Page 353 of 648

3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
Druk op de schakelaar + RES als uw
voorligger begint te rijden.
Het volgen van uw voorligger wordt
ook hervat als u het gaspedaal intrapt
wanneer uw voorligger begint te rij-
den.Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
(Als de auto is stilgezet door het sys-
teem, wordt de snelheidsinstelling niet
geannuleerd als het rempedaal wordt
ingetrapt.)
Als u op de schakelaar + RES drukt, wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde rijsnelheid hervat.
Wanneer er echter geen voorligger wordt gesignaleerd, wordt de cruise control niet
hervat wanneer de rijsnelheid ongeveer 40 km/h of lager is.
Hervatten van het rijden met de volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem (afstandsregelmodus)
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 353 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 354 of 648
3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als een
andere bestuurder vóór u invoegt ter-
wijl u een voorligger volgt. Trap het
rempedaal in om voldoende afstand
tot uw voorligger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven
als de tussenafstand klein is.
●Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
● Als de voorligger extreem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 354 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 355 of 648

3554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de auto
met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen.
Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed
werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.Houd bij uitgeschakelde cruise
control de cruise control-hoofd-
schakelaar gedurende ten minste
1,5 seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is
gedrukt, gaat het controlelampje Dyna-
mic Radar Cruise Control branden.
Vervolgens gaat het controlelampje
cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snelheidsregelmodus is alleen mogelijk als de
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer 40
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar - SET om de snelheid op te
slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schakelaar wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 351
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 353
Selecteren van de cons tante-snelheidsregelmodus
1
2
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 355 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 356 of 648

3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik kan worden
gebruikt als
● De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
● De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger. Als echter een voorligger wordt gesigna-
leerd, kan de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik zelfs wor-
den ingeschakeld als de rijsnelheid lager is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rij-
snelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de
voorligger gehandhaafd blijft.
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
● Door op de schakelaar + RES te drukken terwijl de voorligger stopt, wordt, als de
voorligger begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden nadat op de schakelaar is
gedrukt het rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot ongeveer 40 km/h of lager en er worden geen voor-
liggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met een rijsnelheid van onge-
veer 40 km/h of lager. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste manier signale-
ren. (“Radar Cruise Control Unavailable” (Dynamic Radar Cruise Control-systeem
niet beschikbaar) wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay)
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilgestaan.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen
automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 356 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 357 of 648

3574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Geluid remsysteem
Als de remmen automatisch worden geactiveerd wanneer de auto zich in de afstands-
regelmodus bevindt, kan het geluid van een geactiveerd remsysteem hoorbaar zijn.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Waarschuwingsmeldingen en zoemers vo or de Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wo rden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg
de aanwijzingen op.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 357 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 358 of 648

3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Omstandigheden waarin de sensor voorligg ers mogelijk niet op de juiste manier
signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempe-
daal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer
moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 354) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
● Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 358 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 359 of 648
3594-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de
situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
● Als uw voorligger plotseling decelereert
● Als u op een weg rijdt die wordt omgeven door een constructie, zoals in een tunnel of
op een ijzeren brug
● Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
●
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
● Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 359 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
Page 360 of 648

3604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
■Als “Exhaust Filter Full See Owner’s Ma nual” (Uitlaatgasfiltersysteem vol, zie
handleiding) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven
● Deze melding wordt mogelijk weergegeven wanneer de auto tijdens het rijden zwaar
wordt belast terwijl roetdeeltjes zich ophopen.
● Het vermogen van het hybridesysteem (m otortoerental) wordt beperkt bij een
bepaalde hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan echter nog met de auto worden gereden,
tenzij het motorcontrolelampje gaat branden.
● Roetdeeltjes hopen zich sneller op wanneer er regelmatig korte ritten worden gere-
den met de auto, wanneer er met lage snelheden wordt gereden of als het hybride-
systeem regelmatig wordt gestart in een extreem koude omgeving. Overmatige
ophoping van roetdeeltjes kan worden voorkomen door periodiek lange afstanden te
rijden waarbij het gaspedaal af en toe wordt losgelaten, zoals bij het rijden op auto-
wegen en snelwegen.
■ Als het motorcontrolelampje gaat branden of “Engine Maintenance Required
Visit Your Dealer” (Motor moet worden onderhouden, ga naar uw dealer) wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay
De hoeveelheid opgehoopte roetdeeltjes heeft een bepaald niveau overschreden.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en uitgeruste deskundige.
GPF-systeem (benzineroetfilter)∗
Het benzineroetfiltersysteem verzamelt met behulp van een uitlaatgas-
filter roetdeeltjes in de uitlaatgassen.
Het systeem werkt om het filter automatisch te regenereren, afhankelijk
van de voertuigcondities.
∗: Indien aanwezig
OPMERKING
■ Voorkomen dat het benzineroetfiltersysteem niet goed werkt
● Gebruik geen andere brandstof dan het voorgeschreven type brandstof
● Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp aan
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 360 Friday, August 14, 2020 9:43 AM