Page 257 of 360

257
In geval van pech
8
Achterlichten
1.Remlichten/positielicht (P21/5W-21/5W)
2.Richtingaanwijzers (PY21W-21W oranje)
3.Achteruitrijlicht (P21W-21W)
4.Mistlampen/positielicht (P21/4W-21/4W)
NOTIC E
Neem voor auto's met interieurbekleding contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om de werkzaamheden te laten uitvoeren.
► Spoor de defecte lamp op en open, afhankelijk van de uitvoering, de achterdeuren of de achterklep.
► Draai bij de achterdeuren de twee bevestigingsschroeven aan de buitenzijde los.► Maak bij de achterklep het kunststof sierdeel aan de buitenzijde los en kantel dit naar buiten om het te verwijderen. Draai vervolgens de twee bevestigingsschroeven los.
► Verwijder, afhankelijk van de uitvoering, aan de binnenzijde het ventilatierooster.► Houd de lichtunit vast, druk op de clip aan de binnenzijde en verwijder de lichtunit vervolgens voorzichtig.► Neem de stekker los.
► Druk de 3 borglippen iets naar buiten en verwijder vervolgens de lamphouder.► Druk de defecte lamp iets in en draai hem een kwartslag rechtsom om hem te verwijderen.► Vervang de lamp.
Derde remlicht (W5W - 5W)
► Open, afhankelijk van de uitvoering, de linker achterdeur of de achterklep.
Page 258 of 360

258
► Verwijder bij uitvoeringen met achterdeuren de kunststof kap met behulp van een schroevendraaier.► Maak bij uitvoeringen met een achterklep het bekledingspaneel aan beide uiteinden los door het omhoog te kantelen en maak vervolgens de middelste clips los om het te verwijderen.► Steek een schroevendraaier door de opening en druk de lamp naar buiten.► Neem de stekker los verwijder de lampunit.► Draai de lamphouder een kwartslag linksom en vervang de defecte lamp.Druk op de lamp tot hij vastklikt om hem weer te bevestigen.
Kentekenplaatverlichting (W5W-W)
► Steek een dunne schroevendraaier in een van de openingen aan de buitenzijde van het lampglas.► Duw de schroevendraaier naar buiten om het lampglas los te maken.► Vervang het lampglas en de defecte lamp.Druk het lampglas vast in de houder.
Instapverlichting (voor en
achter)
Led-instapverlichting
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om deze lampen te laten vervangen.Een vervangingsset voor de leds is verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instapverlichting met lamp
W5W-5W
Page 259 of 360
259
In geval van pech
8
► Maak het lampglas los door een dunne schroevendraaier in de openingen aan beide zijden van de instapverlichting te steken.► Verwijder de lamp en vervang hem.Plaats het lampglas terug en controleer of het goed vastzit.
Chassis/cabine
(achterlichten)
1.Richtingaanwijzers (P21W-21W).
2.Remlichten (P21W-21W).
3.Positielicht (R10W-10W).
4.Achteruitrijlicht (P21W-21W).
5.Mistlampen (P21W-21W).
► Spoor de defecte lamp op.► Draai de vier bevestigingsschroeven van het lampglas los en verwijder het lampglas.► Druk de defecte lamp iets in en draai hem een kwartslag rechtsom om hem te verwijderen.► Vervang de lamp.
Vervangen van een
zekering
Toegang tot het
gereedschap en de
zekeringenkast in het
dashboard
De tang voor het verwijderen van zekeringen en de zekeringen bevinden zich aan de achterzijde van het deksel van de zekeringenkast.
Page 260 of 360

260
► Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.► Verwijder het deksel volledig.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u:► De oorzaak van de storing te achterhalen en deze te verhelpen.► Alle stroomverbruikers uit te schakelen.
► De auto stil te zetten met het contact UIT.► De defecte zekering op te sporen aan de hand van de beschikbare zekeringtabellen en schema's.Bij het vervangen van een zekering moet u het volgende doen:► Gebruik de speciale tang om de zekering uit de zekeringkast te verwijderen en controleer of het smeltdraadje van de zekering intact is.► Vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur). Het gebruik van een zekering met een afwijkende stroomsterkte kan storingen veroorzaken: kans op brand!Als de storing zich kort na het vervangen van de zekering opnieuw voordoet, laat dan het elektrische systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NOTIC E
Volledige zekeringtabellen en bijbehorende schema'sNeem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Het vervangen van een zekering die niet is opgenomen in de zekeringtabellen kan tot ernstige storingen leiden.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GoedDoorgebrand
Tang
NOTIC E
Elektrische accessoires monterenHet elektrische systeem van uw auto is ontworpen om te werken met zowel standaard als optionele uitrusting.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige alvorens overige elektrische apparatuur of accessoires te monteren.
WARNI NG
TOYOTA is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt door het monteren van accessoires die niet door TOYOTA aanbevolen en geleverd worden en niet volgens de voorschriften van het merk zijn gemonteerd. Dit geldt met name als het totale stroomverbruik van alle extra verbruikers meer dan 10 milliampère bedraagt.
Page 261 of 360

261
In geval van pech
8
NOTIC E
Neem voor meer informatie over de montage van een trekhaak of taxi-uitrusting contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F415Claxon.
F520Ruitensproeierpomp voor/achter.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F620Ruitensproeierpomp voor/achter.
F71012V-accessoireaansluiting achter.
F820Ruitenwisser(s)
achter.
F10/F1130Interne/externe sloten, voor en achter.
F145Alarm, noodoproep en pechhulpoproep.
F245Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeersensoren.
F2920Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F321512V-accessoireaansluiting voor.
Versie 2 (volledig)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F55Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeersensoren.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Interne/externe sloten, voor en achter.
F123Alarm.
F171012V-accessoireaansluiting achter.
Page 262 of 360

262
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F331512V-accessoireaansluiting voor.
F3620Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringenkast bevindt zich in de motorruimte, naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak de twee vergrendelingen A los.► Verwijder het deksel.► Vervang de zekering.
► Sluit wanneer u klaar bent voorzichtig het deksel en maak de twee vergrendelingen A vast voor een goede afdichting van de zekeringenkast.De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Zekeringnr.Stroomsterkte(A)Functies
F1425Ruitensproeierpomp voor en achter.
F1930Ruitenwissermotor voor.
F2015Ruitensproeierpomp voor en achter.
F2215Claxon.
F2315Grootlicht rechts.
F2415Grootlicht links.
12V-accu/accu
Procedure voor het starten van de motor met een hulpaccu of het opladen van een ontladen accu.
Loodzuurstartaccu's
EC O
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.Ze moeten worden afgevoerd overeenkomstig de regelgeving en mogen in geen geval met het huishoudelijke afval worden weggegooid.Lever lege batterijen van de afstandsbediening en accu's in bij een speciaal inleverpunt.
WARNI NG
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u de accu aanraakt.Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van open vuur en vonken, om het risico op explosies of brand te vermijden.Was na de werkzaamheden uw handen.
Page 263 of 360

263
In geval van pech
8
Elektromotor
NOTIC E
Lege accuHet is niet meer mogelijk om de elektromotor te starten of om de tractiebatterij op te laden.
WARNI NG
Voorzorgsmaatregelen alvorens werkzaamheden aan de accu uit te voerenSchakel stand P in, zet het contact UIT en controleer of het instrumentenpaneel uit is en de auto niet is aangesloten.
WARNI NG
Andere auto starten met startkabelsGebruik de accu niet om een andere auto te starten met startkabels of om de accu van een andere auto op te laden.
WARNI NG
Vervang de accu altijd door een gelijkwaardig exemplaar.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
► Open de motorkap met de hendel in het interieur en breng de veiligheidshaak onder de motorkap omhoog.► Bevestig de motorkapsteun.
► Verwijder het kunststof kapje om bij de pluspool (+) te kunnen (indien aanwezig).De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.Er is een afzonderlijk massapunt aangebracht in de buurt van de accu.
NOTIC E
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over de motorkap en de motor.
Starten met een hulpaccu
Als de accu ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels, of met
een startbooster.
WARNI NG
Start de motor nooit als een acculader is aangesloten.Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.Controleer eerst of de hulpaccu een nominale spanning van 12 V heeft en een capaciteit die minimaal gelijk is aan die van de ontladen
accu.De twee auto's mogen elkaar niet raken.Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.) van beide auto's uit.Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de buurt van bewegende delen van de motor (ventilator, aandrijfriemen, enz.) bevinden.Neem de pluspool (+) niet los terwijl de motor draait.
Page 264 of 360

264
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog (indien aanwezig).► Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van hulpaccu B of de startbooster.► Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van hulpaccu B of de startbooster (of op een
massapunt van de auto met de hulpaccu).► Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op massapunt C.► Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.► Stel de startmotor van de auto met de ontladen accu in werking en laat de motor draaien.Als de motor niet direct start, zet dan het contact UIT en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.► Wacht tot de motor stationair draait.► Neem vervolgens de startkabels in omgekeerde volgorde los.► Plaats het kunststof kapje van de pluspool (+) terug (indien aanwezig).► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, bij stilstaande auto, om de ladingstoestand van de accu op een correct peil te krijgen.
WARNI NG
Wanneer u direct gaat rijden zonder dat de accu voldoende is geladen, kan dit een negatieve invloed hebben op de werking van de auto.
WARNI NG
Neem de kabels in omgekeerde volgorde los.
WARNI NG
Automatische transmissieHet aanduwen van de auto om de motor te starten is niet toegestaan.
De accu opladen met een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om de ladingstoestand van de accu op peil te houden.In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:– Als u voornamelijk korte ritten maakt.
– Voordat de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Als u zelf de accu van uw auto gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodzuuraccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
WARNI NG
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
NOTIC E
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
► Zet het contact UIT.► Schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting, enz.).