Page 17 of 316

VOORSTOELEN MET
HANDMATIGE
VERSTELLING
11)
4)
Afstelling in de lengte
Til hendel 1 fig. 8 omhoog en duw de
stoel naar voren of naar achteren.
12)
BELANGRIJK Voer de verstelling uit
terwijl u op de betreffende stoel zit
(bestuurderszijde of passagierszijde).
Hoogteregeling
(indien aanwezig)
Zet hendel 2 omhoog of omlaag om de
gewenste hoogte in te stellen.
BELANGRIJK Voer de verstelling uit
terwijl u op de betreffende stoel zit
(bestuurderszijde of passagierszijde).
Verstelling rugleuning
Verplaats hendel 3 om de hoek van de
rugleuning af te stellen, help daarbij met
de beweging van de romp (bedien de
hendel tot de gewenste stand is bereikt,
laat hem daarna los).
Elektrisch verstelbare lendensteun
(indien aanwezig)
Druk, met het contactslot op MAR, op
knop 1 fig. 9 om de steun van de
lendenzone te verstellen, tot het
maximale comfort tijdens het rijden is
verkregen.ELEKTRISCHE
VERWARMING
VOORSTOELEN
(indien aanwezig)
14) 15)
Druk met de startinrichting in de stand
MAR op de knoppen
fig. 10 op het
dashboard.
Na het selecteren van de
stoelverwarming, moet u twee tot vijf
minuten wachten totdat het effect
wordt gemerkt.
BELANGRIJK Om de acculading te
behouden, kan deze functie niet
ingeschakeld worden als de motor uit
staat.
804066J0001EM
904066J0002EM
10P2000018-000-000
15
Page 18 of 316

ACHTERBANK
De bagageruimte kan gedeeltelijk
(1/3 of 2/3) of volledig worden
uitgebreid door de achterbank te
scheiden.
Gedeeltelijke uitbreiding van de
bagageruimte (1/3 of 2/3)
(indien aanwezig)
13)
Bij het uitbreiden van de bagageruimte
aan de rechterkant, kunnen er twee
passagiers links op de achterbank
plaatsnemen. Bij het uitbreiden van de
bagageruimte aan de linkerkant kan er
slechts één passagier plaatsnemen.
TIPO 5DOOR versie
Ga als volgt te werk:
zet de hoofdsteunen van de
achterstoelen helemaal naar beneden;
bedien het
ontgrendelingsmechanisme 1 (rechts of
links) fig. 11 om het gewenste gedeelte
van de rugleuning in te klappen;
gebruik het lipje 1 fig. 12 (één aan
elke kant) om de gordel aan de zijkant
van de stoel op te bergen, zodat deze
niet vast komt te zitten als u de
rugleuning inklapt;
BELANGRIJK Zoals wordt
weergegeven in fig. 12, mag de gordel
(aan de zijkant van de stoel
opgeborgen met behulp van het lipje 1)
niet gedraaid raken.
klap het gewenste deel van de
achterbank neer.
TIPO STATION WAGON versie
Ga als volgt te werk:
zet de hoofdsteunen van de
achterstoelen helemaal naar beneden;
ga te werk op het punt aan de
voorzijde van het stoelkussen 1 (rechts
of links) fig. 13 dat wordt aangegeven
door de pijl en verplaats het kussen iets
omhoog A;
ga te werk aan de achterzijde van het
kussen en verplaats het naar voren B;
ondersteun het vervolgens tijdens de
draaiing C zoals te zien is in fig. 13 om
de stoel achter de voorstoel op te
bergen;
breng, na de zitting te hebben
opgeklapt, de linker en centrale
bevestigingsmechanismen 2 fig. 14 van
de veiligheidsgordels aan onder de
desbetreffende elastieken bevestigingen
op de mat.
BELANGRIJK Klap de zitting altijd op
en breng de bevestigingsmechanismen
2 fig. 14 van de veiligheidsgordels altijd
aan onder de elastieken bevestigingen
voordat u de rugleuning neerklapt om
het gevaar voor schade te voorkomen.
1104066J0007EM
12P2000073-000-000
16
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 19 of 316

bedien het
ontgrendelingsmechanisme 1
fig. 11 (rechts of links) om het gewenste
deel van de rugleuning neer te klappen
als de bevestigingsmechanismen onder
de desbetreffende elastieken
bevestigingen zijn aangebracht);
gebruik het lipje 1 fig. 12 (één aan
elke kant) om de gordel aan de zijkant
van de stoel op te bergen, zodat deze
niet vast komt te zitten als u de
rugleuning inklapt;
BELANGRIJK Zoals wordt
weergegeven in fig. 12, mag de gordel
(aan de zijkant van de stoel
opgeborgen met behulp van het lipje 1)
niet gedraaid raken.
de neergeklapte zitting en rugleuning
zijn aangebracht zoals is afgebeeld op
fig. 15.Maximale uitbreiding van de
bagageruimte
TIPO 5DOOR versie
Klap de rugleuning van de achterbank
volledig naar voren om over de
maximale laadruimte te beschikken.
Opmerking Als u de laadruimte wilt
vergroten, kunt u de hoedenplank
verwijderen. Zie de volgende paragraaf
voor instructies.
TIPO STATION WAGON versie
Om het laadvolume te vergroten kan de
achterbank volledig op de zitting
worden neergeklapt.
De neergeklapte zittingen en
rugleuningen zijn aangebracht zoals is
afgebeeld op fig. 16.
13P2000178
14P200013915P2000181
16P2000180
17
Page 20 of 316

De hoedenplank verwijderen
(TIPO 5DOOR versie)
Ga als volgt te werk om de
hoedenplank te verwijderen:
open de achterklep en maak de twee
koortjes aan de zijkant (één aan elke
kant) los van de haakjes;
til de hoedenplank van de pennen 1
fig. 17 (één aan elke zijde) en houd de
hoedenplank zo plat mogelijk terwijl u
deze via de achterklep verwijdert.
Opmerking De verwijderde
hoedenplank 1 fig. 18 kunt u
desgewenst opbergen achter de
voorstoelen, zoals wordt weergegeven
in de afbeelding.
Terugzetten van de rugleuningen
13)
Til de rugleuningen op en druk de ze
naar achteren zodat beide
vergrendelingen hoorbaar vastklikken.
Controleer visueel of de rode
merktekens van de
ontgrendelingsmechaniek 1 fig. 11 zijn
verdwenen. Het rode merkteken geeft
aan dat de rugleuning niet is
vergrendeld.Stoel terugplaatsen
(TIPO STATION WAGON versie)
Verwijder de bevestigingsmechanismen
van de veiligheidsgordel uit de
elastieken bevestigingen en controleer
of ze kunnen draaien als u de
rugleuning heeft teruggeplaatst.
Controleer of op de zitting geen
voorwerpen zijn achtergebleven.
Beweeg de zittingen naar achter, breng
ze onder de rugleuning aan en druk
erop tot u ze hoort vastklikken.
Controleer visueel of ze weer in de
originele stand terug zijn geplaatst.BELANGRIJK Haal de
bevestigingsmechanismen van de
veiligheidsgordel altijd los voordat u de
zitting weer terug plaatst zodat de
zitting correct en zonder schade op te
lopen kan worden teruggeplaatst.
BELANGRIJK
11)Voer de aanpassingen alleen uit
wanneer de auto stilstaat.
12)Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed geblokkeerd is
door te proberen hem naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel niet
geblokkeerd is, kan hij plotseling
verschuiven met mogelijk controleverlies
over de auto tot gevolg.
17P1030178-000-002
18P2000182
18
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 21 of 316

13)Zorg ervoor dat de rugleuningen aan
beide zijden (niet zichtbare "rode
merktekens) goed zijn vergrendeld om te
voorkomen dat deze bij bruusk remmen
naar voren kunnen klappen en zo eventueel
de passagiers kunnen verwonden.
14)Mensen die geen pijn op de huid
voelen door vergevorderde leeftijd,
chronische ziekten, diabetes, beschadiging
van het ruggenmerg, medicatie, alcohol,
uitputting of andere fysieke condities,
moeten voorzichtig zijn met het gebruik van
de stoelverwarming. Deze kan
brandwonden veroorzaken zelfs bij een
lage temperatuur, in het bijzonder bij
gebruik voor lange periodes.
15)Plaats geen voorwerpen op de stoel of
op tegen de rugleuning die de warmte
kunnen isoleren, zoals een afdekking of een
kussen. Het kan ervoor zorgen dat het
stoelverwarmingssysteem oververhit raakt.
Zitten op een oververhitte stoel kan
ernstige brandwonden veroorzaken door
de toename van de temperatuur op het
oppervlak van de stoel.
BELANGRIJK
4)De bekleding van uw voertuig is
ontworpen om bestand te zijn tegen slijtage
bij normaal gebruik van het voertuig. Er
moeten wel enkele voorzorgsmaatregelen
getroffen worden. Vermijd excessief
schuren tegen kledingaccessoires zoals
metalen gespen en klittenband die, als ze
veel druk uitoefenen in een klein gebied,
zouden kunnen afbreken, met beschadiging
van de bekleding als gevolg.
HOOFDSTEUNEN
16)
HOOFDSTEUNEN VOOR
Verstellen
Deze kunnen op 4 hoogtestanden
worden afgesteld (volledig omhoog /
2 tussenstanden / volledig omlaag).
Omhoog verstellen: breng de
hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt.
Omlaag verstellen: druk op knop 1
fig. 19 en breng de hoofdsteun omlaag.Verwijderen
Ga als volgt te werk om de hoofdsteun
te verwijderen:
Klap de rugleuning naar voren (om te
voorkomen dat de hoofdsteun het dak
raakt);
druk op beide knoppen 1 and 2
fig. 19 aan de zijkanten van de twee
steunen, en verwijder de hoofdsteun.
BELANGRIJK Zet de hoofdsteunen
altijd weer op hun plaats als ze
verwijderd zijn alvorens normaal verder
te rijden.
HOOFDSTEUNEN
ACHTER
Verstellen
Twee hoofdsteunen aan de zijkant en
één in het midden (waar voorzien)
kunnen in 3 standen in hoogte worden
versteld (volledig omhoog / tussenstand
/ volledig omlaag) en zijn voorzien voor
de achterbank
Omhoog verstellen: breng de
hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt.
1904076J0001EM
19
Page 22 of 316

Het wordt afgeraden om met personen
op de achterbank met de hoofdsteunen
in de ongebruikte (volledig lage) stand
te reizen.
Op bepaalde versies herinnert het label
getoond in fig. 20 de achterpassagier
eraan de hoofdsteun correct te
verstellen door het omhoog te brengen
naar een van de mogelijke standen.
BELANGRIJK Voor maximale
zichtbaarheid voor de bestuurder,
worden de hoofdsteunen naar de
ruststand, volledig omlaag, gebracht
indien deze niet worden gebruikt.
Omlaag verstellen: druk op knop 1
fig. 21 en breng de hoofdsteun omlaag.
BELANGRIJK
16)De hoofdsteunen moeten zodanig
versteld worden dat het hoofd en niet de
nek er tegenaan steunt. Alleen op deze
manier oefenen ze hun beschermende
werking uit. Elke verwijderde hoofdsteun
moet weer correct op zijn plaats gezet
worden, om de inzittenden in geval van een
aanrijding te beschermen: volg
bovenstaande aanwijzingen op.
STUURWIEL
17) 18)
INSTELLINGEN
Het stuurwiel kan zowel in hoogte als
axiaal versteld worden.
Verstel de stand door de hendel 1
fig. 22 omlaag te drukken in stand B
waarna het stuurwiel in de gewenste
stand kan worden versteld en daarin
vergrendeld, door de hendel 1 weer in
stand A te brengen.
2004076J0002EM21P20000009-000-000
22P2000087-000-000
20
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 23 of 316

BELANGRIJK
17)De verstelling mag alleen bij stilstaande
auto en uitgeschakelde motor gebeuren.
18)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
ACHTERUITKIJK-
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
Handmatig verstellen
Gebruik de hendel 1 fig. 23 om de
spiegel in twee standen te zetten:
normaal of anti-verblindingsstand.
Elektrisch dimbare spiegel
(indien aanwezig)
De elektrisch dimbare spiegel kan
automatisch zijn reflecterende werking
wijzigen verblinding van de bestuurder
fig. 24 te voorkomen.
De elektrisch dimbare spiegel heeft een
ON/OFF-toets om de elektrisch
dimbare anti-verblindingsfunctie in/uit te
schakelen.Bij inschakeling van de achteruit, wordt
de spiegel automatisch ingesteld op de
dagstand.
BUITENSPIEGELS
19)
Elektrisch verstellen
De spiegels kunnen alleen worden
versteld met de startinrichting op MAR
en gedurende ongeveer 3 minuten
nadat de startinrichting op STOP is
gezet (of de sleutel verwijderd is).
Wanneer een van de voorportieren
wordt geopend wordt het systeem
buiten werking gesteld.
Ga als volgt te werk om in te stellen:
kies de te verstellen zijspiegel (links of
rechts) met de schakelaar 1 fig. 25;
stel de spiegel af door schakelaar 2
fig. 25 in de vier richtingen te bewegen.
2304106J0001EM
2404106J0002EM
21
Page 24 of 316

Handmatig inklappen
Indien nodig (bijvoorbeeld bij nauwe
doorgangen) kunnen de buitenspiegels
ingeklapt worden door ze van stand A
in stand B te zetten fig. 26.Verwarmde spiegels
Door op de
knop te drukken
(verwarmde achterruit) op het centrale
dashboardpaneel wordt het
ontwasemen/ontdooien van de externe
achterruiten geactiveerd.
BELANGRIJK
19)De buitenspiegel is bolvormig; hierdoor
wordt de afstandswaarneming ietwat
vertekend.
BUITENVERLICHTING
De linkerhendel 1 fig. 27 bedient de
meeste soorten buitenverlichting. De
buitenverlichting schakelt ook in
wanneer de contactsleutel in de MAR
stand staat. Bij inschakeling van de
buitenverlichting, worden het
instrumentenpaneel en verschillende
bedieningselementen op het dashboard
verlicht.
DAGRIJVERLICHTING
(DRL)
“Dagrijverlichting”
20) 21)
Met de sleutel in de stand MAR en de
ring in de stand
gedraaid, gaan de
dagverlichting, de stadsverlichting
automatisch aan; de andere lampen en
de binnenverlichting blijven uit.
2504106J0003EM
2604106J0004EM
2704126J0001EM
22
KENNISMAKING MET DE AUTO