Page 545 of 818

543
4
4-6. Rijtips
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
• Ruitensproeiervloeistof
● Laat de toestand van de 12V-accu controleren door een monteur.
● Laat vier winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set sneeuw-
kettingen voor de voorwielen aan
*.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat van uw auto.
*: 18 inch en 19 inch banden kunnen niet worden voorzien van sneeuwkettingen.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen uit:
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de ruiten-
wissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
● Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de aanjager
van het airconditioningsysteem.
● Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, aan de onderzijde van de auto, rond de
banden of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
● Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de wi nter de noodzakelijke voorbereidin-
gen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag altijd aan de
actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 543 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 546 of 818

5444-6. Rijtips
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
●Parkeer de auto, zet de selectiehendel in stand P en zorg dat een van de
wielen wordt geblokkeerd, maar activeer de parkeerrem niet. De parkeer-
rem kan vastvriezen en bij het deactiveren niet vrij komen. Blokkeer bij\
het
parkeren van de auto de wielen zonder de parkeerrem te gebruiken. Het
niet in acht nemen hiervan kan gevaarlijk zijn omdat de auto onverwacht in
beweging kan komen, hetgeen kan leiden tot een ongeval.
● Controleer als de auto geparkeerd is zonder de parkeerrem te activeren o\
f
de selectiehendel niet uit stand P kan worden gezet
*.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als wordt geprobeerd deze vanuit stand P in
een andere stand te zetten zonder het rempedaal in te trappen. Als de selectiehen-
del niet uit stand P kan worden gezet, kan er een probleem aanwezig zijn in het
schakelblokkeersysteem. Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 544 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 547 of 818

5454-6. Rijtips
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
17 inch banden
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen. De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting diameter 3 mm
breedte 10 mm
lengte 30 mm
Dwarsketting
diameter 4 mm
breedte 14 mm
lengte 25 mm
18 inch of 19 inch banden
Er kunnen geen sneeuwkettingen worden gemonteerd, aangezien de ruimte
tussen de band en de carrosserie te klein is.
Gebruik in plaats daarvan winterban-
den.
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
● Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen. Monteer geen sneeuwket-
tingen op de achterwielen.
● Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
● Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingen
Wetgeving met betrekking tot he t gebruik van sneeuwkettingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 545 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 548 of 818

5464-6. Rijtips
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, wat kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
● Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
● Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
● Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet die
geldt voor de gebruikte winterbanden.
● Monteer winterbanden op alle wielen.
■ Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en dodelijk of ernstig letsel het gevolg zijn.
● Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte sneeuw-
kettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snelheid de laagste is.
● Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
● Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behor en gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de werking
van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 546 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 549 of 818

547
5Voorzieningen inhet interieur
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E 5-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Airconditioning......................... 548
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming.................... 557
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ... 559 • Interieurverlichting .............. 560
• Leeslampjes ....................... 560
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ........... 562
• Dashboardkastje ................ 563
• Consolevak......................... 563
• Fleshouders........................ 564
• Bekerhouders ..................... 565
Voorzieningen in de bagageruimte ........................ 566
5-4. Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ........................... 574
• Zonnekleppen..................... 574
• Make-upspiegels ................ 574
• Klok .................................... 575
• Accessoireaansluiting......... 576
• Handgrepen........................ 577
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 547 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 550 of 818
5485-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Airconditioning
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
■Wijzigen van de ingestelde temperatuur
Temperatuur verhogen
Temperatuur verlagen
Als de indicator uitstaat,
blaast het systeem lucht met de
omgevingstemperatuur of ver-
warmde lucht in het interieur.
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid
worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Bedieningspaneel airconditioning
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 548 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 551 of 818
5495-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
5
Voorzieningen in het interieur
■Instellen van de aanjagersnelheid
Aanjagersnelheid verhogen
Aanjagersnelheid verlagen
Druk op om de aanjager uit te
schakelen.
■
Wijzigen van de luchtcirculatiemodus
Beweeg de luchtcirculatieknop
omhoog of omlaag om de luchtcir-
culatiemodus te wijzigen.
Iedere keer dat de knop wordt
bediend, worden er andere uit-
stroomopeningen geselecteerd.
Er stroomt lucht naar het boven-
lichaam.
Er stroomt lucht naar het boven-
lichaam en de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten.
Er stroomt lucht naar de voeten
en de voorruitverwarming is in
werking.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 549 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 552 of 818

5505-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Druk op .
De ontvochtigingsfunctie wordt ingeschakeld. De uitstroomopeningen
waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden automatisch gere-
geld op basis van de gekozen temperatuur.
Wijzig de ingestelde temperatuur.
Druk op .
Iedere keer als op wordt gedrukt, schakelt de koel- en ontvochtigingsfunc-
tie tussen aan en uit.
Druk op om de werking te beëindigen.
■Controlelampje automatische modus
Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van de automatische modus. De auto-
matische modus blijft echter ingesch akeld voor de andere functies dan die
worden bediend.
■Afzonderlijk instellen van de temp eratuur voor de bestuurder en voor
de voorpassagier
Voer een van de volgende procedures uit om de modus voor gescheiden
bediening in te schakelen:
● Druk op .
● Wijzig de ingestelde temperatuur aan passagierszijde.
Als de modus voor gescheiden bediening is ingeschakeld, gaat het controle-
lampje branden.
Gebruik van de automatische modus
1
2
3
4
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 550 Monday, October 11, 2021 9:41 AM