Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-9
4
DAU79286
WeergaveDe weergave heeft twee verschillende
weergavemodi voor het hoofdscherm:
STREET MODE en TRACK MODE. De
meeste functies zijn zichtbaar in beide mo-
di, maar er is een klein verschil in indeling.
De volgende items kunnen op de weergave
worden gevonden.
Snelheidsmeter
Toerenteller
Informatieweergave
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Drukindicator voorrem
Acceleratie-indicator
YRC-instellingsweergave
MODE/PWR/TCS/SCS/EBM
YRC-instellingsweergave
LCS/QS/LIF/BC
ERS-indicator (YZF-R1M)
GPS-indicator (modellen met CCU)
Indicator registratie (modellen met
CCU)
Klok
Hold-indicator voor toerenpiek
Rondetimer
Diverse waarschuwingspictogram-
men
Waarschuwing foutmodus “Err”
OPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie
is het normaal dat een klein aantal pixels in-
actief is.
STREET MODE1. YRC-items LCS/QS/LIF/BC
2. Snelheidsmeter
3. GPS-indicator (modellen met CCU)
4. Indicator registratie (modellen met CCU)
5. Klok
6. Indicator piektoerental
7. Drukindicator voorrem
8. Acceleratie-indicator
9. Aanduiding ingesc hakelde versnelling
10.ERS-indicator (YZF-R1M)
11.YRC-items MODE/PWR/TCS/SCS/EBM
12.Informatieweergave
13.Toerenteller
1 2
GPS
N
LCS
QS
LIF 2
ODO
123456
TRIP-1
1234.5
1000 r/min
km
km
km/h
10:
00
MODE-
APWR
1
TCS
3
SCS
2
EBM
1
T-2
6
11 978
3
1
10
25
4
13
12
UB3LD1D0.book Page 9 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-14
4
Waarschuwingspictogrammen
Als een fout wordt gedetecteerd, worden
de volgende foutgerelateerde waarschu-
wingspictogrammen weergegeven.Waarschuwing SCU-storing “ ” (YZF-R1M)Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in de voor- of
achtervering. Waarschuwing hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 117 °C (242 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als de machine voor het eerst
wordt ingeschakeld, moet nog oliedruk
worden opgebouwd. Daarom wordt dit pic-
togram weergegeven totdat de motor is ge-
start.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingspictogram oliedruk doorlo-
pend knipperen.
LET OP
DCA26410
Laat de motor niet draaien als de olie-
druk laag is.Waarschuwing foutmodus “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en “ ” duidt op een ECU-fout.
“Err” en “ ” duidt op een SCU-fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de YRC-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.
1. Waarschuwingspictogram SCU-storing
“”
2. Waarschuwing hulpsysteem “ ”
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe- ratuur “ ”
4. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
5. Waarschuwing foutmodus “Err” (vervangt klok indien geactiveerd)1000 r/min
4
12
5
3
Er r
UB3LD1D0.book Page 14 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-15
4
DAU7929B
Scherm MENUHet scherm MENU bevat de volgende in-
stellingsmodules. Selecteer een module
om gerelateerde instellingswijzigingen aan
te brengen. Alhoewel sommige instellingen
kunnen worden gewijzigd of teruggesteld
via het hoofdscherm, biedt het scherm
MENU toegang tot alle weergave- en be-
dieningsinstellingen.
Toegang en gebruik van MENU
De volgende bedieningen van de wielscha-
kelaar zijn algemene bedieningen voor toe-
gang, selectie en verplaatsing binnen het
scherm MENU en de bijbehorende modu-
les.
Lang indrukken - houd de wielschakelaar
gedurende een seconde ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot het scherm MENU of om
het scherm MENU volledig af te sluiten. Selecteren
- draai de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om de gewenste module of
het gewenste instellingsitem te markeren
en druk vervolgens kort op de wielschake-
laar (druk de wielschakelaar kort in) om de
selectie te bevestigen.
Driehoekssymbool - bepaalde instellings-
schermen bevatten een item met een naar
boven of naar beneden wijzend driehoeks-
symbool. Selecteer het driehoeksymbool
om aangebrachte wijzigingen op te slaan
en het scherm af te sluiten.
OPMERKING Als er machinebeweging wordt gede-
tecteerd, zal het scherm automatisch
MENU afsluiten en naar het hoofd-
scherm gaan.
Sluit het scherm af met het drie-
hoeksymbool om te verzekeren dat de
gewenste wijzigingen worden opge-
slagen. Als u alleen maar lang drukt en
het scherm MENU volledig afsluit,
worden de wijzigingen mogelijk niet
opgeslagen.“Display Mode”
Er zijn twee weergavemodi voor het hoofd-
scherm, STREET MODE en TRACK MODE.
Module Beschrijving
Schakel de weergave van
het hoofdscherm tussen
street mode en track mo-
de.
YRC-instellingen (alle mo-
dellen) en ERS-instellingen
(YZF-R1M) aanpassen.
Rondetijden weergeven en
terugstellen.
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
Display Mode
Schakel de registratiefunc-
tie voor machine-informa-
tie in/uit (modellen met
CCU).
Geef drie intervallen voor
het onderhoudsitem weer
en stel deze terug.
Stel brandstofverbruik en
afstandseenheden in.
Stel achtergrondkleuren in.
Schakel de schakelindica-
tor in/uit en pas de instel-
lingen van de toerenteller
aan.
Stel de items in voor het
multifunctionele weerga-
vevenster.
Pas de helderheid van het
scherm aan.
Pas de klok aan.
Zet alle instellingen terug
naar fabrieksinstellingen.
LoggingMaintenance
Unit
WallpaperShift IndicatorDisplay SettingBrightness
Cloc
k
All Reset
UB3LD1D0.book Page 15 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-16
4
Instellen van de weergavemodus voor hethoofdscherm1. Selecteer “Display Mode” in het
scherm MENU.
2. Selecteer “STREET MODE” of “TRACK MODE” (of selecteer het drie-
hoeksymbool om af te sluiten). 3. Druk lang op de wielschakelaar om
het scherm MENU af te sluiten of ge-
bruik de wielschakelaar om een ande-
re module te selecteren.
“YRC Setting”
Me t d ez e m o d ul e k u nt u de v i er YR C-m o di
MODE-A, MODE-B, MODE-C en MODE-D
op maat instellen door de instellingsni-
veaus (of eventueel de aan/uit-status) van
de YRC-items PWR, TCS, SCS, LCS,
QSS, LIF, EBM en BC aan te passen. Voor
YZF-R1M kunt u de aan elke YRC-modus
gekoppelde ERS-modus selecteren en te-
vens de instellingsniveaus van de ERS-
modi aanpassen.
OPMERKING Tractieregeling heeft 9 instellingsni-
veaus en ERS heeft 6 modi.
Wanneer er meer selecties (instel-
lingsniveaus of modi) beschikbaar zijn
dan in één keer op het scherm kunnen
worden weergegeven, verschijnt een
schuifbalk om aan te geven dat er ex-
tra selecties beschikbaar zijn door te
schuiven.
PWR
Selecteer PWR-1 voor de meest agressieve
gasrespons, PWR-2 en PWR-3 voor een
soepelere gasgreep/motorrespons en ge-
bruik PWR-4 op regenachtige dagen of
wanneer u minder motorvermogen wenst.
Tractieregeling
Dit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instelllingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole (systeeminterventie) er
wordt toegepast. Er zijn 9 instellingsni-
veaus beschikbaar. Instellingsniveau 1 oe-
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
km/h
10 :
00
TRACK MODE
STREET MODE
Display Mode
1. PWR 1
2. PWR 2
3. PWR 3
4. PWR 4
5. Gasklepopening
6. Bediening gasgreep
5
64
3 2
1
UB3LD1D0.book Page 16 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-18
4
OPMERKINGStel QS in op 1 voor sportief rijden
of circuitgebruik.
Stel QS in op 2 voor toeren of
stadsverkeer.LIF
LIF kan worden ingesteld op 1, 2, 3 of OFF.
Instellingsniveau 3 vermindert het sterkst
het omhoog komen van het wiel en instel-
lingsniveau 1 oefent de minste systeemin-
terventie uit. OFF schakelt LIF uit en LCS
wordt gedeactiveerd voor de geselecteer-
de YRC-modus. EBM
Dit systeem heeft drie instellingen. Niveau
1 oefent de minste interventie van het mo-
torremsysteem uit, en daarmee de hoogste
motorremkracht. Niveau 3 oefent de mees-
te interventie van het motorremsysteem uit,
en daarmee de laagste motorremkracht.
BC
Selecteer BC1 als u alleen het standaard
ABS wilt gebruiken. Selecteer BC2 om het
remregelsysteem de remdruk te laten regu-
leren in de bochten om laterale wielslip te
beperken.
OPMERKINGVoor ervaren rijders en bij circuitgebruik
kan het BC2-remsysteem bij wisselende
omstandigheden vroeger ingrijpen dan ver-
wacht in relatie tot uw beoogde snelheid of
lijn in de bochten.Een YRC-modus op maat instellen of eenYRC-item aanpassen1. Selecteer “YRC Setting” op het
scherm MENU. 2. Het scherm “YRC Setting” wordt
weergegeven en het vak voor YRC-
modus “YRC” wordt gemarkeerd.
Druk kort op de wielschakelaar om
toegang te krijgen tot het vak en se-
lecteer vervolgens YRC-modus A, B,
C of D die u wilt aanpassen.
1. Systeeminterventie
2. Wiellift
1 3
2
1
LIF
2
YRC SettingLap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
UB3LD1D0.book Page 18 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-22
4
Deze module heeft twee opties. “Display”
geeft de rondetijdrecord weer. “Reset” ver-
wijdert de rondetijdrecord.
Rondetijdrecord bekijkenSelecteer “Display”. Rondetijdrecord terugstellen
1. Selecteer “Reset”. 2. Selecteer “YES” om alle rondetijdge-
gevens te verwijderen. (Selecteer
“NO” om af te sluiten en terug te gaan
naar het vorige scherm zonder het
ronderecord terug te stellen.)
“Logging” (modellen met CCU)
Machine- en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een
smartapparaat (zie “CCU” op pagina 4-39).
YRC Setting Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
km/h
10 :
00
Reset
Display
Lap Time
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord
km/h
10
:
00
Reset
Display
Lap Time
LAP 1
LAP 2
LAP 3
LAP 4 FASTEST / LAP 12
02:54.56
02:55.20
02:56.04
02:56.80 02:34.56
02:53.00
AVERAGE Lap Timekm/h
GP GPS
10
:
00
1
2
3
km/h
10 :
00
Reset
Display
Lap TimeNO
Reset ?
Lap Time
YES
km/h
GP GPS
10:
00
UB3LD1D0.book Page 22 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-24
4
3. Druk lang op de wielschakelaar om
het item terug te stellen.OPMERKINGNamen van onderhoudsitems kunnen niet
worden gewijzigd.“Unit”
Met deze module kunt u de weergave wis-
selen tussen kilometers en mijlen. Bij gebruik van kilometers kunnen de een-
heden voor brandstofverbruik worden ge-
wisseld tussen km/L of L/100km. Bij
gebruik van mijlen is MPG beschikbaar.
Instellen van eenheden voor afstand of
brandstofverbruik1. Selecteer “Unit” op het scherm ME-
NU.
2. Selecteer het eenheidsitem voor af- stand of verbruik dat u wilt aanpassen.
OPMERKINGWanneer “km” is geselecteerd, kunt u
“km/L” of “L/100km” instellen als eenhe-
den voor brandstofverbruik. Ga als volgt
verder om de eenheden voor brandstofver-
bruik in te stellen. Sla als “mile” wordt ge-
selecteerd stap 3 over.3. Selecteer de eenheden die u wilt ge-bruiken.
INTERVAL 2 OIL
INTERVAL 1 123456 km
123456 km
123456 km
Maintenancekm/h
GPS
10
:
00
INTERVAL 2 OIL
INTERVAL 1 123456 km
123456 km
Maintenancekm/h
GPS
10
:
00
0 km
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
km/L or L/100km km/L
km or mile
km
Unitkm/h
GP GPS
10
:
00
km/L or L/100km km/L
km or mile
km
Unitkm/h
GP GPS
10
:
00
UB3LD1D0.book Page 24 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-25
4
4. Selecteer het driehoekssymbool om
af te sluiten.
“Wallpaper”
Met deze module kunt u voor de STREET
MODE en TRACK MODE de achtergrond-
kleuren van de weergave afzonderlijk in-
stellen op zwart of wit, voor zowel dag- als
nacht-instellingen. Een fotosensor op het
instrumentenpaneel detecteert de lichtom-
standigheden en wijzigt automatisch de
weergave van dag- naar nachtinstelling. De
fotosensor controleert ook een subtiele,
automatische heldherheidsaanpassing bin-
nen de dag- en nachtmodi als aanpassing
op het omgevingslicht.
Achtergrond instellen1. Selecteer “Wallpaper” op het scherm MENU. 2. Selecteer de modus die u wilt aanpas-
sen (selecteer DAY voor de weergave-
instellingen voor overdag of NIGHT
voor de weergave-instellingen bij
nacht).
3. Selecteer de achtergrondkleur (selec- teer “BLACK” voor een zwarte achter-
grond of “WHITE” voor een witte
achtergrond). 4. Selecteer het driehoekssymbool om
af te sluiten.
5. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om een andere achtergrondkleur in te
stellen of selecteer het driehoeksym-
bool om deze module af te sluiten.
“Shift indicator”
De schakelindicatormodule bevat de vol-
gende modules.1. Lichtsensor
1
GP GPS
Unit
Maintenance
Wallpaper
Shift Indicator MENU
Logging
Display Setting
km/h
10 :
00
GP GPS
TRACK MODE (day)
STREET MODE (night)
TRACK MODE (night) Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
10 :
00
Module Beschrijving
Stel het schakelindicator-
patroon in op “ON”,
“Flash”, of “OFF” en pas
aan bij hoeveel tpm de in-
dicator aangaat of uitgaat.
Pas de helderheid van de
schakelindicator aan.
WHITE BLACK
Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
GP GPS
10 :
00
Shift IND
SettingShift IND
Brightness
UB3LD1D0.book Page 25 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM