel snel
worden ingetrokken en langzaam worden
losgelaten. (Zie pagina 6-3.)
DAU83692
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 6-3.)
De schakelstang is voorzien van een scha-
kelsensor, die deel uitmaakt van het snel-
schakelsysteem. De schakelsensor
detecteert bewegingen omhoog en omlaag
en de kracht waarmee het schakelpedaal
wordt bediend.
OPMERKINGOm onbedoelde schakelacties te voorko-
men, is het snelschakelsysteem gepro-
grammeerd om onduidelijke invoersignalen
te negeren. Schakel daarom steeds met
vlotte en voldoende krachtige bewegingen.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
2. Schakelstang
1
2
UB3LD1D0.book Page 32 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 56 of 134

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-33
4
DAU26827
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, drukt u de remhendel
iets van de gasgreep af en draait u het stel-
wiel. Zorg dat het nummer van de instelling
op het stelwiel is uitgelijnd met het merkte-
ken op de remhendel.
DAU12944
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU88462
Remregelsysteem (BC)Het remregelsysteem reguleert de hydrauli-
sche remdruk naar het voor- en achterwiel
onafhankelijk als de remhendel of het rem-
pedaal wordt bediend en wielblokkering
wordt gedetecteerd. Er zijn twee instellin-
gen, BC1 en BC2.
BC1 is het standaard ABS, dat de remdruk
aanpast op basis van de rijsnelheid en de
wielsnelheidsgegevens. BC1 is ontworpen
om in te grijpen en de remkracht te maxi-
maliseren bij rechtuit rijden.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Als het remregelsy-
steem wordt geactiveerd, kan een pulsatie
voelbaar zijn in de remhendel of het rempe-
daal doordat de hydraulische eenheid
wordt ingeschakeld en de remdruk ver-
laagt. Ga in dat geval door met de bedie-
ning van de remhendel en het rempedaal
en laat het ABS het werk doen. Ga niet
pompend remmen, dit vermindert de rem-
effectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
1. Remhendel
2. Afstand
3. Referentiemerkteken
4. Stelwiel
1
2
4
3
1. Rempedaal
UB3LD1D0.book Page 33 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM