Page 57 of 90

Periodiek on derhoud en afstelling
6-17
6
Inspectie van b anden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstab iliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den v oor
dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen. Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij
d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
Voor ban d:
Maat: 110/70-17 M/C 54S
Fabrikant/model:
IRC/TRAIL WINNER GP-211F
Achter ban d:
Maat:
140/70-17 M/C 66S
Fabrikant/model: IRC/TRAIL WINNER GP-211R
UBFGD0D0.book Page 17 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 58 of 90

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU22047
Vrije sla g van d e koppelin gshen-
d el afstellenMeet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking terug naar de koppelingshendel.
2. Draai de borgmoer los. 3. Draai de stelbout van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
4–7 overslaan.4. Draai de stelbout bij de koppelings-hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
1. Rubberafdekking
2. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
3. Borgmoer
4. Vrije slag van koppelingshendelVri je sl a g van koppeling shendel:
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in)
4
1 2
(a)
(b)
3
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag remhendel (carter)
1
2
(a)
(b)
UBFGD0D0.book Page 18 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 59 of 90
Periodiek on derhoud en afstelling
6-19
6
6. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
7. Draai de borgmoer bij het carter vast.
8. Draai de borgmoer bij de koppelings- hendel vast en schuif de rubber afdek-
king weer naar de oorspronkelijke
positie.
DAUT1223
Vrije slag van voorremhen del
controlerenMeet de vrije slag van de voorremhendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de remhendel
regelmatig en laat indien nodig een
Yamaha-dealer het remsysteem controle-
ren.
WAARSCHUWING
DWA10642
Als de vrije sla g van de remhen del niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy- steem vóór g
eb ruik van het voertui g
nakijken of repareren door een Yamaha
d ealer.1. Vrije slag remhendel
Vrije sla g voorremhen del:
2.0–5.0 mm (0.08–0.20 in)
1
UBFGD0D0.book Page 19 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 60 of 90
Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAUM1355
Vrije sla g van rempe daal afstel-
lenMeet de vrije slag van het rempedaal zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van het rempedaal
regelmatig en laat deze indien nodig door
een Yamaha dealer afstellen.
WAARSCHUWING
DWAM1031
Als de vrije sla g van het rempe daal niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy- steem vóór
geb ruik van de motorfiets
nakijken of repareren door een Yamaha
d ealer.
DAU36505
Remlichtschakelaars Het remlicht moet gaan branden net voor-
dat de remwerking intreedt. Het remlicht
wordt geactiveerd door schakelaars die zijn
verbonden met de remhendel en het rem-
pedaal. Aangezien de remlichtschakelaars
onderdelen zijn van het Yamaha ABS (Anti-
lock Brake System), mogen ze alleen wor-
den onderhouden door een Yamaha dea-
ler.
1. Vrije slag rempedaalVrije sla g rempe daal:
7.0–13.0 mm (0.28–0.51 in)ZAUM2037
UBFGD0D0.book Page 20 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 61 of 90

Periodiek on derhoud en afstelling
6-21
6
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22434
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU36721
Rem
blokken achterrem
Elk achterremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem
1. Slijtage-indicatorgroefZAUM2038
1. Slijtage-indicatorgroefZAUM2039
1
1
1. Merkstreep minimumniveau
1
ZAUM1057
UBFGD0D0.book Page 21 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 62 of 90

Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht: Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendrin gen in het rem-
systeem, waar door de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekka ge tot gevol g.
Vul bij met hetzelf
de t
ype remvloei-
stof. Toevoe gin g van een an der
type remvloeistof d an DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij dens het b ij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnend ringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verla gen zo dat
d amp belvormin g kan optre den en
vuil de hy draulisch bed ien de klep-
pen van de ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen bescha dig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
1. Merkstreep minimumniveauAan
bevolen remvloeistof:
DOT 4ZAUM2040
UBFGD0D0.book Page 22 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 63 of 90

Periodiek on derhoud en afstelling
6-23
6
DAU22734
De remvloeistof verversenLaat de remvloeistof elke 2 jaar verversen
door een Yamaha dealer. Laat bovendien
de keerringen van de hoofdremcilinders en
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de hieronder vermelde intervalperi-
oden of eerder als ze lek of beschadigd zijn.
Remkeerringen: elke 2 jaar
Remslangen: elke 4 jaar
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU74253
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.OPMERKINGBij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond. 4. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting als volgt bij als deze niet correct
is. LET OP: Een onjuiste ket-
tin gspannin g leid t tot over belastin g
van de motor en an dere essentiële
on der delen van d e machine en kan
resulteren in overslaan of breken
van de kettin g. Hou d om d it te voor-
komen de kettin gspanning b innen
d e gespecificeer de waar den.
[DCA10572]
DAU3431B
Om de spannin g van de aan drijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Draai de wielasmoer los en draai dan de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
1. Spanning aandrijfkettingZAUM2041
1
Spannin g aan drijfkettin g:
30.0–40.0 mm (1.18–1.57 in)
UBFGD0D0.book Page 23 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM
Page 64 of 90

Periodiek on derhou d en afstelling
6-24
6
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken.OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.3. Trek de asmoer en daarna de borg-moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten. 4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23027
De aan drijfkettin g reinig en en
smerenDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is g ewassen
of ermee in de re gen of in vochti ge ge-
b ie den is gere den.1. Reinig de aandrijfketting met een aan-
drijfkettingreinigingsmiddel en een
zacht borsteltje. LET OP: Reinig d e
aan drijfkettin g niet met stoomreini-
g ers, ho ged rukreini gers of on ge-
schikte oplosmi ddelen om schad e
aan de O-rin gen te voorkomen.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
een speciaal smeermiddel voor O-
ringkettingen. LET OP: Breng g een
motorolie of an dere smeermi ddelen
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Wielasmoer
3. Uitlijnmerktekens
4. BorgmoerZAUM2042
231
4
(b)(a)
Aanhaalmomenten: Wielasmoer:
85 N·m (8.5 kgf·m, 63 lb·ft)
Borgmoer: 15 N·m (1.5 kgf·m, 11 lb·ft)
UBFGD0D0.book Page 24 Tuesday, April 6, 2021 1:40 PM