Zekeringenkast in motorruimtefig. 88
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
ContactslotF03
20
Ventilator interieurF08 40
Extra verwarming (Turbo TwinAir en 1.3 JTD
M-2-versies)F09 5
Tweetonige claxonF10 15
GrootlichtF14 15
Extra verwarming (PTC 1)F15 30
AircocompressorF19 7,5
Ontwasemingssysteem achterruitverwarming F20 30
Elektrische brandstofpomp in tank F21 15
MistvoorlichtenF30 15
Extra verwarming (PTC2)F81 60
Extra verwarming (PTC1)F82 50
Extra verwarming (PTC2)F82 40
BeschikbaarF83 –
Hifi-audiosysteem (regeleenheden, Bassbox speaker) setup mechanische versnellingsbak F84 20
Stopcontact op tunnelF85 15
Elektrische buitenspiegelverwarming / Ontwasemers op ruitensproeiers /
Relaisschakelaarspoel voor voorruitverwarmingF87 7,5
119
SYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de
(ON/OFF)
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume te
verhogen/verlagen.
RADIO (TUNER) MODUS
Druk op de RADIO-knop op het
voorpaneel om de radio in te schakelen.
Selecteer de golfband door te drukken op
de overeenkomende knop: “AM”, “FM” of
“DAB”.
Keuze golfband
Druk kort op de "AM/FM"-knop om over
te schakelen van AM naar FM en
andersom.
Als de DAB-tuner beschikbaar is, druk
dan kort op de "AM/FM", "AM/DAB",
"FM/DAB" knoppen om de gewenste
golfband te kiezen.
Aanwijzingen op het display
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuzes) radiostations wordt
weergegeven; het station dat momenteel
beluisterd wordt, is gemarkeerd.
In het midden: weergave van de naam
van het huidige radiostation en deknoppen om het vorige of het volgende
radiostation te selecteren.
Onderaan:radiostationselectie,
radioband, afstelling, informatie over
nummers and audio-instellingen.
Selectie van het volgende/vorige
radiostation
Om het gewenste radiostation te zoeken,
draai aan de BROWSE ENTER knop, druk
op deofknoppen of gebruik
de stuurwielknoppen
.
Als tijdens het vooruit zoeken het
systeem het einde van de band bereikt,
zal het automatisch stoppen bij het
station waar het zoeken is gestart.
Snel vorige/volgende radiostation
zoeken
Houd de knoppen
of
ingedrukt om het snel zoeken te
starten: wanneer de knop wordt
losgelaten, hoort men het eerste
radiostation waarop afgestemd kan
worden.
De radio afstemmen (AM/FM)
Druk op de "Afstem." knop op het display
en geef de frequentie van het
radiostation in met het toetsenbord op
het display.
In deze modus kunnen de knoppen + en –
gebruikt worden voor de fijnafstelling
van de frequentie.
Om een onjuist nummer te wissen (en hetcorrecte nummer van het station in te
voeren) op de knop
(Wissen)
drukken.
Na het laatste cijfer van het station te
hebben ingevoerd, wordt het scherm
uitgeschakeld en stemt het systeem
automatisch op het gekozen station af
(het nummer van het radiostation wordt
in het tekstvak "Afstem." getoond).
Het scherm verdwijnt automatisch na
5 seconden of handmatig, door op de
knoppen "OK" of "X" te drukken.
Afsluiten van het scherm "Direct
afstem"
Druk op de knop "Afsluit." of "Radio" op
het display om naar het hoofdscherm van
het systeem terug te keren.
DAB-Radio
(indien aanwezig)
Zodra de DAB-radiomodus is
geselecteerd, wordt op het display
informatie over het beluisterde station
getoond.
Selectie van het volgende/vorige
radiostation door:
aan de knop BROWSE ENTER te
draaien;
kort drukken op de knoppenof
op het display;
Bedieningstoetsen op het stuurwiel
controleren
.
Houd de knoppen
of
195
ingedrukt om snel door de lijst van
stations te lopen.
De knop "Browse" wordt gebruikt om
het volgende te tonen:
de lijst van alle DAB-stations;
de lijst van de stations gefilterd op
"Genres";
de lijst van de stations gefilterd op
"Ensembles" (broadcastgroep).
Instelling van de voorkeuzes
De voorkeuzes zijn bij alle systeemmodi
beschikbaar en worden geactiveerd door
een van de voorkeuzetoetsen op het
bovenste gedeelte van het display aan te
raken.
Als op een radiostation is afgestemd dat
opgeslagen moet worden, druk dan op de
betreffende voorkeuzetoets en houd
deze ingedrukt totdat ter bevestiging
een geluidssignaal wordt afgegeven.
Het systeem kan maximaal
12 radiostations in elke modus opslaan:
er worden 3 radiostations in de bovenste
zone weergegeven.
Druk op de knop "Alle" op het display om
alle radiostations die in de gekozen
golfband zijn opgeslagen te tonen.
Audio
Druk op de knop APPS op het frontpaneel
om het menu "Audio" te openen, bladerdoor het menu, maak uw keuze en druk
vervolgens op de optie "Audio" op het
display.
Via het menu "Audio" kunnen de volgende
regelingen worden gemaakt:
"Equalizer" (waar aanwezig): om de
lage, gemiddelde en hoge tonen te
regelen;
"Balans / Fade" (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te regelen);
"Volume / Snelheid" (uitgezonderd
versies met hifi-systeem) automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling;
"Loudness" (waar aanwezig): verbetert
de audiokwaliteit bij lage volumes;
"Auto-On Radio": de opties van radio
aan, radio uit of herstel de toestand toen
de contactsleutel de laatste keer naar
STOP werd gedraaid;
"Radio Off Delay"(Vertrag. uitsch.
radio): houdt de radio een bepaalde tijd
ingeschakeld nadat de contactsleutel
naar STOP is gedraaid.
MEDIA-MODUS
Druk op de knop "Bron" om de gewenste
audiobron onder de beschikbare bronnen
te selecteren: CD,
Bluetooth®, AUX,
USB/iPod
Nummer wijzigen (volgende/vorige)
Druk kort op de
knop of drukop
het stuurwiel of anders draai de
BROWSE ENTER-knop rechtsom om het
volgende nummer af te spelen. Druk kortop de knop
of drukop het wiel
of anders draai de BROWSE ENTER-knop
rechtsom om terug te gaan naar het begin
van het nummer of terug te gaan naar het
begin van het nummer of naar het begin
van het vorige nummer als deze minder
dan 8 seconden is afgespeeld.
Nummers snel vooruit-/terugspoelen
Houd de knop
ingedrukt om het
gekozen nummer snel vooruit te spoelen
of de knop
om het nummer snel
achteruit te spoelen.
Nummer kiezen (Browse)
De keuzeopties hangen af van het
aangesloten apparaat of het ingebrachte
CD-type.
Druk op de knop "Browse" om deze
functie te activeren voor de bron die
afgespeeld wordt.
OPMERKING: Enkele
Bluetooth®-
apparaten bieden geen mogelijkheid om
door alle nummers van alle categorieën
te bladeren.
OPMERKING: Gebruik de knop "ABC"
binnen elke lijst om naar de gewenste
letter in de lijst te springen. OPMERKING:
Deze knop kan voor bepaalde
Apple®-apparaten uitgeschakeld zijn.
Draai aan de knop BROWSE ENTER om
de gewenste optie te kiezen en druk
vervolgens op deze knop om de keuze te
bevestigen.
196
MULTIMEDIA
Druk op de knop "X" om de functie te
annuleren.
Weergave nummerinformatie
Druk op de knop "Info" om de informatie
over het beluisterde nummer weer te
geven, voor apparaten die deze functie
ondersteunen. Druk op knop "X" om het
scherm af te sluiten.
Willekeurige volgorde
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Shuffle" om nummers op CD,
USB/iPod
Bluetooth®in een willekeurige
volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de knop "Shuffle" om de
functie uit te schakelen.
Herhalen
Druk op de knop ">" en vervolgens op de
knop "Herhaal" om de functie in te
schakelen.
Druk nogmaals op de knop "Herhaal" om
de functie uit te schakelen.
CD-SPELER
Om de CD-modus in te schakelen een
audio of MP3 CD in de specifieke sleuf
steken of drukken op de MEDIA-knop op
het voorpaneel. Als de CD al geplaatst is,
op de knop "Source" drukken en
vervolgens "CD" selecteren.
Steek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat
het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct zalplaatsen (Op het display verschijnt het
symbool "CD"). Als er een CD wordt
ingebracht wanneer het systeem is
ingeschakeld, wordt de CD-functie
automatisch geselecteerd en begint het
systeem de muziekstukken af te spelen.
Druk op de knop
(EJECT) op het
voorpaneel, met het systeem aan, om de
CD uit te werpen.
Belangrijke opmerkingen
Vuil, krassen of vervormingen op CD's
kunnen sprongen tijdens de weergave en
een slechte geluidskwaliteit veroorzaken.
Reinig elke CD grondig door
vingerafdrukken of stof met een zachte
doek te verwijderen. Houd CD's vast op
de buitenrand en reinig ze vanuit het
midden naar buiten toe; Gebruik nooit
chemische producten (bijv. antistatisch
middel, verdunner of sprays) voor het
reinigen, omdat deze schade kunnen
berokkenen aan het oppervlak van de
CD's. Berg na het luisteren de CD’s weer
op in hun doosjes om beschadiging te
voorkomen. Stel de CD’s niet langdurig
bloot aan direct zonlicht, hoge
temperaturen of vocht.
Bluetooth® BRON
EenBluetooth® apparaat koppelenschakel de functieBluetooth®in op het
apparaat;
druk op de knop MEDIA op het
voorpaneel;
als de "Media"-bron actief is, druk dan
op de knop "Bron";
selecteer deBluetooth®Mediabron;druk op de knop "Toestel toev.";
zoekUconnect™op hetBluetooth®
audio -apparaat.
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN. Kies "Ja" of "Nee" wanneer u
gevraagd wordt of u het
Bluetooth®
audio-apparaat als favoriet wilt instellen;
een audioapparaat kan ook gekoppeld
worden door op de APPS-knop te
drukken op het frontpaneel en dan
"Instellingen" en "Bluetooth" te
selecteren.
USB/iPod HOUDER
150)
Als een USB/iPod apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt ingebracht,
zullen de nummers die op het apparaat
aanwezig zijn afgespeeld worden.
AUX-BRON
151)
Als een apparaat wordt ingebracht met
een AUX-stekker, dan begint het systeem
de aangesloten AUX-bron af te spelen als
deze reeds op weergave is ingesteld.
Stel het volume in met de knop
op het
197
voorpaneel of met de volume-instelknop
op het aangesloten apparaat.
BELANGRIJK De functies van het
apparaat dat is verbonden met de
AUX-aansluiting worden rechtstreeks
door het apparaat geregeld.
BELANGRIJK Laat de kabel van de
draagbare speler niet in de
AUX-aansluiting zitten, om mogelijk
geruis van de luidsprekers te voorkomen.
TELEFOONMODUS
Telefoonmodus inschakelen
Druk op de knop PHONE op het
voorpaneel om de Telefoonmodus in te
schakelen. Een bericht op het display
bevestigt aansluiting van de telefoon.
Om de lijst met mobiele telefoons en
ondersteunde functies te lezen, kunt u
naar de website www.driveuconnect.eu
gaan of kunt u bellen met de
klantenservice op het nummer
00800.2532.0000 (het nummer kan per
land verschillen: raadpleeg de tabel in de
paragraaf "Telefoonlijst klantenservice"
in de bijlagenUconnect™).
Belangrijkste functies
Met de knoppen op het display kan men:
het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische toetsenbord op
het display);
de contacten in het telefoonboek van
de mobiele telefoon weergeven en bellen;
de contacten uit de registers van
vorige gesprekken weergeven en bellen;
een maximum van 10 telefoons/
audioapparaten koppelen om de toegang
en de verbinding eenvoudiger en sneller
te maken;
gesprekken van het systeem naar de
mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®in op de
mobiele telefoon;
druk op de knop PHONE op het
frontpaneel;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
selecteer "Ja" om het koppelen te
starten en zoek dan naar het
Uconnect™-apparaat op de mobiele
telefoon;
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of bevestig
de op de mobiele telefoon getoonde PIN;
vanuit het scherm "Telefoon" kan de
mobiele telefoon altijd gekoppeld
worden door op de knop "Instelling" te
drukken: druk op de knop "Toestel toev."
en ga verder zoals hierboven beschreven;
selecteer "Ja" of "Nee" bij het verzoek
de mobiele telefoon te koppelen als
favoriet apparaat;
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling van
het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth®apparaten op de telefoon en
maak een nieuwe koppeling.
Namen/nummers in het telefoonboek
van de mobiele telefoon opslaan
Voordat u de mobiele telefoon koppelt,
controleer dan of de namen van de
contactpersonen in het telefoonboek van
de mobiele telefoon zijn opgeslagen,
zodat ze via het handsfreesysteem in de
auto gebeld kunnen worden.
Telefoongegevens overzetten
(telefoonboek en recente oproepen)
Als de mobiele telefoon over de functie
beschikt om het telefoonboek via
Bluetooth®technologie te verzenden.
Antwoord "Yes"(Ja) wanneer gevraagd
wordt om het telefoonboek naar het
198
MULTIMEDIA
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheid
Weergave van de Efficient Drive
(indien aanwezig)
Druk op de knop Efficient Drive om van
deze functie gebruik te maken.
Op het displayUconnect™, wordt een
scherm weergegeven met 4 indexen:
"Acceleratie", "Deceleratie", "Snelheid" en
"Schakelen". Deze indexen zijn grijs
totdat het systeem genoeg gegevens
heeft om de rijstijl te analyseren. Zodra
voldoende gegevens beschikbaar zijn,
nemen de indexen op basis van de
beoordeling 5 kleuren aan: donkergroen
(zeer goed), lichtgroen, geel, oranje en
rood (zeer slecht).
Bij langdurige inactiviteit geeft het
display het gemiddelde van de indexen
tot het moment weer ("Average index")
en zodra het voertuig opnieuw wordt
gestart, worden de indexen weer in kleur
en in realtime weergegeven.
my:Car
my:Car-applicatie biedt u de mogelijkheid
om de "toestand" van uw voertuig altijd
onder controle te houden.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de bestuurder informeren
wanneer het onderhoudsinterval
verlopen is. Druk op de knop "my:Car" om
van deze toepassing gebruik te maken.Op het display verschijnt een scherm met
de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond. Druk op
de knop "Actieve waarschuwingen" om de
informatie (indien aanwezig) over de
storingen van het voertuig te tonen die
het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg hadden.
INSTELLINGEN
Druk op het voorpaneel op de knop
INSTELLINGEN (versies metUconnect™
5" Radio LIVE) of de APPS-knop en de
knop "Instellingen" (versies met
Uconnect™5" Radio Nav LIVE) op het
display, om het hoofdmenu "Instellingen"
weer te geven
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Display;
Spraak (waar aanwezig);
Meeteenheid (waar aanwezig);
Klok & Datum;
Veiligheid/Hulp (waar aanwezig);
Lichten (waar aanwezig);
Portieren & Vergrendelingen;
Audio;
Telefoon/Bluetooth;
Radio;
Terug naar Stand.inst.;
Persoonl. gegevens wissen;
Apps herstellen;
DNA-berichten.
SPRAAKOPDRACHTEN
Spraakopdrachten gebruiken
De
knop activeert de "Telefoon"
spraakherkenningmodus, er is een "piep"
en het display toont een scherm met tips
dat de gebruiker uitnodigt een opdracht
uit te spreken.
Als de
knop wordt ingedrukt tijdens
een systeemspraakbericht, activeert dit
de “Radio/Media”
spraakherkenningsmodus die de radio
controleert en de USB/iPod/CD en
MP3 players.
Om er zeker van te zijn dat de
spraakopdrachten altijd door het
systeem herkend worden, wordt
geadviseerd de volgende tips te volgen:
spreek met een normaal stemvolume;
wacht altijd op de "piep"
(waarschuwingssignaal) alvorens te
spreken;
probeer indien mogelijk het geluid in
het inzittendencompartiment tot een
minimum te beperken. Het is ook
raadzaam om de ramen en het schuifdak
te sluiten (waar aanwezig).
voor een optimale werking wordt
geadviseerd de ramen en het schuifdak
(waar aanwezig) te sluiten om storingen
van buiten te voorkomen;
BELANGRIJK De spraakopdrachten
moeten altijd uitgesproken worden onder
veilige rijomstandigheden, in
202
MULTIMEDIA