Page 329 of 360

329
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of sluit het USB-apparaat via een geschikte kabel (niet meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren als het apparaat voor de eerste keer wordt aangesloten.Het verminderen van het aantal andere dan muziekbestanden en van het aantal mappen zal de wachttijd bekorten.De afspeellijsten worden telkens wanneer het contact UIT wordt gezet of een USB-stick wordt aangesloten bijgewerkt. Het audiosysteem onthoudt deze lijsten, die vervolgens sneller worden geladen als ze niet zijn gewijzigd.
Selecteren van de bron
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer de bron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de uitvoering/afhankelijk van het land.Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting.
NOTIC E
De videobedieningscommando's zijn alleen toegankelijk via het touchscreen.
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “BRONNEN”.Selecteer Video om de video te starten.
Druk, om de USB-stick te verwijderen, op de pauzetoets om de video te stoppen en verwijder de USB-stick.Het systeem kan videobestanden afspelen in de formaten MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263, VP8, WMV en RealVideo.
Bluetooth®-audiostreaming
Met audiostreaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare
apparaat af (hoog geluidsniveau).Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts).De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
Page 330 of 360

330
De softwareversie van het audiosysteem kan incompatibel zijn met de generatie van de Apple®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor USB-geheugens, BlackBerry®-apparaten en spelers van Apple® die op de USB-aansluiting kunnen worden aangesloten. De adapterkabel is niet
meegeleverd.Het apparaatbeheer vindt plaats met de bedieningsorganen van het audiosysteem.Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien compatibel).Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met de extensie “.wma”, “.aac”, “.flac”, “.ogg” en “.mp3” met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.Andere typen bestanden (“.mp4” enz.) kunnen niet worden afgespeeld.Bestanden met de extensie “.wma” moeten voldoen aan de WMA 9-standaard.De ondersteunde sampling rates zijn 32, 44 en 48 kHz.Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen maximaal 20 karakters te gebruiken; vermijd daarbij speciale tekens (bijv.: “ ? . ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
NOTIC E
We raden aan de originele USB-kabel te gebruiken voor het draagbare apparaat.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
WARNI NG
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de handleiding van de telefoon en uw provider voor informatie over welke diensten beschikbaar zijn.
NOTIC E
De Bluetooth-functie moet zijn geactiveerd en de telefoon moet zijn geconfigureerd als “zichtbaar voor alle apparaten” (in de telefooninstellingen).
Controleer bij het voltooien van de koppeling, ongeacht of dit vanaf de telefoon of het systeem
wordt gedaan, of de code in het systeem gelijk is aan die in de telefoon.
NOTIC E
Als de koppelingsprocedure mislukt, raden we aan de Bluetooth-functie op de telefoon te deactiveren en vervolgens opnieuw te activeren.
Procedure via de telefoon
Selecteer de systeemnaam in de lijst met gedetecteerde apparaten.Accepteer in het systeem het verbindingsverzoek van de telefoon.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Bluetooth zoeken”.
OfSelecteer “Zoeken”.Het overzicht van gedetecteerde telefoons wordt weergegeven.Selecteer de naam van de gewenste telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de telefoon voor:
Page 331 of 360

331
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
– “Telefoon” (handsfree-set, uitsluitend telefoon);– “Streaming” (streaming: draadloos afspelen van audiobestanden op de telefoon);– “Mobiele internetgegevens”.
NOTIC E
Om gebruik te kunnen maken van onlinenavigatie moet het profiel “Mobiele internetgegevens” zijn geselecteerd, nadat u het delen van de smartphoneverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en berichten te accepteren.
NOTIC E
De mogelijkheid van het systeem om via één profiel verbinding te maken, hangt af van de telefoon.Het is mogelijk dat standaard alle drie de profielen worden gebruikt voor de verbinding.
NOTIC E
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar toyota.nl voor meer informatie (compatibiliteit, hulp, enz.).
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).Wijzigen van het verbindingsprofiel:Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de toets “Details”.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Beheren van gekoppelde telefoons
Met deze functie kunt u een apparaat verbinden of loskoppelen of een gekoppelde telefoon verwijderen.Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Bluetooth-verbinding” om de
lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de telefoontoets op het stuurwiel om een binnenkomende oproep te beantwoorden.En
Page 332 of 360

332
Druk lang
op de telefoontoets op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfSelecteer “Gesprek beëindigen” op het touchscreen.
Een gesprek tot stand brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Voer het telefoonnummer in via het digitale toetsenbord.Druk op “Bellen” om het gesprek te starten.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina
weer te geven.Of houd de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Contact”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.Selecteer “Bellen”.
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.OfHoud de
telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer “Oproepen”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
NOTIC E
U kunt altijd direct via de telefoon bellen; breng echter wel voor de veiligheid de auto eerst tot stilstand.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Contact”.
Selecteer “Aanmaken” om een nieuw contact toe te voegen.Voer op het tabblad “Telefoon” het telefoonnummer/de telefoonnummers van het contact in.Voer op het tabblad “Adres” het adres/de adressen van het contact in.Voer op het tabblad “Email” het e-mailadres/de e-mailadressen van het
contact in.Druk op “OK” om op te slaan.
Druk op deze toets om contacten te sorteren op achternaam + voornaam of op voornaam + achternaam.
NOTIC E
Met de functie “Email” kunt u e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Berichten” om de berichtenlijst
weer te geven.Selecteer het tabblad “Alle”, “Incoming (inkomend gesprek)” of “Verzonden”.
Page 333 of 360

333
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Selecteer de detailweergave van het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “Antwoord” om een in het systeem opgeslagen snelbericht te versturen.Druk op “Bellen” om de afzender te bellen.Druk op “ Afspelen” om het bericht te
beluisteren.
WARNI NG
De toegang tot “Berichten” is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto.De benodigde tijd voor het ophalen van uw berichten of e-mailberichten is afhankelijk van de smartphone.
Snelberichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Snelberichten” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Vertraagd”, “Mijn
aankomst”, “Niet beschikbaar” of “Overige” waarop u nieuwe berichten kunt aanmaken.
Druk op “Aanmaken” om een nieuw bericht te schrijven.Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “Tussenbak” om een of meer ontvangers te selecteren.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Email” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Incoming (inkomend gesprek)”, “Verzonden” of “Niet gelezen”.Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
WARNI NG
De toegang tot de e-mailberichten is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto.
Instellingen
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Audio-instellingen”.
Selecteer vervolgens “Sfeer”, “Positie”,
“Geluid”, “Stem” of “Beltoon”.Druk op “OK” om de instellingen op te slaan.
NOTIC E
De verdeling van het geluid (of de ruimtelijke verdeling bij het Arkamys©-systeem) in de auto gebeurt op basis van een geluidbewerkingssysteem om ervoor te zorgen dat alle inzittenden kunnen profiteren van een optimale geluidskwaliteit.Uitsluitend beschikbaar bij uitvoeringen met luidsprekers voor en achter
Page 334 of 360

334
NOTIC E
De instelling Sfeer (keuze uit 6 geluidssferen) en de geluidsinstellingen Lage tonen, Medium en Hoge tonen zijn voor elke audiobron verschillend.Schakel “Loudness” in of uit.De instellingen voor “Positie” (Maximaal aantal passagiers, Bestuurder en Alleen voor)
zijn voor alle audiobronnen gelijk.Schakel “Toon kiezen”, “Volume gekoppeld aan snelheid” en “Extra ingang” in of uit.
NOTIC E
Audiosysteem van de auto: het Sound Staging-systeem van Arkamys© zorgt voor een betere geluidsverdeling in het interieur.
Configureren van profielen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Instellen van de profielen”.
Selecteer “Profiel 1”, “Profiel 2”, “Profiel 3” of
“Gemeenschappelijk profiel”.Druk op deze toets om met het virtuele toetsenbord een naam voor het profiel in te voeren.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te voegen.Plaats een USB-stick met daarop de foto in de USB-aansluiting.Selecteer de foto.Druk op “OK” om toestemming te geven voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op “OK” om de instellingen op te slaan.
NOTIC E
Het kader voor de profielfoto heeft een vierkante vorm, het systeem past de oorspronkelijke vorm van de foto aan dit vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
WARNI NG
Bij het resetten van het profiel wordt Engels als taal ingesteld.
Selecteer een “Profiel” (1, 2 of 3) om dit te koppelen aan “Audio-instellingen”.Selecteer “Audio-instellingen”.
Selecteer vervolgens “Sfeer”, “Positie”, “Geluid”, “Stem” of “Beltoon”.
Druk op “OK” om de geselecteerde profielinstellingen op te slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.
Selecteer “Schermconfiguratie”.
Selecteer “Animatie”.Inschakelen of uitschakelen:Automatisch scrollenSelecteer “Helderheid”.Verplaats de cursor om de lichtsterkte van het scherm en/of het instrumentenpaneel in te stellen.Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Systeeminstellingen”.
Selecteer het tabblad “Eenheden” om de eenheden voor afstand, brandstofverbruik en temperatuur te wijzigen.Selecteer “Fabrieksinstellingen” om terug te keren naar de beginwaarden.
Page 335 of 360

335
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
WARNI NG
Wanneer het systeem wordt gereset naar “Fabrieksinstellingen”, wordt de taal teruggezet naar Engels, wordt de eenheid voor graden Fahrenheit en wordt de zomertijd uitgeschakeld.
Selecteer “Systeeminformatie” om de versies
van de verschillende modules weer te geven die op het systeem zijn geïnstalleerd.
Selecteren van de taal
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Talen” om de taal te wijzigen.
Datum instellen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Tijd-datum instellen”.
Selecteer “Datum”.Druk op deze toets om de datum in te stellen.Druk op “OK” om te bevestigen.
Selecteer het weergaveformaat voor de datum.
NOTIC E
Het instellen van de tijd en de datum is alleen mogelijk als “GPS-synchronisatie” is uitgeschakeld.
Tijd instellen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Tijd-datum instellen”.
Selecteer “Tijd”.Druk op deze toets om de tijd in te stellen via het digitale toetsenbord.Druk op “OK” om te bevestigen.
Druk op deze toets om de tijdzone in te stellen.Selecteer het weergaveformaat voor de tijd (12-uursformaat/24-uursformaat).Inschakelen of uitschakelen van de zomertijd (+ 1 uur).Inschakelen of uitschakelen van de
GPS-synchronisatie (UTC).Druk op “OK” om te bevestigen.
NOTIC E
Het systeem schakelt mogelijk niet automatisch over op wintertijd/zomertijd (afhankelijk van het land van verkoop).
Kleuren
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering.
WARNI NG
Om veiligheidsredenen kan de procedure voor het wijzigen van de kleuren uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Kleurenschema's”.
Selecteer de kleur in de lijst en druk vervolgens op “OK” om te bevestigen.
NOTIC E
Bij elke wijziging van de kleur wordt het systeem opnieuw opgestart, waarbij het scherm tijdelijk zwart wordt.
Page 336 of 360

336
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over het systeem van uw auto.
Navigatie
Ik kan het adres van de bestemming niet invoeren.Het adres wordt niet herkend.
► Gebruik de “intuïtieve methode” door op de toets “Zoeken…” onderaan de pagina “Navigatie” te drukken.De route wordt niet berekend.De navigatiecriteria kunnen strijdig zijn met de huidige locatie van de auto (bijv. geen tolwegen terwijl de auto zich op een tolweg bevindt).► Controleer de criteria in het menu “Navigatie”.Ik ontvang geen waarschuwingen voor “Gevarenzones”.U hebt geen abonnement genomen op de optionele onlinediensten.► Als u wel een abonnement hebt genomen op de optionele onlinediensten:- het kan een paar dagen duren voordat de dienst kan worden gebruikt,- de diensten zijn mogelijk niet geselecteerd in het menu van het systeem,- de onlinediensten zijn niet actief (“TOMTOM TRAFFIC” wordt niet weergegeven op de kaart).De POI's worden niet aangegeven.De POI's zijn niet geselecteerd.► Stel de schaal van de kaart in op 200 m of selecteer POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal voor de “Gevarenzones” functioneert niet.Het geluidssignaal is niet geactiveerd of het volume is te laag.► Activeer het geluidssignaal in het menu “Navigatie” en controleer het stemvolume in de geluidsinstellingen.Het systeem stelt bij incidenten op de route geen alternatieve routes voor.
Er wordt geen rekening gehouden met de actuele verkeersinformatie.► Configureer de functie “Verkeersinformatie” in het overzicht met criteria (Zonder, Handmatig of Automatisch).Ik word gewaarschuwd voor een “Gevarenzone” die niet op mijn route ligt.Het navigatiesysteem meldt alle “Gevarenzones” die zich in een bepaalde kegelvormige zone voor de auto bevinden. Hierdoor worden ook “Gevarenzones” gesignaleerd die zich op nabij gelegen wegen of op parallelle wegen bevinden.► Zoom in op de kaart om de exacte positie van de “Gevarenzone” te bepalen. Selecteer “Op de route” om geen waarschuwingen voor wegen buiten de route meer te ontvangen of om de duur van de meldingen te verkorten.Sommige files op de route worden niet direct gemeld.Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om de verkeersinformatie te ontvangen.
► Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt ontvangen (weergave van de iconen van de verkeersinformatie op de kaart).In bepaalde landen is alleen voor de hoofdwegen (autosnelwegen enz.) verkeersinformatie beschikbaar.Dit is volkomen normaal. Het systeem is afhankelijk van de beschikbare verkeersinformatie.
De hoogte wordt niet weergegeven.Bij het opstarten kan de initialisatie van het GPS tot 3 minuten duren voordat er meer dan 4 satellieten correct worden ontvangen.► Wacht tot het systeem volledig is opgestart zodat het signaal van ten minste 4 satellieten wordt ontvangen.De kwaliteit van de GPS-ontvangst kan worden beïnvloed door de omgeving (tunnel enz.) en het weer.Dit is normaal. De werking van het systeem is afhankelijk van de ontvangst van het GPS-signaal.Het navigatiesysteem is niet meer met het internet verbonden.Tijdens het opstarten en in bepaalde gebieden kan de verbinding niet beschikbaar zijn.► Controleer of de onlinediensten zijn geactiveerd (instellingen, contract).