202-2. Connectiviteitsinstellingen
3Selecteer “Yes” (ja) om een
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat te
registreren.4Volg de STAPPEN 4 T/M 7 onder
“Registreren van een Bluetooth®-
telefoon/-apparaat”. (Blz. 24)
Dit systeem ondersteunt de volgende diensten.
Profielen
Bluetooth®-
apparaatSpecificatieFunctieVe re i s t e nAanbevelin-
gen
Bluetooth®-
telefoon/-apparaatBluetooth®-
specificatieRegistreren van
een Bluetooth®-
telefoon/-apparaatVe r s i e 2 . 1Ve r s i e 4 . 2
Bluetooth®-
apparaatProfielFunctieVe re i s t e nAanbevelin-
gen
Bluetooth®-telefoon
HFP (Handsfree-
profiel)Handsfree-systeemVe r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 7
PBAP (Phone Book
Access-profiel)Contacten
overbrengenVe r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 2
MAP (Message
Access-profiel)Berichtfunctie
Bluetooth®-telefoon-Ve r s i e 1 . 3
SPP (Serial Port-
profiel)Apps-functie-Ve r s i e 1 . 2
Bluetooth®-
apparaat
A2DP (Advanced
Audio Distribution-
profiel)
Bluetooth®-
audiosysteem
Ve r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 3
AV R C P ( A u d i o /
Video Remote
Control-profiel)
Ve r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 6
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 20 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
243-1. Bluetooth®-instellingen
3-1.Bluetooth®-instellingen
1Druk op de toets .
2Selecteer “Settings” (instellingen).
3Selecteer “Phone” (telefoon).
4Selecteer de onderwerpen die u wilt
instellen.
Beheren van Bluetooth
®-telefoons/
-apparaten
Registreren van een Bluetooth®-telefoon/
-apparaat: Blz. 24
Verbinden van Bluetooth
®-telefoons/-appara-
ten of de verbinding ervan verbreken:
Blz. 26
Wissen van Bluetooth
®-telefoons/-appara-
ten: Blz. 27
Beheren van de lijst met contacten
Instellen van het downloaden van het tele-
foonboek/de recente oproepen: Blz. 27
Sorteren van de lijst met recente oproepen
en de lijst met contacten: Blz. 46Wissen van de lijst met alle favorieten:
Blz. 47
Instellen van berichten: Blz. 50
Wijzigen van de naam van het
apparaat
Instellen van Apple CarPlay:
Blz. 59
Instellen van Android Auto:
Blz. 61
●Het scherm “Manage Devices” (apparaten
beheren) kan ook worden weergegeven
door “Manage Devices” (apparaten behe-
ren) of “Add Device” (apparaat toevoegen)
te selecteren op het telefoonscherm
(Blz. 42) of het Bluetooth
® audiobedie-
ningsscherm (Blz. 76).
Er kunnen maximaal 5 Bluetooth®-tele-
foons/-apparaten worden geregistreerd.
Bluetooth
® compatibele telefoons
(HFP) en apparaten (AVP) kunnen
gelijktijdig worden geregistreerd.
1Ga naar het telefooninstellings-
scherm. (Blz. 24)
2Selecteer “Manage devices” (appa-
raten beheren).
3Selecteer “Add” (toevoegen).
Wanneer een melding wordt weerge-
geven, volg dan de aanwijzingen op
het scherm.
Bluetooth®-instellingen
Telefooninstellingsscherm
A
B
Registreren van een
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat
C
D
E
F
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 24 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
25
3 3-1. Bluetooth
®-instellingen
Instellingen
4Als dit scherm wordt weergegeven,
zoek dan de op dit scherm weerge-
geven toestelnaam op het scherm
van uw Bluetooth
®-telefoon/-appa-
raat.
“Cancel” (annuleren): hiermee kunt u
het registreren annuleren.
Raadpleeg de bij uw Bluetooth
®-
telefoon/-apparaat geleverde hand-
leiding voor meer informatie over de
bediening van het apparaat.
5Registreer met uw Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat.
Voor Bluetooth
®-telefoons/-appara-
ten die SSP-compatibel (Secure
Simple Pairing) zijn, is geen pincode
nodig. Afhankelijk van het type
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat dat is
aangesloten, kan er een melding op
het scherm van uw Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat worden weergege-
ven waarin gevraagd wordt de regis-
tratie te bevestigen. Reageer en
voer op uw Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat de handelingen uit die in
de bevestigingsmelding worden aan-
gegeven.
●Om uw Bluetooth®-telefoon/-apparaat
opnieuw te registreren nadat de telefoon of
het apparaat uit het systeem is gewist,
moet u de eerder op uw Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat opgeslagen systeeminfor-
matie wissen en vervolgens uw
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat registreren.
6Controleer of het volgende pop-
upscherm wordt weergegeven.
“Cancel” (annuleren): hiermee kunt u
het registreren annuleren.
Als er een bevestigingsmelding
wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd of de contactgegevens
van de telefoon naar het systeem
moeten worden overgebracht, druk
dan op de gewenste toets.
7Controleer of de naam van het ver-
bonden apparaat wordt weergege-
ven nadat de verbinding is gemaakt.
Als een foutmelding wordt weerge-
geven, volg dan de aanwijzingen op
het scherm en probeer het nog een
keer.
●Bij het registreren van een NFC-compati-
bel apparaat, kan de/het Bluetooth®-tele-
foon/-apparaat worden geregistreerd door
de telefoon/het apparaat tegen het NFC-
logo van het audio-/informatiesysteem te
houden tot de verbinding tot stand is
gebracht.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 25 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
263-1. Bluetooth®-instellingen
Er kunnen maximaal 5 Bluetooth®-tele-
foons/-apparaten (telefoons (HFP) en
apparaten (AVP)) worden geregis-
treerd.
Als er meerdere Bluetooth
®-telefoons/
-apparaten zijn geregistreerd, selec-
teer dan de/het Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat waarmee u verbinding wilt
maken.
1Ga naar het telefooninstellings-
scherm. (Blz. 24)
2Selecteer “Manage devices”
(apparaten beheren).
3Selecteer de/het Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat waarvan de verbin-
ding tot stand moet worden
gebracht of waarvan de verbinding
verbroken moet worden.
Selecteer “Yes” (ja) om de verbin-
ding met de/het Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat te verbreken.
Naast de/het op dat moment verbon-
den Bluetooth
®-telefoon/-apparaat
wordt “Connected” (verbonden)
weergegeven.Als de/het gewenste Bluetooth
®-
telefoon/-apparaat niet in de lijst
staat, selecteer dan “Add” (toevoe-
gen) om de/het Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat te registreren. (Blz. 24)
4Controleer of naast de/het
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat
“Connected” (verbonden) wordt
weergegeven als de verbinding tot
stand is gebracht.
Als een foutmelding wordt weerge-
geven, volg dan de aanwijzingen op
het scherm en probeer het nog een
keer.
●Tijdens het afspelen van muziek via
Bluetooth®-audio kan het verbinding
maken met de/het Bluetooth®-telefoon/
-apparaat langer duren dan normaal.
●Afhankelijk van het type Bluetooth®-tele-
foon/-apparaat dat wordt verbonden, kan
het nodig zijn om extra stappen uit te voe-
ren op de/het Bluetooth
®-telefoon/-appa-
raat.
Leg de/het Bluetooth®-telefoon/-appa-
raat op een plaats waar er een verbin-
ding tot stand kan worden gebracht.
Als het contact in stand ACC of AAN
wordt gezet, zoekt het systeem naar
geregistreerde Bluetooth
®-telefoons/
-apparaten die zich in de buurt van
het systeem bevinden.
Het systeem zal verbinding maken
met de/het geregistreerde
®-telefoon/
-apparaat waarmee het laatst verbin-
ding is gemaakt, als de telefoon/het
apparaat zich in de nabijheid
bevindt.
Verbinden van een Bluetooth®-
telefoon/-apparaat of de
verbinding ervan verbreken
Modus voor automatisch verbin-
ding maken
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 26 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
29
3 3-2. Overige instellingen
Instellingen
3-2.Overige instellingen
1Druk op de toets .
2Selecteer “Settings” (instellingen).
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer de onderwerpen die u wilt
instellen.
“Clock” (klok)
*
“Driver Profiles” (bestuurdersprofie-
len): hiermee kunt u de instellingen
van de functie Bestuurdersprofiel
aanpassen. (Blz. 30)“Display”: hiermee kunt u het con-
trast, de helderheid enzovoort van
het display afstellen. (Blz. 31)
“Wi-Fi”: hiermee kunt u de instellin-
gen van de Wi-Fi
®-functie aanpas-
sen. (Blz. 32)
“Reminder Screen” (herinnerings-
scherm): hiermee kunt u het herin-
neringsscherm (“Maintenance”
(onderhoud), “Birthday” (verjaar-
dag) en “Anniversary” (jaardag))
in- en uitschakelen.
“Meter Screen” (meterscherm)
*
“Camera”*
“Language” (taal)*
“Home Screen Shortcuts” (sneltoet-
sen beginscherm): hiermee kunt u
de functie “Home Screen Shortcuts”
(sneltoetsen beginscherm) in- en
uitschakelen. (Blz. 16)
“Birthday List” (verjaardagslijst):
hiermee kunt u de instellingen van
de verjaardagslijst aanpassen.
(Blz. 31)
“Anniversary List” (jaardagslijst):
hiermee kunt u de instellingen van
de jaardagslijst aanpassen.
(Blz. 32)
“Software Update” (software-
update): hiermee kunt u de soft-
wareversies van het systeem upda-
ten. (Blz. 34)
“Factory Data Reset” (terugzetten
fabrieksinstellingen): hiermee kunt u
alle in te stellen items resetten. Het
audio-/informatiesysteem start auto-
matisch weer op nadat de
fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
Algemene instellingen
Scherm voor algemene
instellingen
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 29 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
303-2. Overige instellingen
Zet om het resetproces te voltooien
het contact UIT nadat het audio-/
informatiesysteem opnieuw is opge-
start en zet het contact vervolgens
na ongeveer 3 minuten in stand
ACC of AAN.
“System Information” (systeeminfor-
matie): hiermee kunt u de systeem-
informatie weergeven.
“Free/Open Source Software Infor-
mation” (informatie gratis/open
source software): hiermee kunt u de
informatie over de gratis/open
source software weergeven.
*: Zie de HANDLEIDING.
Er kunnen een naam en een weergave-
taal worden gekoppeld aan een gere-
gistreerde Bluetooth
®-telefoon.
1Geef het scherm voor algemene
instellingen weer. (Blz. 29)
2Selecteer “Driver Profiles” (bestuur-
dersprofielen).
3Selecteer de gewenste bestuurder.
1Geef het scherm voor algemene
instellingen weer. (Blz. 29)
2Selecteer “Driver Profiles” (bestuur-
dersprofielen).
3Selecteer “Add” (toevoegen).4Selecteren de gewenste taal.
5Selecteer “NEXT” (volgende).
6Selecteer “Driver’s Name” (naam
bestuurder).
7Voer een naam in.
8Selecteer “NEXT” (volgende).
9Selecteer de gewenste Bluetooth
®-
telefoon.
Selecteer bij het registreren van een
nieuwe Bluetooth
®-telefoon “Add
Phone” (telefoon toevoegen) en volg
de STAPPEN 4 T/M 7 onder “Regis-
treren van een Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat”. (Blz. 24)
10Selecteer “Finish” (einde).
1Geef het scherm voor algemene
instellingen weer. (Blz. 29)
2Selecteer “Driver Profiles” (bestuur-
dersprofielen).
3Selecteer “Edit” (bewerken).
4Selecteer de naam van het
gewenste bestuurdersprofiel om dit
profiel te bewerken.
1Geef het scherm voor algemene
instellingen weer. (Blz. 29)
2Selecteer “Driver Profiles” (bestuur-
dersprofielen).
3Selecteer “Edit” (bewerken).
4Selecteer voor het te wissen
bestuurdersprofiel.
Instellen van
bestuurdersprofielen
Selecteren van een bestuurders-
profiel
Toevoegen van een bestuurders-
profiel
N
O
Bewerken van een bestuurders-
profiel
Wissen van een bestuurderspro-
fiel
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 30 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
363-2. Overige instellingen
1Druk op de toets .
2Selecteer “Settings” (instellingen).
3Selecteer “Sound” (geluid).
4Selecteer de onderwerpen die u wilt
instellen.
Hiermee kunt u de audio-instellin-
gen aanpassen
“Sound Customisation” (geluidsinstellin-
gen): hiermee kunt u het geluidsinstellings-
scherm weergeven. (Blz. 65)
“Sound Restorer” (geluidshersteller): hier-
mee kunt u de functie “Geluidshersteller” in-
en uitschakelen.
Deze functie speelt gecomprimeerde audio-
bestanden af met een kwaliteit die het oor-
spronkelijke geluid benadert door een extra
hogetonensignaal toe te voegen.
“Virtual Bass” (virtuele lage tonen): hiermee
kunt u de functie “Virtuele lage tonen” instel-
len.Deze functie corrigeert de lage tonen door
harmonisch geluid toe te voegen.
“Dynamic Beat Enhancer” (dynamische
beatversterker): hiermee kunt u de functie
“Dynamische beatversterker” instellen.
Deze functie vergroot het dynamische bereik
dat verloren gaat bij het comprimeren van
bestanden en zorgt voor een stevige beat.
“Speed Volume Control” (snelheidsafhanke-
lijke volumeregeling): hiermee kunt u de
snelheidsafhankelijke volumeregeling instel-
len.
Het systeem stelt de geluidssterkte en de
toonregeling optimaal af afhankelijk van de
rijsnelheid, om het toenemende rijgeluid te
compenseren.
“AUX volume Gain” (toename volume AUX-
stand): hiermee kunt u de functie “Toename
volume in AUX-stand” instellen.
Hiermee kunt u het volume van de
gesproken navigatie-aanwijzingen
aanpassen.
Hiermee kunt u het geluidssignaal
aan-/uitzetten.
Hiermee kunt u het volume van het
geluidssignaal instellen.
Hiermee kunt u het beltoonvolume
instellen.
Hiermee kunt u het volume van een
ontvangen oproep instellen.
Hiermee kunt u het gespreksvolume
instellen.
Hiermee kunt u het volume van de
beltoon voor een sms-/mms-bericht
instellen.
Hiermee kunt u het voorleesvolume
voor sms-/mms-berichten instellen.
Hiermee kunt u het volume van de
aanwijzingen voor de spraakher-
kenning instellen.
Geluidsinstellingen
Geluidsinstellingsscherm
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 36 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
43
4 4-1. Bediening telefoon (handsfree-systeem voor mobiele telefoons)
Telefoon
●Als uw mobiele telefoon geen Bluetooth®
ondersteunt, werkt het systeem niet.
Afhankelijk van het type telefoon zijn som-
mige functies mogelijk niet beschikbaar.
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het systeem mogelijk niet:
• De mobiele telefoon is uitgeschakeld.
• De actuele locatie valt buiten het ont-
vangstbereik.
• De mobiele telefoon is niet aangesloten.
• De batterij van de mobiele telefoon is bijna
leeg.
●Wanneer u gelijktijdig gebruikmaakt van de
handsfree-functie en andere Bluetooth®-
functies, kunnen de volgende problemen
optreden:
• De Bluetooth
®-verbinding kan worden
onderbroken.
• Er kan via de Bluetooth
®-verbinding ruis
hoorbaar zijn in de stem van uw gespreks-
partner.
●De stem van de gesprekspartner is te
horen via de luidsprekers voor. Het geluid
van het audio-/informatiesysteem wordt
uitgeschakeld tijdens telefoongesprekken
of wanneer spraakcommando's voor het
handsfree-systeem worden gebruikt.
●Wacht met praten tot de gesprekspartner is
uitgepraat. Als beide partijen tegelijkertijd
praten, hoort de gesprekspartner mogelijk
niet wat er wordt gezegd. (Dit wijst niet op
een storing.)
●Stel het geluidsvolume van de oproep niet
te hoog af. Anders is de stem van de
gesprekspartner mogelijk buiten de auto
hoorbaar of kan er echo ontstaan. Spreek
altijd duidelijk in de richting van de micro-
foon.
●In de volgende gevallen hoort de
gesprekspartner u mogelijk niet goed:
• Er wordt op een onverharde weg gereden.
(Waardoor de auto overmatig lawaai
maakt.)
• Er wordt met hoge snelheid gereden.
• Er wordt met een geopende ruit gereden.
• Er wordt via een uitstroomopening lucht in
de richting van de microfoon geblazen.
• Als de ventilator van de airconditioning te
veel geluid maakt.
• De geluidskwaliteit wordt negatief beïn-
vloed als gevolg van de telefoon en/of het
netwerk dat wordt gebruikt.
Basishandelingen
Dankzij het handsfree-systeem
kunt u bellen en gebeld worden
zonder dat u uw handen van het
stuurwiel hoeft te nemen.
Dit systeem ondersteunt
Bluetooth
®. Bluetooth® is een
draadloos datasysteem waarmee
mobiele telefoons kunnen worden
gebruikt zonder dat er een kabel is
aangesloten of de telefoon in een
houder is geplaatst.
In dit hoofdstuk wordt de bedie-
ning van de telefoon uitgelegd.
WAARSCHUWING
●Gebruik uw mobiele telefoon niet tijdens
het rijden, of gebruik de Bluetooth®-
functie.
●Dit systeem is uitgerust met Bluetooth®-
antennes. Mensen met geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers of geïm-
planteerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de
Bluetooth
®-antennes. Radiogolven kun-
nen de werking van dergelijke appara-
tuur beïnvloeden.
●Alvorens een Bluetooth®-telefoon te
gebruiken, moeten gebruikers van
medische apparatuur anders dan geïm-
planteerde pacemakers, CRT-pacema-
kers en geïmplanteerde hartdefibrillato-
ren contact opnemen met de fabrikant
of leverancier van de telefoon om te
informeren of radiogolven invloed uitoe-
fenen op deze apparatuur. Radiogolven
kunnen onverwachte effecten hebben
op de werking van dergelijke medische
apparatuur.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 43 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM