982-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kan de werkingsstatus van de
Adaptive Cruise Control worden weer-
gegeven (→Blz. 185, 201)
De instellingen van de volgende syste-
men kunnen worden gewijzigd.
LDW (Lane Departure Warning)
(indien aanwezig)
PCB (Pre-Crash Brake-systeem)
(indien aanwezig)
BSD/RCTA (indien aanwezig)
RAB (Reverse Automatic Bra-
king-systeem) (indien aanwezig)
Sonaralarm (indien aanwezig)
SRH (Steering Responsive Head-
light) (indien aanwezig)
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
Eenheden (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
Beginscherm
Hiermee kan worden ingesteld of het begin-
scherm al dan niet wordt weergegeven als
het contact AAN wordt gezet.
GSI (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de schakelstandindicator
en de opschakeladviesindicator worden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
REV. (toerentalindicator)
• Hiermee kunt u de toerentalindicator in- of
uitschakelen.
• Hiermee kan worden in- en uitgeschakeld
dat er een zomer gaat klinken als de toe-
rentalindicator gaat branden.
• Hiermee kan het motortoerental waarbij
de toerentalindicator (oranje) verschijnt
worden ingesteld.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→Blz. 377
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Weergave informatie
ondersteunend systeem
(indien aanwezig)
Weergave instelling
ondersteunend systeem
Weergave instellingen
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Aangezien de motor tijdens het instellen
van het display moet draaien, dient de
auto te worden geparkeerd op een plaats
met voldoende ventilatie. In een afgeslo-
ten ruimte, zoals een garage, kunnen uit-
laatgassen die het schadelijke koolmo-
noxide (CO) bevatten, zich ophopen en in
de auto terechtkomen. Dit kan leiden tot
de dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat de motor draait tijdens het
instellen van het display om te voorkomen
dat de accu leeg raakt.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 98 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
1544-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Zet, om de verlichting weer in te schakelen,
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand OFF en daarna terug in stand
of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact UIT
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de verlichting is ingescha-
keld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Aan ruitenwissers voor gekoppeld
inschakelen van koplampen
Als de ruitenwissers voor worden gebruikt
wanneer de lichtschakelaar tijdens het rijden
overdag in stand staat, worden de kop-
lampen na enkele seconden automatisch
ingeschakeld om uw auto beter zichtbaar te
maken.
■Energiebesparende functie
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand of staat terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
uitgeschakeld.
●Wanneer het contact in stand ACC of AAN
wordt gezet
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
staat
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Verlichting Welcome Light-systeem
De koplampen en achterlichten gaan in het
donker automatisch branden wanneer u de
portieren ontgrendelt met de afstandsbedie-
ning als de lichtschakelaar in de stand
staat. De koplampen en achterlichten worden
na ongeveer 30 seconden automatisch uitge-
schakeld.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
1Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Auto's zonder High Beam Assist: Duw de
hendel van u af en laat hem los om het
grootlicht in te schakelen. Trek de hendel
naar u toe en laat hem los om het grootlicht
uit te schakelen en over te schakelen op
dimlicht.
Auto's met High Beam Assist: Duw met de
lichtschakelaar in de stand de hendel
van u af en laat hem los om de High Beam
Assist in te schakelen. Wanneer de High
Beam Assist is ingeschakeld, wordt afhan-
kelijk van de omstandigheden automatisch
overgeschakeld op grootlicht of dimlicht. Als
u de hendel van u af duwt en weer loslaat,
wordt de High Beam Assist uitgeschakeld en
wordt het grootlicht ingeschakeld.
Grootlicht handmatig inschakelen: Duw met
de lichtschakelaar in de stand de hen-
del van u af en laat hem weer los. Als u de
hendel naar u toe trekt en weer loslaat,
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
Inschakelen van het grootlicht
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 154 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
155
4 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
wordt het grootlicht uitgeschakeld en wordt
overgeschakeld op dimlicht.
2Een grootlichtsignaal geven door
aan de hendel te trekken
Hierdoor kan ook als de verlichting is uitge-
schakeld een grootlichtsignaal worden gege-
ven. Als de hendel wordt losgelaten, keert
de verlichting terug in de dimstand of wordt
de verlichting uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende ongeveer 30 seconden
worden ingeschakeld wanneer het con-
tact UIT staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
of staat.
De lichten doven onder de volgende
omstandigheden:
Het contact wordt AAN gezet.
De lichtschakelaar wordt ingescha-
keld.
U trekt de lichtschakelaar naar u toe
en laat hem los.
De portieren worden ontgrendeld
met het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
*: Indien aanwezig
SRH (Steering Responsive Headlights)
is een functie die afhankelijk van de
stuurwielhoek en de rijsnelheid als
vooruit wordt gereden automatisch de
hoek van de koplampen aanpast om
kruispunten en bochten beter te verlich-
ten.
De functie werkt bij een rijsnelheid vanaf 8
km/h.
■Uitschakelen van SRH
SRH kan worden uitgeschakeld via een
instelling op het instrumentenpaneel.
(→Blz. 377)
Als SRH wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje SRH OFF branden.
Extended Headlight
Lighting-systeem
SRH (Steering Responsive
Headlights)
*
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 155 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
345
7 7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Check Owner’s Manual” (raad-
pleeg handleiding) wordt weergegeven
●Als de onderstaande berichten worden
weergegeven, volg dan de desbetreffende
instructies.
• “High Coolant Temperature” (hoge koel-
vloeistoftemperatuur) (→Blz. 362)
• “Transmission Oil Temperature” (tempera-
tuur transmissievloeistof) (→Blz. 143)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• “EyeSight OFF” (EyeSight UIT)
• “Headlights Disabled” (koplampen uitge-
schakeld)
• “ABS”
• “Steering System” (stuurinrichting)
• “Vehicle Stability Control”
• “Transmission” (transmissie)
• “Low Tire Pressure” (lage bandenspan-
ning)
• “RAB Disabled” (RAB uitgeschakeld)
• “BSD/RCTA Disabled” (BSD/RCTA uitge-
schakeld)
• “Keyless Access System Disabled”
(Keyless Entry-systeem uitgeschakeld)
• “Auto Headlight Leveler Disabled” (auto-
matische koplampverstelling uitgescha-
keld)
• “SRH Disabled” (SRH uitgeschakeld)
• “Gasoline Particulate Filter” (benzineroetfil-
ter)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Breng de auto onmiddellijk tot stilstand en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• “Brake System” (remsysteem)
• “Check Engine” (controleer motor)
• “SRS Airbag System” (SRS-airbagsys-
teem)
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie) of in de
achteruitversnelling (handgescha-
kelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(→Blz. 326)
Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging te wijten is aan perfo-
ratie van het loopvlak door een spijker
of schroef.
Als uw auto een lekke band
heeft
Uw auto is niet uitgerust met een
reservewiel, maar wel met een
bandenreparatieset.
Een lekke band met perforatie-
schade door een spijker of schroef
kan voorlopig worden gerepareerd
met de bandenreparatieset.
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is. Door
het rijden met een lekke band kan er op de
wang rondom een groef ontstaan. In zo'n
geval kan de band bij het gebruik van de
bandenreparatieset exploderen, waardoor
dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan.
Voordat u de band repareert
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 345 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
381
8 8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■ASC (Active Sound Control) (→Blz. 152)
■Automatische verlichting (→Blz. 153)
■Ve r li c h t in g (→Blz. 153)
*: Indien aanwezig
■High Beam Assist* (→Blz. 156)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
ASC (Active Sound Control)AanUit——O
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorMid (gemiddeld)
Min
——OLaag
Hoog
Max
Tijd dat het Welcome Ligh-
ting-systeem werkt (bij het
instappen)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
Uit
Tijd dat het Welcome Ligh-
ting-systeem werkt (bij het uit-
stappen)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
Aan ruitenwissers voor gekop-
peld inschakelen van koplam-
pen
AanUit——O
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
SRH (Steering Responsive
Headlights)*AanUitOOO
ABC
FunctieStandaardinstellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
High Beam AssistAanUit——O
ABC
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 381 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
391Alfabetische index
E
eCall ......................................................... 70
Toets SOS ........................................... 70
Een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel plaatsen ............ 58
Elektrisch bedienbare ruiten
Aan portierslot gekoppelde
werking ruiten ................................. 126
Bediening .......................................... 126
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 127
Klembeveiliging ................................. 126
Elektrische stuurbekrachtiging
(EPS) ................................................... 256
Waarschuwingslampje ...................... 337
Elektronische sleutel ........................... 100
Als de elektronische sleutel niet
goed werkt ...................................... 357
Batterij vervangen ............................. 316
Energiebesparende functie ............... 110
EPS (elektrische
stuurbekrachtiging) ........................... 256
Waarschuwingslampje ...................... 337
Extended Headlight
Lighting-systeem ............................... 155
Extra opbergvak ................................... 276
Extra opbergvakken ............................. 275
EyeSight ................................................ 165
Adaptive Cruise Control .................... 185
Conventionele cruise control ............. 201
Lane Departure Warning ................... 214
Lane Sway Warning .......................... 216
Lead Vehicle Start Alert ..................... 218
Pre-Collision Throttle Management ... 209
Pre-Crash Brake-systeem ................. 175
Storing ............................................... 222
Tijdelijke uitschakeling....................... 222
F
Fleshouders.......................................... 274
G
G-krachten .............................................. 95
Gemiddeld brandstofverbruik............... 94
Gemiddelde rijsnelheid ......................... 94
Gereedschap ........................................ 346
Gewicht
Gewicht ............................................. 368
H
Haken
Bevestigingshaken (vloermat) ............ 26
Handgeschakelde transmissie ........... 147
Hendel
Ontgrendelingshendel motorkap....... 293
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 150
Ruitenwisserhendel .......................... 160
Selectiehendel .......................... 143, 147
Veiligheidshaak ................................. 293
High Beam Assist ................................ 156
Hill Start Assist Control ....................... 256
Hoofdsteunen ....................................... 120
I
Identificatie
Auto .................................................. 368
Motor................................................. 369
Initialisatie
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ................. 305
Elektrisch bedienbare ruiten ............. 126
Instapverlichting .......................... 271, 272
Instrumentenpaneel
Controlelampjes .................................. 86
Dimmer dashboardverlichting ............. 91
Instellingen.......................................... 98
Klok ..................................................... 88
Multi-informatiedisplay ........................ 92
Tellers ................................................. 88
Waarschuwingslampjes .................... 335
Waarschuwingsmeldingen ................ 344
Interieurfilter ......................................... 314
Interieurverlichting .............................. 271
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 391 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
392Alfabetische index
K
Kentekenplaatverlichting
Lampen vervangen ........................... 321
Lichtschakelaar ................................. 153
Kilometerteller ........................................ 90
Klembeveiliging
Elektrisch bedienbare ruiten .............. 126
Klok.................................................... 88, 91
Knie-airbags............................................ 32
Knop wijzigen weergave ........................ 90
Koelsysteem ......................................... 297
Oververhitting van de motor .............. 362
Koelvloeistof
Controle ............................................. 297
Inhoud ............................................... 372
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter ....................... 260
Koelvloeistoftemperatuurmeter ............ 88
Koplampen
Extended Headlight
Lighting-systeem............................. 155
High Beam Assist-systeem ............... 156
Lampen vervangen ........................... 321
Lichtschakelaar ................................. 153
Vermogen .......................................... 375
Krik
Bij de auto geleverde krik .................. 346
Plaatsen van een garagekrik............. 294
Krikslinger............................................. 346
L
Lampen
Vervangen ......................................... 321
Lane Departure Warning ...................... 214
Lane Sway Warning.............................. 216
Lead Vehicle Start Alert ....................... 218
Lekke band
Auto's zonder een reservewiel .......... 345
M
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem .................. 303
Make-upspiegels .................................. 280
Make-upverlichting............................... 280
Menu-iconen ........................................... 93
Meters ...................................................... 88Mistachterlichten
Lampen vervangen ........................... 321
Schakelaar ........................................ 159
Mistlampen ........................................... 159
Schakelaar ........................................ 159
Motor
Als de motor niet wil aanslaan .......... 355
Als uw auto in geval van nood
tot stilstand moet worden
gebracht ......................................... 326
Contact (startknop) ........................... 139
Identificatienummer .......................... 369
Motorkap ........................................... 293
Motorruimte....................................... 295
Oververhitting ................................... 362
Stand ACC ........................................ 142
Starten van de motor ........................ 139
Startknop .......................................... 139
Toerenteller ......................................... 88
Uitschakelsysteem brandstofpomp ... 334
Motorcontrolelampje ........................... 336
Motorkap
Openen ............................................. 293
Motorolie
Controle ............................................ 296
Inhoud ............................................... 370
Voorbereidingen en controles
bij rijden in de winter....................... 260
Waarschuwingslampje ...................... 336
Motorolietemperatuurmeter .................. 94
Multi-informatiedisplay.......................... 92
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave .......................................... 97
Aan navigatiesysteem
gekoppelde weergave ...................... 97
Bandenspanning ............................... 303
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel .......................... 93
Informatie voor sportief rijden ............. 95
Instellingen.......................................... 98
Menu-iconen ....................................... 93
Pop-updisplay ..................................... 92
Rij-informatie....................................... 94
Waarschuwingsmeldingen ................ 344
N
Noodstopsignaal .................................. 256
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 392 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
396Alfabetische index
V
Vastzitten
Als de auto vast komt te zitten .......... 364
Vehicle Stability Control (VSC) ........... 256
Veiligheidsgordels.................................. 29
Baby- en kinderzitjes plaatsen ............ 56
Blokkeerautomaat (ELR) ..................... 31
Controlelampje en
waarschuwingszoemer ........... 339, 339
Gordelspanners................................... 31
Hoe de veiligheidsgordel te dragen ..... 30
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels door kinderen ...... 30
Veiligheidsgordels schoonmaken
en onderhouden.............................. 285
Waarschuwingslampje SRS .............. 337
Zwangere vrouwen, correct gebruik
van veiligheidsgordel ........................ 29
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
Baby- en kinderzitjes ........................... 56
Bagageruimte,
voorzorgsmaatregelen .................... 106
Batterij elektronische sleutel,
voorzorgsmaatregelen .................... 317
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 127
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels door kinderen ...... 30
Plaatsen van baby- en kinderzitjes ..... 56
Stoelverwarming,
voorzorgsmaatregelen .................... 269
Veiligheidsgordels,
voorzorgsmaatregelen ...................... 56
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de accu............. 300, 361
Ve l g e n
Maat .................................................. 375
Velgen vervangen ............................. 308
Verlichting
Vermogen .......................................... 375Verlichting
Bagageruimteverlichting ................... 108
Extended Headlight
Lighting-systeem ............................ 155
High Beam Assist-systeem ............... 156
Interieurverlichting ............................ 271
Lampen vervangen ........................... 321
Lichtschakelaar ................................. 153
Make-upverlichting............................ 280
Overzicht interieurverlichting ............ 271
Richtingaanwijzerschakelaar ............ 150
Schakelaar mistlampen .................... 159
Verlichting Welcome
Light-systeem ................................. 154
Vermogen ......................................... 375
Vermogens- en koppelkromme............. 95
Verstreken tijd ........................................ 94
Vervangen
Banden ............................................. 308
Batterij elektronische sleutel ............. 316
Lampen ............................................. 321
Zekeringen ........................................ 319
Ve r wa r m i ng
Automatische airconditioning ............ 264
Buitenspiegels .................................. 266
Stoelverwarming ............................... 269
Vloeistof
Automatische transmissie ................. 373
Handgeschakelde transmissie .......... 373
Remsysteem ..................................... 374
Sproeiers .......................................... 300
Vloermatten ............................................ 26
Voertuigidentificatienummer .............. 368
Voltmeter................................................. 94
Vo o r s t o e l e n
Afstellen ............................................ 117
De juiste houding achter
het stuur ........................................... 27
Hoofdsteunen ................................... 120
Schoonmaken ........................... 285, 287
Stoelverwarming ............................... 269
Vo o r s t o e l e n
Baby- en kinderzitjes plaatsen ............ 56
VSC (Vehicle Stability Control) ........... 256
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 396 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM