Page 169 of 352

169
Rijden
6
Gedetecteerd onderbordWeergave van de snelheidslimiet die hoort bij het onderbord
Snelheidslimiet bij sneeuwBijvoorbeeld:
Bij een buitentemperatuur lager dan 3°C:30 km/h (bijvoorbeeld)met een
“sneeuwvlok”-symbool
Snelheidslimiet op bepaalde tijdstippenBijvoorbeeld:
30 km/h (bijvoorbeeld)met een “klok”-symbool
WARNI NG
Om er zeker van te zijn dat de informatie over snelheidslimieten afkomstig van het navigatiesysteem actueel is, dienen de kaartgegevens geregeld te worden geüpdatet.
WARNI NG
De eenheden voor de snelheidslimieten (km/h of mph) zijn afhankelijk van het land waarin u rijdt.Houd hier rekening mee om te voorkomen dat u de snelheidslimiet overschrijdt.Als u in een ander land bent, moet de snelheidseenheid die door het instrumentenpaneel wordt aangegeven gelden voor het land waarin u rijdt. Anders werkt het systeem niet correct.
WARNI NG
Het snelheidslimietherkenningssysteem is een hulpsysteem; het geeft niet altijd de juiste snelheidslimiet aan.De snelheidslimietborden langs of boven de weg hebben altijd prioriteit boven de door het systeem weergegeven snelheidslimieten. Het systeem is ontworpen voor het detecteren van borden die voldoen aan de regels van het Verdrag van Wenen betreffende verkeersborden.
NOTIC E
Bepaalde snelheidslimieten, zoals voor vrachtwagens, worden niet weergegeven.De weergave van de snelheidslimiet in het instrumentenpaneel wordt bijgewerkt als u een snelheidslimietbord bedoeld voor auto's (lichte voertuigen) passeert.
Inschakelen/uitschakelen
Standaard wordt het systeem automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart.De instellingen kunnen worden gewijzigd via het menu Rijden/Auto van het touchscreen.
Informatie op het
instrumentenpaneel
1.Weergave van de gedetecteerde snelheidslimietof
2.Weergave van het einde van de snelheidslimiet
Het systeem is ingeschakeld, maar detecteert geen informatie over de snelheidslimiet.
Page 170 of 352

170
Zodra informatie over de snelheidslimiet wordt gedetecteerd, geeft het systeem de waarde weer.
De eerste keer dat bij een aanbevolen maximale snelheid de snelheid met meer dan 5 km/h wordt overschreden (bijvoorbeeld: 95 km/h), knippert de snelheid gedurende 10 seconden (afhankelijk van de uitvoering).
Beperkingen van het systeem
Het systeem houdt geen rekening met lagere snelheidslimieten die met name in de volgende gevallen van kracht kunnen zijn:– Luchtvervuiling.– Tijdens slepen of het trekken van een aanhangwagen.– Rijden met een noodreservewiel of sneeuwkettingen.– Rijden met een band die met een bandenreparatieset is gerepareerd.– beginnende bestuurders.Het systeem geeft mogelijk geen snelheidslimiet weer als het gedurende een bepaalde tijd geen snelheidslimietbord signaleert en in de volgende
situaties:
– Afgeschermde, beschadigde of vervormde verkeersborden of verkeersborden die niet aan de norm voldoen.– verouderde of onjuiste kaartgegevens.
Aanbeveling
Aanvullend op de werking van de Snelheidslimietherkenning en advies kan de bestuurder de weergegeven snelheid als snelheidsinstelling aanhouden voor de snelheidsbegrenzer of cruise control met behulp van de toets voor het opslaan van de snelheid voor de snelheidsbegrenzer of cruise control.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de snelheidsbegrenzer, cruise control of Adaptive Cruise Control.
Stuurkolomschakelaars
1.Selecteren van de snelheidsbegrenzer/cruise control
2.Opslaan van de ingestelde snelheid
Informatie op het instrumentenpaneel
3.Weergave van de snelheidslimiet
4.Voorstel om de snelheid op te slaan
5.Huidige snelheidsinstelling
Page 171 of 352

171
Rijden
6
Opslaan van de ingestelde snelheid
► Schakel de snelheidsbegrenzer/cruise control in.De informatie over de snelheidsbegrenzer/cruise control wordt weergegeven. Bij de detectie van een verkeersbord met een andere snelheidslimiet geeft het systeem de waarde aan en knippert “MEM” een paar seconden om deze nieuwe snelheid als ingestelde snelheid op te slaan.
NOTIC E
Bij een verschil van minder dan 9 km/h tussen de ingestelde snelheid en de door de Snelheidslimietherkenning en advies weergegeven snelheid wordt het symbool “MEM” niet weergegeven.
Afhankelijk van de wegomstandigheden kunnen verschillende snelheden worden weergegeven.► Druk eenmaal op toets 2 om de voorgestelde snelheid te kunnen opslaan.Er wordt een melding weergegeven om het verzoek te bevestigen.► Druk toets 2 nogmaals in om te bevestigen en deze snelheid als nieuwe ingestelde snelheid op te slaan.
De weergave keert dan terug naar de eerdere toestand.
Uitgebreide herkenning
verkeersborden
WARNI NG
Zie voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen.
Dit hulpsysteem detecteert met behulp van een bovenaan de voorruit geplaatste camera de bovenstaande verkeersborden en geeft ze op het instrumentenpaneel weer.One-way street: if you start driving the wrong way down a one-way street, an alert message, including the sign's symbol, is displayed in the instrument panel (request to check the traffic direction).
Other signs: when approaching one of these signs, the sign’s symbol is displayed in the instrument panel.
WARNI NG
De verkeersborden langs of boven de weg hebben altijd prioriteit boven de door het systeem weergegeven verkeersborden.De borden moeten voldoen aan de regels van het Verdrag van Wenen betreffende verkeersborden.
Inschakelen/uitschakelen
De instellingen kunnen worden gewijzigd via het menu Rijden/Auto van het touchscreen.
Page 172 of 352

172
Snelheidsbegrenzer
WARNI NG
Zie voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Dit systeem voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde snelheid overschrijdt.De snelheidsbegrenzer moet handmatig worden ingeschakeld.De ingestelde snelheid moet minimaal 19 km/h bedragen.De ingestelde snelheid wordt opgeslagen in het geheugen van het systeem als het contact UIT wordt gezet.
Schakelaar aan de
stuurkolom
1.AAN (stand LIMIT)/UIT (stand 0)
2.Verlagen van de ingestelde snelheid
3.Verhogen van de ingestelde snelheid
4.Onderbreken/hervatten van de snelheidsbegrenzer met de eerder ingestelde snelheid
5.Afhankelijk van de uitvoering:Weergeven van de met de functie “Snelheden opslaan” opgeslagen snelhedenofGebruiken van de door de Snelheidslimietherkenning en advies voorgestelde snelheid (weergave MEM)
6.Weergeven en aanpassen van de ingestelde afstand tot de voorligger
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over het opslaan van snelheden of over de Snelheidslimietherkenning en advies.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Head-up display
7.Snelheidsbegrenzer geselecteerd
Page 173 of 352

173
Rijden
6
8.Snelheidsbegrenzer AAN/gepauzeerd
9.Ingestelde snelheid
10.Voorgestelde snelheid snelheidsbegrenzer bij Snelheidslimietherkenning en advies (afhankelijk van de uitvoering)
Inschakelen/onderbreken
► Draai knop 1 in de stand LIMIT om de snelheidsbegrenzerfunctie te selecteren; de functie is gepauzeerd.► Als de ingestelde snelheid (laatste in het systeem opgeslagen snelheid) de door u gewenste snelheid is, druk dan op toets 4-II om de snelheidsbegrenzer in te schakelen.► Druk nogmaals op toets 4-II om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken (Pause).
NOTIC E
Als de ingestelde snelheid gedurende een langere tijd wordt overschreden, klinkt er een geluidssignaal.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
U hoeft de snelheidsbegrenzer niet in te schakelen om een snelheid in te stellen.Wijzigen van de ingestelde snelheid, uitgaande van de actuele rijsnelheid:► Druk kort op toets 2 of 3 om de waarde in stappen van +/- 1 km/h te wijzigen.
► Houd toets 2 of 3 ingedrukt om de waarde in stappen van +/- 5 km/h te wijzigen.Wijzigen van de ingestelde snelheid met behulp van de opgeslagen snelheden en het touchscreen:► druk op toets 5 om de opgeslagen snelheden weer te geven,► druk op de toets van de door u gewenste snelheid.Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde snelheid.Wijzigen van de ingestelde snelheid door deze te vervangen door de snelheid die door de Snelheidslimietherkenning en advies wordt voorgesteld op het instrumentenpaneel:► Druk één keer op toets 5; er verschijnt een melding ter bevestiging van het verzoek om de snelheid op te slaan.► Druk nogmaals op toets 5 om de voorgestelde snelheid op te slaan.Deze snelheid verschijnt direct als nieuwe ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
► Trap het gaspedaal volledig in.De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk uitgeschakeld en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.► Laat het gaspedaal los om terug te keren naar een snelheid onder de ingestelde snelheid.Als het overschrijden van de ingestelde snelheid niet wordt veroorzaakt door een actie van de
bestuurder (bijvoorbeeld op een steile helling), klinkt er onmiddellijk een geluidssignaal.
WARNI NG
Bij een steile afdaling of bij snel accelereren kan de snelheidsbegrenzer niet voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden.Rem indien nodig om de rijsnelheid te verlagen.
Zodra de rijsnelheid de ingestelde snelheid
heeft bereikt, wordt de snelheidsbegrenzer weer ingeschakeld: de weergegeven ingestelde snelheid knippert niet meer.
Uitschakelen
► Draai knop 1 in de stand “0”: de weergave van informatie over de snelheidsbegrenzer verdwijnt.
Storing
Bij een storing worden in plaats van de ingestelde snelheid streepjes weergeven die eerst knipperen en vervolgens permanent worden weergegeven.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 174 of 352

174
Vaste snelheidsbegrenzer
Indien uw auto hiermee is uitgerust, wordt uw auto hiermee op een vaste snelheid begrensd.Een sticker in het passagierscompartiment geeft aan op welke snelheid uw auto is begrensd.De vaste snelheidsbegrenzer is een ander soort functie dan de cruise control. Het is niet mogelijk om de functie tijdens het rijden in of uit te schakelen.
NOTIC E
De maximumsnelheid wordt af fabriek ingesteld overeenkomstig de geldende wetgeving in het land van verkoop.De maximumsnelheid kan niet worden gewijzigd door de bestuurder.Neem contact op met een TOYOTA-dealer wanneer u deze maximumsnelheid wilt wijzigen.
Cruise control - specifieke
adviezen
WARNI NG
Het gebruik van de cruise control kan niet garanderen dat u zich aan de maximumsnelheid houdt of een veilige afstand ten opzichte van uw voorligger aanhoudt. De bestuurder blijft altijd
zelf verantwoordelijk voor zijn rijgedrag.Gebruik de cruise control om veiligheidsredenen alleen als de verkeerssituatie het rijden met een constante snelheid toelaat en houd daarbij altijd een veilige afstand tot uw voorligger aan.Blijf altijd opletten wanneer de cruise control is ingeschakeld. Wanneer u een van de toetsen voor het instellen van de snelheid ingedrukt houdt, kan de snelheid van uw auto snel veranderen.In een steile afdaling kan de cruise control niet voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden. Rem indien nodig om de rijsnelheid te verlagen.Op een steile helling of bij het trekken van een aanhangwagen kan het voorkomen dat de ingestelde snelheid niet wordt gehaald of vastgehouden.
NOTIC E
Overschrijden van de ingestelde snelheidTrap het gaspedaal in om de ingestelde snelheid tijdelijk te overschrijden (hierbij knippert de ingestelde snelheid).Laat om terug te keren naar de ingestelde snelheid het gaspedaal los (wanneer deze snelheid is bereikt, stopt de snelheidsweergave met knipperen).
WARNI NG
Beperkingen van het systeemGebruik het systeem nooit in de volgende situaties:– In een stedelijk gebied waar voetgangers kunnen oversteken.– In druk verkeer (behalve uitvoeringen met Stop & Go-functie).– Op bochtige of steile wegen.– Op gladde of overstroomde wegen.
– In slechte weersomstandigheden.– Bij slecht zicht voor de bestuurder.– Bij het rijden op een kombaan.– Op een rollenbank.– Bij het gebruik van een noodreservewiel.– Bij het gebruik van sneeuwkettingen, sneeuwsokken of spijkerbanden.
Page 175 of 352

175
Rijden
6
Programmeerbare cruise
control
WARNI NG
Zie voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen en Cruise control - specifieke adviezen.
Dit systeem zorgt ervoor dat de auto automatisch de door de bestuurder ingestelde snelheid aanhoudt, zonder dat de bestuurder het gaspedaal hoeft in te trappen.De cruise control moet handmatig worden ingeschakeld.Daarvoor moet de auto met een snelheid van minstens 40 km/h rijden.Bij een auto met een handgeschakelde transmissie moet minimaal de derde versnelling zijn ingeschakeld.Bij een auto met een automatische transmissie
moet stand D zijn geselecteerd of moet, in stand M, minimaal de tweede versnelling zijn ingeschakeld.Bij een elektrische auto moet stand D of B van de keuzeschakelaar zijn ingeschakeld.
NOTIC E
De cruise control blijft bij auto's met Stop & Start actief na het schakelen, ongeacht het type transmissie.
NOTIC E
Bij het UIT zetten van het contact worden alle geprogrammeerde snelheden gewist.
Schakelaar aan de
stuurkolom
1.AAN (stand CRUISE)/UIT (stand 0)
2.Inschakelen van de cruise control waarbij de actuele snelheid de ingestelde snelheid wordt / verlagen van de ingestelde snelheid
3.De actuele rijsnelheid instellen als de aan te houden snelheid / verhogen van de ingestelde snelheid
4.Onderbreken/hervatten van de cruise control met de eerder ingestelde snelheid
5.Afhankelijk van de uitvoering:Weergeven van de met de functie “Snelheden opslaan” opgeslagen snelhedenofGebruiken van de door de Snelheidslimietherkenning en advies voorgestelde snelheid (weergave MEM)
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over het opslaan van snelheden of over de Snelheidslimietherkenning en advies.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Page 176 of 352

176
Head-up display
6.Cruise control geselecteerd
7.Werking cruise control onderbroken/hervat
8.Ingestelde snelheid
9.Voorgestelde snelheid cruise control bij Snelheidslimietherkenning en advies (afhankelijk van de uitvoering)
Inschakelen/onderbreken
► Draai knop 1 in de stand CRUISE om de
cruise control-functie te selecteren; de functie is gepauzeerd.► Druk wanneer de gewenste snelheid is bereikt op toets 2-SET- of 3-SET+ om de cruise control in te schakelen en de actuele rijsnelheid op te slaan als de ingestelde snelheid.► Laat het gaspedaal los.► Druk op toets 4-II om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken (Pause).
► Druk nogmaals op toets 4-II om de cruise control weer in te schakelen (ON).
NOTIC E
De werking van de cruise control kan ook tijdelijk worden onderbroken:– door het intrappen van het rempedaal.– automatisch, als de Vehicle Stability Control (VSC) in werking treedt.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
De cruise control moet zijn ingeschakeld.Wijzigen van de actuele ingestelde snelheid:► In stappen van +/- 1 km/h: druk zo vaak als nodig kort op toets 2 of 3.► Continu, in stappen van +/- 5 km/h: houd toets 2 of 3 ingedrukt.
WARNI NG
Tijdens het ingedrukt houden van toets 2 of 3 kan de rijsnelheid snel veranderen.
WARNI NG
Stel om veiligheidsredenen een snelheid in die niet al te veel afwijkt van de actuele rijsnelheid. Zo voorkomt u dat de auto onverwacht gaat accelereren of vaart minderen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid met behulp van de opgeslagen snelheden en het touchscreen:► Druk op toets 5 om de opgeslagen snelheden weer te geven.► Druk op de toets van de door u gewenste snelheid.Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde snelheid.Wijzigen van de ingestelde snelheid door deze te vervangen door de snelheid die door de Snelheidslimietherkenning en advies wordt voorgesteld op het instrumentenpaneel:► Druk één keer op toets 5; er verschijnt een melding ter bevestiging van het verzoek om de snelheid op te slaan.► Druk nogmaals op toets 5 om de voorgestelde snelheid op te slaan.Deze snelheid verschijnt direct als nieuwe ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
Indien noodzakelijk (inhaalmanoeuvre enz.) kunt u de ingestelde snelheid overschrijden door het gaspedaal in te trappen.De cruise control wordt tijdelijk uitgeschakeld en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.Laat het gaspedaal los om terug te keren naar de ingestelde snelheid.