Page 265 of 648

2654-1. Voordat u gaat rijden
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
OPMERKING
■Tijdens het rijden
● Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd het gaspedaal en het rempedaal in, anders
neemt het vermogen van het hy bridesysteem mogelijk af.
● Gebruik het gaspedaal niet om de auto op een helling op zijn plaats te houden en
trap daartoe ook niet het rempedaal en het gaspedaal gelijktijdig in.
■ Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de selectiehendel altijd in stand P. Anders kan
de auto onverwachts accelereren als het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
■ Vermijd schade aan onderdelen van de auto
● Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen tegen de
aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan.
● Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan de wielen,
de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
■ Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempedaal geleidelijk in om de auto tot stilstand te
brengen.
● Het kan moeilijk zijn om de auto onder controle te houden.
● De auto kan abnormale geluiden maken of trillen.
● De auto kan abnormaal gaan overhellen.
Informatie over wat u moet doen in het geval van een lekke band ( →Blz. 558, 576)
■ Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig beschadigd raken:
● Motor slaat af
● Kortsluiting in elektrische componenten
● Motorschade door onderdompeling in water
Na het rijden op een overstroomde weg moet het volgende worden nagekeken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller /reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
● Remwerking
● Veranderingen in het peil en de kwaliteit van de olie en vloeistoffen voor de motor,
de hybridetransmissie, enz.
● Smering van de lagers en de wielophanging (indien mogelijk) en de werking van
alle koppelingen, lagers, enz.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 265 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 266 of 648

2664-1. Voordat u gaat rijden
CAMRY_HV_EE
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie over voorzorgsmaatregelen, laadvermo-
gen en belading zorgvuldig door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroorzaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
● Jerrycans met benzine
● Spuitbussen
■ Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
● Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte.
● Neerklapbare achterstoelen: Stapel bagage in de vergrote bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen, om te voorkomen dat goederen tijdens hard remmen
naar voren schuiven. Plaats bagage altijd zo laag mogelijk.
● Leg geen lading of bagage op de volgende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achterstoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de hoedenplank
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
● Zorg dat alle voorwerpen die zich in het passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
● Neerklapbare achterstoelen: Plaats als u de achterstoelen neerklapt geen lange
voorwerpen direct achter de voorstoelen.
● Neerklapbare achterstoelen: Sta nooit toe dat er personen in de vergrote bagage-
ruimte meerijden. De bagageruimte is niet ontworpen om personen te vervoeren.
Personen dienen plaats te nemen op een zitplaats en een gordel op de juiste
manier om te doen.
■ Lading en gewichtsverdeling
● Overlaad uw auto niet.
● Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 266 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 267 of 648
2674-1. Voordat u gaat rijden
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
Rijden met een aanhangwagen
Toyota adviseert u niet met een aanhangwagen te rijden. Toyota advi-
seert u bovendien geen trekhaak te laten monteren voor het gebruik
van bijvoorbeeld een fietsendrager. Uw auto is niet ontworpen voor het
rijden met een aanhangwagen of het gebruik van op de trekhaak beves-
tigde fietsendragers en dergelijke.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 267 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 268 of 648

268
CAMRY_HV_EE
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet worden gestart.
Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van
de startknop is voldoende om deze te
bedienen. U hoeft de startknop niet
ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY gaat
branden, werkt het hybridesysteem
normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het
controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
Controleer of het controlelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem ( →Blz. 283) en zet de selectiehendel in stand P.
Druk op de startknop.
Er wordt rijgerelateerde informatie op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektronische sleu-
tel bij u hebt, wordt het hybridesyst eem gestart of de stand van het
contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
Uitschakelen van het hybridesysteem
5
1
2
3
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 268 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 269 of 648

2694-2. Rijprocedures
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat op de
knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componenten
zoals het audiosysteem kunnen wor-
den gebruikt.
Er wordt een melding op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven waarin
wordt aangegeven hoe het hybridesys-
teem moet worden gestart.
Stand AAN
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
Er wordt een melding op het multi-inform atiedisplay weergegeven waarin wordt
aangegeven hoe het hybridesysteem moet worden gestart.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt het contact in stand ACC gezet in plaats van UIT.
Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem wordt uitge-
zet, wordt het contact in plaats van UIT in stand ACC gezet. Voer de vol-
gende procedure uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of “Turn Power OFF” (zet contact UIT) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven en druk de startknop eenmaal in.
Controleer of “Turn Power OFF” (zet contact UIT) niet meer op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven.
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
Uitschakelen van het hybridesysteem met de selectiehendel in een
andere stand dan P
1
2
3
4
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 269 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 270 of 648

2704-2. Rijprocedures
CAMRY_HV_EE
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de selectiehendel in stand P is staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten dat de
12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende langere tijd in stand ACC of
AAN staan terwijl het hybridesysteem niet in werking is.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
→ Blz. 104
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 172
■ Als de buitentemperatuur laag is, bi jvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje READY continu brandt. Continu
branden betekent dat de auto in beweging kan komen.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 188
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
→Blz. 189
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( →Blz. 112)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Controleer of de selectiehendel goed in stand P staat. Mogelijk kan het hybridesys-
teem niet worden gestart als de selectiehendel niet goed in stand P staat.
● Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■ Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op de startknop drukt,
wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
■ Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay waarin de bestuurder
wordt geïnformeerd dat het stuurwiel is ver-
grendeld.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat. Druk op de startknop terwijl u het stuur-
wiel naar links en rechts beweegt.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 270 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 271 of 648

2714-2. Rijprocedures
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Oververhitting van de elektromotor van het stuurslot voorkomen
Om te voorkomen dat de elektromotor van het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybridesysteem in korte tijd herhaaldelijk wordt in- en
uitgeschakeld. Schakel het hybridesysteem in dat geval niet in of uit. Na ongeveer 10
seconden zal de elektromotor van het stuurslot weer functioneren.
■ Wanneer er een melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
waarin wordt verzocht om he t Smart entry-systeem met startknop te controleren.
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herste ller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje RE ADY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste procedure
voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een an dere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■ Wanneer er een storing in het hybridesysteem aanwezig is
→Blz. 106
■ Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
→Blz. 519
■ Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
● Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nadat het contact UIT is
gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht nadat
u het contact UIT hebt gezet een paar seconden voordat u het hybridesysteem
opnieuw start.
■ Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de persoonlijke
voorkeursinstellingen
→ Blz. 592
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 271 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 272 of 648

2724-2. Rijprocedures
CAMRY_HV_EE
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesysteem te starten. Trap
onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten van het hybridesys-
teem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybrid esysteem zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergrendel
of open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Uitschakelen van het hybr idesysteem in noodgevallen
● Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wilt stoppen, houdt u
de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze minstens 3 keer kort
achter elkaar in. ( →Blz. 537)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve in geval van nood.
Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden verliest u niet de
controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachtiging werkt echter niet
meer. Hierdoor zal het sturen veel zw aarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de
auto aan de kant zodra dit veilig kan.
● Als de startknop wordt bediend terwijl de auto rijdt, verschijnt er een waarschu-
wingsmelding op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer.
● Druk op de startknop om het hybridesysteem opnieuw te starten nadat dit ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het rijden is uitgeschakeld. Wanneer u na het
tot stilstand brengen van de auto het hy bridesysteem opnieuw start, zet dan de
selectiehendel in stand P en druk vervolgens de startknop in.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 272 Friday, August 14, 2020 9:43 AM