Page 145 of 220

km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Motorolie verversen en oliefilter vervangen(2)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(3)
Brandstoffilterelement vervangen(4)
Luchtfilterelement vervangen(5)
Remvloeistof verversen(6)
Interieurfilter vervangen(5) (o) (●)
(2) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het voertuig en
wordt aangegeven met een brandend lampje of een bericht op het instrumentenpaneel. Het mag echter nooit meer dan 2 jaar bedragen. Als het
voertuig voornamelijk in de stad wordt gebruikt, dan moeten de motorolie en het filter elk jaar worden vervangen.
(3) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde
afstand. Stoffige omgevingen en/of veeleisend gebruik (koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen
maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
(4) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km
vervangen worden
(5) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.
(6) De remvloeistof moet iedere 2 jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
(o) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
143
Page 146 of 220

PERIODIEKE CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof,
remvloeistof en ruitensproeiervloeistof;
conditie en spanning banden;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
BELANGRIJK Om de correcte
oliehoeveelheid te weten te komen, altijd
controleren met gebruik van de peilstok.
Voer de controle uit met het voertuig
geparkeerd op effen terrein.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als het voertuig vooral onder de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij lage
snelheden of als de auto lang niet wordt
gebruikt;
de volgende controles dienen vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor op
conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, balgen, bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
144
ONDERHOUD EN ZORG
Page 147 of 220
NIVEAUS CONTROLEREN
130) 131)
37)
Turbo TwinAir versies
116A0J0380C
145
Page 148 of 220
1.4 Benzineversies
117A0J0300C
146
ONDERHOUD EN ZORG
Page 149 of 220
1.4 Turbo Benzine/LPG-versies
118A0J0955C
147
Page 150 of 220
1.4 Turbo MultiAir-versies
119A0J0283C
148
ONDERHOUD EN ZORG
Page 151 of 220
1.3 JTDM-2-versies
120A0J0411C
149
Page 152 of 220

MOTOROLIE
132)
38) 39)
2)
Controleer of het oliepeil tussen de
referentietekens MIN en MAX op de
peilstok 1 staat. Als het oliepeil vlakbij of
onder het MIN-teken staat, olie
toevoegen via de vulopening 2 totdat het
MAX-teken wordt bereikt.
1.4 Benzine / 1.4 Turbo Benzine/LPG /
1.4 Turbo Multi Air / 1.3 JTD
M-2versies: haal de oliepeilstok eruit 1,
maak hem schoon met een pluisvrije
doek en steek de oliepeilstok er weer in.
Neem de peilstok weer uit en controleer
of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op de peilstok bevindt.
Turbo TwinAir-versies: oliepeilstok 1 is
integraal met dop 2. Draai de dop los,
maak de peilstok schoon met een niet
pluizende doek, breng de peilstok weer in
en draai de dop weer vast. Draai de dop
weer los en controleer of het
motoroliepeil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op de peilstok bevindt.
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximale
motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km. Tijdens de eerste
gebruiksperiode van de auto, moet demotor worden ingereden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de
eerste 5000 - 6000 km.
MOTORKOELVLOEISTOF
132)
40)
Draai, als het niveau te laag is, de
reservoirdop 3 los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS /
ACHTERRUITSPROEIER
134) 135)
Verwijder, als het niveau te laag is, de
reservoirdop 4 en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
REMVLOEISTOF
136) 137)
41)
Controleer of de vloeistof op het
maximumniveau staat. Draai, als het
vloeistofniveau te laag is, de
reservoirdop 5 los en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
OLIE BEDIENINGSSYSTEEM ALFA TCT
VERSNELLINGBAK
(indien aanwezig)
3)
Wend u voor de controle van het
transmissieolieniveau uitsluitend tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
37)Let erop dat de verschillende types
vloeistoffen tijdens het bijvullen niet
verwisseld worden: ze mogen absoluut niet
onderling gemengd worden! Bijvullen met een
ongeschikte vloeistof kan leiden tot ernstige
schade aan het voertuig.
38)Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
39)Vul geen olie bij met andere kenmerken
dan de olie waarmee de motor is gevuld.
40)Gebruik voor het bijvullen hetzelfde type
vloeistof als het type dat al in het reservoir
van het motorkoelsysteem zit. De vloeistof
mag niet gemengd worden met andere types
antivriesvloeistoffen. Als er toch bijgevuld is
met een ongeschikt product, start dan in
geen geval de motor en neem contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
41)Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte delen.
Spoel bij contact onmiddellijk uit met rijkelijk
water.
150
ONDERHOUD EN ZORG