
3INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
8
7
4-5. EyeSight
EyeSight...................................165
Pre-Crash Brake-systeem........175
Adaptive Cruise Control ...........185
Conventionele cruise control....201
Pre-Collision Throttle 
Management..........................209
Lane Departure Warning..........214
Lane Sway Warning .................216
Lead Vehicle Start Alert............218
Overzicht van 
waarschuwings-/
meldingsgeluiden...................220
Storing en tijdelijke 
uitschakeling EyeSight ..........222
4-6. Gebruik van overige 
rijsystemen
BSD/RCTA ...............................226
Reverse Automatic 
Braking-systeem (RAB) .........234
Achteruitrijcamera ....................244
Conventionele cruise control....248
Rijmodusselectieschakelaar ....252
Hill Start Assist Control ............253
Uitlaatgasfiltersysteem .............255
Ondersteunende systemen ......256
4-7. Rijtips
Rijden in de winter ...................260
5-1. Gebruik van de 
airconditioning
Automatische 
airconditioning .......................264
Stoelverwarming ......................269
5-2. Gebruik van de 
interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting....271
5-3. Gebruik van de 
opbergmogelijkheden
Overzicht van 
opbergmogelijkheden ............273
Voorzieningen bagageruimte ...2765-4. Gebruik van de overige 
voorzieningen in het 
interieur
Overige voorzieningen in 
het interieur ............................277
6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen 
van het exterieur van
uw auto ..................................282
Reinigen en beschermen 
van het interieur van 
uw auto ..................................285
Schoonmaken en 
beschermen van de 
Ultrasuede
® delen .................287
6-2. Onderhoud
Onderhoud en reparatie ...........289
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij 
zelf uit te voeren 
onderhoud..............................291
Motorkap ..................................293
Plaatsen van een 
garagekrik ..............................294
Motorruimte ..............................295
Banden .....................................301
Vervangen van een band .........308
Bandenspanning ......................312
Velgen ......................................313
Interieurfilter .............................314
Batterij elektronische sleutel ....316
Controleren en vervangen 
van zekeringen ......................319
Lampen ....................................321
5Voorzieningen in het interieur
6Onderhoud en verzorging
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 3  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

1984-5. EyeSight
In de volgende gevallen klinkt een 
geluidssignaal van 1 korte piep en 1 
lange piep en wordt de Adaptive Cruise 
Control automatisch uitgeschakeld.   
wordt wit in plaats van groen. Het uit-
schakelen van de Adaptive Cruise Con-
trol wordt bevestigd door een melding 
op het multi-informatiedisplay.
Op een zeer steile helling.
De TRC of VSC is geactiveerd.
De rijsnelheid is verhoogd tot meer 
dan ongeveer 200 km/h terwijl de 
cruise control is ingeschakeld.
Er wordt een scherpe stuurbeweging 
naar links of rechts gemaakt.
De selectiehendel wordt in een 
andere stand dan D of M gezet.
• De werking van de Adaptive Cruise Con-
trol kan worden hervat nadat de selectie-
hendel is teruggezet in stand D of M.
Het bestuurders- of voorpassagiers-
portier is geopend.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is niet vastgemaakt.
Er is een storing aanwezig in het 
EyeSight-systeem. (  : geel) 
(→Blz. 222)
De werking van het EyeSight-sys-
teem is tijdelijk onderbroken. (  : 
wit) (→Blz. 223)
De functie secundair remmen van 
het Pre-Crash Brake-systeem is 
geactiveerd.
De parkeerrem is geactiveerd.
Het motortoerental komt in het rode 
gebied van de toerenteller.
De modus SNOW is ingesteld. 
(→Blz. 252)Het Pre-Crash Brake-systeem is uit-
geschakeld in de TRACK-modus. 
(→Blz. 183, 257)
De TRC en het VSC-systeem zijn 
uitgeschakeld. (→Blz. 257)
De aangedreven wielen slippen door 
op een glad wegdek.
Het waarschuwingslampje van het 
benzineroetfiltersysteem brandt of 
knippert.●Bij een storing in EyeSight wordt   
(geel) weergegeven op het display van het 
instrumentenpaneel en branden het con-
trolelampje OFF van het Pre-Crash 
Brake-systeem en het controlelampje Lane 
Departure Warning OFF. Breng in dat 
geval de auto op een veilige plaats tot stil-
stand, schakel de motor uit en start de 
motor opnieuw. Als de controlelampjes na 
het opnieuw starten blijven branden, kan 
de Adaptive Cruise Control niet worden 
gebruikt. U kunt wel normaal verder rijden 
met de auto. Neem echter contact op met 
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
om het systeem te laten controleren. 
(→Blz. 222)
●Als de werking van EyeSight tijdelijk is 
onderbroken, branden het controlelampje 
OFF van het Pre-Crash Brake-systeem en 
het controlelampje Lane Departure Warn-
ing OFF en wordt   (wit) weergegeven 
op het display van het instrumentenpaneel. 
(→Blz. 223)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 198  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

207
4 4-5. EyeSight
Rijden
De rijsnelheid wordt lager dan onge-
veer 25 km/h (door een steile helling 
of een andere oorzaak).
De rijsnelheid wordt hoger dan onge-
veer 220 km/h.
De TRC of VSC is geactiveerd.
Het bestuurders- of voorpassagiers-
portier is geopend.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is niet vastgemaakt.
Er is een storing aanwezig in het 
EyeSight-systeem. (  : geel) 
(→Blz. 222)
Er wordt een scherpe stuurbeweging 
naar links of rechts gemaakt.
Op een steile helling.
De functie secundair remmen van 
het Pre-Crash Brake-systeem is 
geactiveerd.
De parkeerrem is geactiveerd.
Het motortoerental komt in het rode 
gebied van de toerenteller.
De modus SNOW is ingesteld. 
(→Blz. 252)
Het Pre-Crash Brake-systeem is uit-
geschakeld in de TRACK-modus. 
(→Blz. 183, 257)
De TRC en het VSC-systeem zijn 
uitgeschakeld. (→Blz. 257)
De aangedreven wielen slippen door 
op een glad wegdek.
Het waarschuwingslampje van het 
benzineroetfiltersysteem brandt of 
knippert.
●Bij een storing in EyeSight wordt   
(geel) weergegeven op het display van het 
instrumentenpaneel en branden het con-
trolelampje OFF van het Pre-Crash 
Brake-systeem en het controlelampje Lane 
Departure Warning OFF. Breng in dat 
geval de auto op een veilige plaats tot stil-
stand, schakel de motor uit en start de 
motor opnieuw. Als de controlelampjes na 
het opnieuw starten blijven branden, kan 
de conventionele cruise control niet wor-
den gebruikt. U kunt wel normaal verder rij-
den met de auto. Neem echter contact op 
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
om het systeem te laten controleren. 
(→Blz. 222)
●Als de conventionele cruise control auto-
matisch is uitgeschakeld, stel dan de snel-
heid opnieuw in nadat de oorzaak van het 
uitschakelen is verholpen. Als de cruise 
control niet kan worden ingeschakeld 
nadat de oorzaak van het uitschakelen is 
verholpen, is er mogelijk een storing aan-
wezig in het EyeSight-systeem. U kunt wel 
normaal verder rijden met de auto. Neem 
echter contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige om het systeem 
te laten controleren.
●Wanneer het waarschuwingslampje laag 
brandstofniveau brandt, is de conventio-
nele cruise control mogelijk niet beschik-
baar.
WAARSCHUWING
Gebruik de conventionele cruise control 
niet op gladde wegen. Als u dit toch doet, 
kan een ongeval het gevolg zijn.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 207  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

267
5 5-1. Gebruik van de airconditioning
Voorzieningen in het interieur
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto 
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk 
beslaan. Als u A/C inschakelt, wordt de 
lucht die via de uitstroomopeningen 
stroomt, ontvochtigd en wordt de voorruit 
efficiënt ontwasemd.
●Als u A/C uitschakelt, zullen de ruiten 
mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de 
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de 
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet 
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd 
en om de auto te helpen koelen wanneer 
het buiten warm is.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automatisch ingeschakeld 
afhankelijk van de ingestelde temperatuur 
of de temperatuur in de auto.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 
0°C daalt
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk niet, 
zelfs niet nadat de toets A/C is ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende 
geuren van binnen en buiten de auto in het 
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit 
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit 
de uitstroomopeningen komt niet lekker 
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten 
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de 
aanjager direct nadat de airconditioning in 
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
■Interieurfilter
→Blz. 314
■Wanneer constante werking is inge-
schakeld
Tijdens de constante werking werkt de ach-
terruitverwarming gedurende 15 minuten 
onafgebroken en stopt hij daarna 2 minuten. 
Het lampje blijft ook tijdens de 2 minuten dat 
de bediening is gestopt branden. De achter-
ruitverwarming blijft in deze cyclus werken 
totdat hij wordt uitgeschakeld.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele 
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil 
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de 
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming 
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspiegels 
niet aan, omdat dit heet kan worden en 
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
accu
Laat, als de motor niet draait, de airconditi-
oning niet langer ingeschakeld dan nood-
zakelijk is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 267  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

2926-3. Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
■Tijdens werkzaamheden in de motor-
ruimte
●Houd handen, kleding en gereedschap 
uit de buurt van de draaiende ventilator 
en de aandrijfriem.
●Raak de motor, de radiateur, het uitlaat-
spruitstuk en dergelijke niet aan als de 
motor heet is. De olie en andere vloei-
stoffen kunnen ook heet zijn.
●Laat geen brandbare voorwerpen, zoals 
een stuk papier of een doek, achter in 
de motorruimte.
●Rook niet, veroorzaak geen vonken en 
voorkom open vuur in de buurt van 
brandstof of de accu. De brandstof- en 
accudampen zijn licht ontvlambaar.
●Wees uiterst voorzichtig als u aan de 
accu werkt. De accu bevat namelijk het 
giftige en corrosieve zwavelzuur.
●Wees voorzichtig, want remvloeistof is 
gevaarlijk voor uw handen en ogen en 
kan gelakte oppervlakken beschadigen. 
Als u remvloeistof op uw handen of in 
uw ogen krijgt, spoel ze dan onmiddellijk 
met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft houden.
■Werkzaamheden bij de elektrische 
koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen 
de elektrische koelventilatoren automa-
tisch worden ingeschakeld als de aircondi-
tioning wordt ingeschakeld en/of als de 
koelvloeistoftemperatuur hoog is. 
(→Blz. 298)
■Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te 
beschermen tegen rondvliegend of vallend 
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot 
overmatige motorslijtage door vuil in de 
inlaatlucht.
■Als het vloeistofniveau te laag of te 
hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau 
iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau 
in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden 
bijgevuld, kan dit duiden op een serieus 
probleem.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 292  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

297
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
1Verwijder de olievuldop door deze 
linksom te draaien.
2Giet beetje voor beetje motorolie in 
de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door mid-
del van de peilstok.
3Plaats de olievuldop door deze 
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoe-
veelheid motorolie verbruikt. In de volgende 
situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe 
en moet er mogelijk tussen de onderhoudsin-
tervallen motorolie worden bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld 
direct na aanschaf van de auto of nadat de 
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motor-
olie met een verkeerde viscositeit wordt 
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen of 
met een zwaar beladen auto, of veelvuldig 
optrekken en afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of 
bij veelvuldig rijden in druk verkeer
Het koelvloeistofniveau is correct als 
het zich bij koude motor tussen de 
streepjes FULL en LOW bevindt.
■Koelvloeistofreservoir
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het 
LOW-streepje bevindt, moet koelvloeistof 
worden bijgevuld tot aan het FULL-streepje. 
(→Blz. 362)
■Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen “TOYOTA Genuine 50/50 
Pre-mixed Super Long Life Coolant BLUE” of 
een gelijkwaardig product.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke 
stoffen die huidaandoeningen zoals ont-
steking of huidkanker kunnen veroorza-
ken. Wees daarom voorzichtig en ver-
mijd langdurig en herhaaldelijk contact 
met de huid. Verwijder afgewerkte 
motorolie door goed met water en zeep 
te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte 
oliefilters op een veilige en acceptabele 
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en 
gebruikte oliefilters nooit weg in de vuil-
nisbak, in het riool of zomaar ergens. 
Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur, 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige, tank-
station of een automaterialenzaak voor 
meer informatie over recycling of afvoe-
ren.
●Houd motorolie buiten het bereik van 
kinderen.
OPMERKING
■Voorkomen van ernstige schade aan 
de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op 
onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan de 
motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd 
het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is vast-
gedraaid.
Koelvloeistof controleren
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 297  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

3146-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Gebruik uitsluitend de Toyota-wiel-
moeren en de Toyota-wielmoersleu-
tel bij uw lichtmetalen velgen.
Controleer de wielmoeren na de eer-
ste 1.600 km telkens als een band is 
verwisseld, een band is gerepa-
reerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet 
beschadigd raken als u sneeuwket-
tingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik wor-
den gemaakt van Toyota- of gelijk-
waardige balanceergewichtjes, die 
geplaatst dienen te worden met een 
kunststof of rubber hamer.1Zet het contact UIT.
2Open het dashboardkastje. Maak 
de demper los.
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
3Duw beide zijden van het dash-
boardkastje in en trek het dash-
boardkastje naar u toe om de klau-
wen vrij te maken.
OPMERKING
●Gebruik voor uw auto alleen originele 
Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden 
gegarandeerd dat de bandenspannings-
sensoren en -zenders goed werken.
Belangrijke aanwijzingen 
voor lichtmetalen velgen
Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelmatig 
worden vervangen om de optimale 
werking van de airconditioning te 
behouden.
Verwijderen van het 
interieurfilter
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 314  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM 

3166-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7Plaatsen: Herhaal de genoemde 
stappen in omgekeerde volgorde.
■Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter vol-
gens het onderhoudsschema. In gebieden 
met veel stof of met veel verkeer moet ver-
vanging vaker plaatsvinden. (Zie het onder-
houdsboekje of het garantieboekje voor het 
onderhoudsschema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het 
filter en vervang het indien nodig.■Als de batterij van de elektronische 
sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich 
voordoen:
●Het Smart entry-systeem met startknop en 
de afstandsbediening zullen niet goed wer-
ken.
●Het bereik van de afstandsbediening zal 
kleiner worden.
Sleufkopschroevendraaier
Lithiumbatterij CR2032
■Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
●Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige, plaatselijke 
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
●Vervang de batterij alleen door het door de 
fabrikant aanbevolen type.
●Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in 
als KCA.
OPMERKING
■Bij het verwijderen van het dash-
boardkastje
Trek niet met geweld aan het dashboard-
kastje. Anders kunnen de onderste klau-
wen of het aangrijpingspunt ervan ver-
vormd raken, waardoor het plaatsen of 
sluiten van het dashboardkastje moeilijk 
gaat.
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig 
is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt 
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
Batterij elektronische 
sleutel
Vervang de batterij door een 
nieuw exemplaar als deze ontla-
den raakt.
Mogelijk raakt de sleutel bescha-
digd als de onderstaande proce-
dure niet goed wordt uitgevoerd. 
Het verdient daarom aanbeveling 
om de sleutelbatterij te laten ver-
vangen door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Zaken die u dient klaar te 
leggen
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book  Page 316  Tuesday, February 22, 2022  9:51 AM