Page 9 of 220

Grondige kennis van uw nieuwe auto begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en rechtstreekse wijze beschreven
hoe uw auto gemaakt is en hoe hij werkt.
Daarom adviseren u het comfortabel zittend in uw auto te lezen,
dan kunt u met eigen ogen zien wat hier beschreven is.
WEGWIJS IN UW AUTO
INSTRUMENTENPANEEL..........................8
DE SLEUTELS.................................9
CONTACTSLOT................................11
ALFA ROMEO CODE SYSTEEM......................12
ALARMSYSTEEM..............................12
PORTIEREN..................................13
STOELEN...................................14
HOOFDSTEUNEN ..............................16
STUURWIEL.................................17
ACHTERUITKIJKSPIEGELS........................18
BUITENVERLICHTING...........................19
INTERIEURVERLICHTING.........................21
RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER...............22
KLIMAATREGELING.............................24
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING.....................29
ELEKTRISCH SCHUIFDAK...........................30
MOTORKAP..................................32
BAGAGERUIMTE...............................33
KOPLAMPEN.................................34
Alfa DNA-SYSTEEM (dynamische controle van de auto).......35
DYNAMIC SUSPENSION (actief schokdempersysteem) .......36
VERSIE MET LPG-SYSTEEM.......................36
Page 10 of 220
INSTRUMENTENPANEEL
1. Luchtuitstroomopeningen zijruiten – 2. Verstelbaar en richtbaar luchtrooster – 3. Bedieningshendel buitenverlichting –
4. Instrumentenpaneel – 5. Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter en tripcomputer – 6.Uconnect™(waar aanwezig) –
7. Verstelbare en richtbare luchtroosters – 8. Knop alarmknipperlichten, portieren ver-/ontgrendelen – 9. Frontairbag passagierszijde –
10. Handschoenenkastje – 11. HVAC-bedieningen – 12. Versnellingspook – 13. "Alfa DNA"-systeem – 14. Contactslot – 15.
Knieairbag voor bestuurderszijde (waar aanwezig) – 16. Frontairbag bestuurderszijde – 17. Cruisecontrolhendel (waar aanwezig) –
18. Toegangsklepje zekeringenkast –19. Paneel met diverse bedieningen.
1A0J0330C
8
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 11 of 220

DE SLEUTELS
MECHANISCHE SLEUTEL
Werking
De metalen baard 1 fig. 2 activeert:
het contactslot;
het portierslot.
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING(indien aanwezig)
1)
Werking
De metalen baard 1 fig. 3 bedient het
contactslot en het portierslot.
Druk op knop 2 om de metalen baard
in/uit te klappen.Ontgrendeling portier en bagageruimte:
druk kort op knop
om de portieren te
ontgrendelen en de bagageruimte. Dit
resulteert in het aangaan van de
interieurverlichting met een
tijdgestuurde vertraging en het dubbel
knipperen van de richtingaanwijzers
(alleen voor sommige versies).
Vergrendeling portier en bagageruimte:
druk kort op knop
om de portieren te
vergrendelen en de bagageruimte. Dit
resulteert in het uitgaan van de
interieurverlichting en het een keer
knipperen van de richtingaanwijzers
(alleen voor sommige versies).
Bagageruimte openen:druk op de
knop om de bagageruimte met de
afstandsbediening te openen. De
richtingaanwijzers knipperen twee maal
om aan te geven dat de bagageruimte
geopend is.
EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN
AANVRAGEN
Het systeem kan maximaal 8 sleutels
met ingebouwde afstandsbediening
herkennen. Als een nieuwe
afstandsbediening nodig mocht zijn,
neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk en neem de CODE-card
(waar aanwezig), een identiteitsbewijs en
de eigendomspapieren van de auto mee.
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN
1)
Proceduredruk op de knop 1 fig. 4 en klap de
metalen baard 2 uit naar de
openingsstand; draai de schroef 4 naar
met een kleine schroevendraaier;
trek de batterijhouder 5 naar buiten en
vervang de batterij 3 met inachtneming
van de juiste polariteit; plaats de
batterijhouder 5 weer in de sleutel en
draai schroef 4 naar
.
2A0K0545C
3A0J0072C
9
Page 12 of 220

SAFE LOCK SYSTEEM(indien aanwezig)
Deze veiligheidsvoorziening verhindert
de werking van de binnenhandgrepen en
de toets voor vergrendeling/
ontgrendeling van de portieren. Wij
adviseren om deze voorziening te
activeren wanneer de auto geparkeerd
wordt.
Het systeem inschakelen
Het systeem wordt op alle portieren
ingeschakeld door twee keer snel op de
toets op de sleutel te drukken.
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, gaan de richtingaanwijzers
3 maal knipperen en knippert de led op de
toets
op het dashboard. Het systeem
wordt niet ingeschakeld als een of meer
portieren/deuren niet goed zijn gesloten.Het systeem uitschakelen
Het systeem wordt in de volgende
gevallen automatisch uitgeschakeld:
door de contactsleutel in het
bestuurdersportier te steken en de
sleutel rechtsom te draaien;
door te drukken op deknop op de
sleutel;
door de contactsleutel naar de stand
MAR te draaien.
BELANGRIJK Als het Safe Locksysteem
is ingeschakeld, dan is het niet meer
mogelijk om de portieren vanuit het
interieur te openen. Controleer daarom,
voordat het voertuig wordt verlaten, of
er niemand meer aan boord is. Wanneer
de batterij van de afstandsbediening leeg
is, kan het systeem alleen worden
uitgeschakeld door de sleutel in een van
beide portiersloten te steken en te
draaien.
BELANGRIJK
1)Druk knop 2 alleen in wanneer de sleutel
ver genoeg van het lichaam (vooral de ogen)
en van voorwerpen die snel beschadigen
(bijvoorbeeld kleding) is verwijderd. Laat de
sleutel nooit onbewaakt achter om te
voorkomen dat iemand (bijvoorbeeld een
kind) per ongeluk op de knop drukt.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
4A0J0073C
10
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 13 of 220

CONTACTSLOT
2) 3)
De sleutel kan op drie standen worden
gedraaid fig. 5:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. centrale
portiervergrendeling, alarm enz.) kunnen
blijven werken;
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
STUURSLOT
4) 5)
Inschakelen
Wanneer de sleutel op STOP staat, de
sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
contactsleutel naar de stand MAR.
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet men
deze laten controleren bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk alvorens weer te gaan
rijden.
3)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten, om
onbedoeld gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen. Vergeet
niet de handrem aan te trekken. Schakel de
eerste versnelling in als het voertuig op een
helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
auto achter.
4)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.5)Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto
rijdt. Het stuurwiel zal automatisch
vergrendeld worden zodra eraan gedraaid
wordt. Dit geldt ook voor auto's die gesleept
worden.
5A0J0031C
11
Page 14 of 220

ALFA ROMEO CODESYSTEEM
De Alfa Romeo Code verhindert
ongeautoriseerd gebruik van het
voertuig, door het starten van de motor
onmogelijk te maken.
Werking
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR te
draaien, stuurt de regeleenheid van het
Alfa Romeo CODE systeem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.
Deze code wordt alleen verzonden als de
regeleenheid van het Alfa Romeo CODE
systeem de door de sleutel verstuurde
code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar de
stand STOP wordt gedraaid, schakelt het
Alfa Romeo CODE-systeem de functies
van de Powertrain Control Module uit.
Onregelmatige werking
Als de code tijdens het starten niet
correct wordt herkend, gaat het lampje
op het instrumentenpaneel branden.
Draai in dit geval de sleutel naar STOP en
vervolgens naar MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer dan nogmaals
met een van de andere geleverde
sleutels. Neem contact op met het AlfaRomeo Servicenetwerk als de motor nog
steeds niet gestart kan worden.
Inschakeling van waarschuwingslampje
tijdens het rijden
Als hetdigitale
waarschuwingslampje gaat branden,
betekent dit dat het systeem een
zelfdiagnose uitvoert (bijv. bij een
spanningsval).
Als het lampjeblijft branden,
neem dan contact op met een Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de sleutels
kunnen beschadigen als de sleutel aan sterke
schokken wordt blootgesteld. Om een
correcte werking van de inwendige
elektronische componenten te garanderen,
mag de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
ALARMSYSTEEM
(indien aanwezig)
IN WERKING TREDING ALARM
Activering van het alarm leidt tot een
geluidssignaal en het knipperen van de
richtingaanwijzers.
BELANGRIJK Het alarm is door de
Fabrikant aangepast om te voldoen aan
de eisen in de verschillende landen waar
het voertuig op de markt wordt gebracht.
INSCHAKELEN VAN HET ALARM
Richt, bij gesloten portieren, motorkap en
achterklep en met de sleutel in de stand
STOP of verwijderd, de sleutel met
afstandsbediening op het voertuig druk
op de toets en laat de toets
los.
Behalve bij sommige versies voor
specifieke markten, produceert het
systeem een visueel en geluidssignaal en
wordt de portiervergrendeling
geactiveerd.
ALARM ZELF-INSCHAKELING(indien aanwezig)
Als een alarm niet met de
afstandsbediening is ingeschakeld, wordt
het alarm automatisch ingeschakeld
ongeveer 30 seconden nadat de sleutel
naar de STOP stand is gedraaid en de
12
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 15 of 220

laatste keer dat een van de portieren of
achterklep werd geopend en opnieuw
gesloten.
Deze toestand wordt aangeduid door de
knipperende verlichting van de LED op de
alarmuitschakelingsknop op het
plafondlicht en door de
inschakelingsindicaties hiervoor
beschreven.
Druk, om hun correcte werking weer te
herstellen, op de knop
op de
afstandsbediening.
Zelfinschakeling van het alarm vindt ook
plaats wanneer de portieren gesloten zijn
door de metalen baard van de sleutel in
het bestuurdersportierslot te draaien. Bij
open achterklep worden de portieren niet
vergrendeld.
UITSCHAKELEN VAN HET ALARM
Druk op deknop. Het volgende gebeurt
(uitgezonderd enkele
marktuitvoeringen):
de richtingaanwijzers knipperen twee
keer kort;
er klinken twee korte geluidssignalen;
de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Wanneer de portieren met
de metalen baard van de sleutel centraal
worden ontgrendeld, wordt het alarm
niet uitgeschakeld.
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVERGRENDELING
De portieren vergrendelen van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de afstandsbediening of steek en
draai de metalen baard (in de sleutel) in
het slot van het bestuurdersportier.
De portiervergrendeling werkt:
als alle portieren gesloten zijn;
als alle portieren gesloten zijn en de
achterklep open is.
Portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
van de
afstandsbediening of steek en draai de
metalen baard (van de sleutel) in het slot
van het bestuurdersportier.
De portieren ver-/ontgrendelen van
binnenuit
Druk op de 1 fig. 6 knop op het
dashboard. De knop is voorzien van een
led-lampje dat aangeeft wanneer de
portieren worden ver-/ontgrendeld.Led
aan: portieren vergrendeld.Led uit:
portieren ontgrendeld.Als er geen stroomtoevoer is
(doorgebrande zekering, losgekoppelde
accu, enz.) kunnen de portieren nog
steeds met de hand worden vergrendeld.
BELANGRIJK Trek aan de deurkruk van
een van de portieren om alleen dat
portier te openen, met de centrale
portiervergrendeling ingeschakeld (de
led op knop 1 blijft branden als dit het
portier aan de passagierszijde is).
NOODVERGRENDELING VOORPORTIER
PASSAGIERSZIJDE
Het voorportier aan passagierszijde
heeft een voorziening om het te
vergrendelen als er geen elektrische
stroom is. Steek de metalen baard van de
contactsleutel in zitting 1 fig. 7 en draai
de sleutel rechtsom om het portier te
vergrendelen.
6A0J0030C
13
Page 16 of 220

Initialisatie mechanisme portier
openen/sluiten
Als de accu is losgekoppeld of als een
zekering is doorgebrand, dan moet het
open-/sluitmechanisme als volgt opnieuw
geïnitialiseerd worden:
sluit alle portieren;
druk op de knopvan de sleutel of op
de knop
op het dashboard;
druk op de knopvan de sleutel of op
de knop
op het dashboard.
STOELEN
VOORSTOELEN
6) 7) 8)
Verstellen in lengterichting
Trek hendel 1 fig. 8 omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren: in de
rijstand moeten de armen op de rand van
het stuurwiel rusten.Hoogteregeling
(indien aanwezig)
Verplaats hendel 2 naar boven of naar
beneden tot de gewenste hoogte is
bereikt.BELANGRIJK Deze verstelling is alleen
mogelijk als men op de bestuurdersstoel
zit.
Verstelling rugleuning
Draai aan knop 3 tot de gewenste stand
is bereikt.
Verstelling lendensteun
(indien aanwezig)
Draai aan knop 4 tot de gewenste stand
is bereikt.
Achterbank neerklappen
(indien aanwezig)
Om toegang te krijgen tot de achterbank
dient u de hendel 5 omhoog te trekken:
de rugleuning klap naar voren en de stoel
schuift vooruit als u tegen de rugleuning
duwt. Door het terugzetten van de
rugleuning wordt de stoel teruggeplaatst
naar zijn oorspronkelijke stand.
Verwarmde stoelen
(indien aanwezig)
Druk, met de sleutel in de stand MAR, op
de knop fig. 9 (een per stoel) om de
functie in en uit te schakelen. Als de
functie ingeschakeld is, brandt de led op
de knop.7A0J0309C
8A0J0078C
14
WEGWIJS IN UW AUTO