Page 17 of 384

SLEUTELS
Sleutelhouder
Uw auto werkt met een startcontact zonder
sleutel. Het contactsysteem bestaat uit een
sleutelhouder met Keyless Go en een toets
START/STOP. Het portierontgrendelingssys-
teem met afstandsbediening bestaat uit een
sleutelhouder met een mechanische sleutel
en de functie Keyless Enter-N-Go indien aan-
wezig.
OPMERKING:
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gedetecteerd door de auto als deze zich naast
een mobiele telefoon, laptop of ander elek-
tronisch apparaat bevindt. Deze apparaten
kunnen het draadloze signaal van de sleutel-
houder blokkeren.Met de sleutelhouder kunt u de portieren en
achterklep vergrendelen of ontgrendelen
vanaf een afstand tot maximaal 20 m (66 ft)
door op de betreffende toets op de sleutel-
houder te drukken. U hoeft de sleutelhouder
niet op de auto te richten om het systeem te
activeren.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar in de stand
ON/RUN staat en de portieren zijn geopend,
is de vergrendeltoets uitgeschakeld en is al-
leen de ontgrendeltoets ingeschakeld. Alle
RKE-opdrachten worden uitgeschakeld zodra
de auto begint te rijden met een snelheid van
5 mph (8 km/u) of meer.
Sleutelhouder
1 — Ontgrendeltoets sleutel
2 — Ontgrendeltoets
3 — Vergrendeltoets
4 — Remote start (starten op afstand)
15
Page 18 of 384

Back-upstartmodus
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde van de sleutel-
houder tegen de toets ENGINE START/STOP
om de contactschakelaar te bedienen.Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendelknop op
de sleutelhouder om het bestuurdersportier
te ontgrendelen, of druk tweemaal om alle
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
Wanneer op de ontgrendelknop op de sleutel-
houder wordt gedrukt, schakelt de instapver-
lichting in en knipperen de richtingaanwij-
zers tweemaal.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu-
telhouder om alle portieren te vergrendelen.
De richtingaanwijzers gaan knipperen en de
claxon klinkt één keer om het vergrendelings-
signaal te bevestigen.
Verzoek om extra sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Zet het contact altijd in de stand OFF.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
OPMERKING:
• Als de Sentry Key startonderbreker moet
worden gerepareerd, dient u alle sleutels
van de auto naar de erkende dealer mee te
brengen.
• De sleutels moeten worden voorzien van
een correct geslepen baard om op de sloten
van het voertuig te passen.
Back-upstartmethode
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
Page 19 of 384

CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een toets te
drukken, zolang de sleutelhouder zich in de
passagiersruimte bevindt.
Keyless Push Button Ignition biedt verschil-
lende standen, die worden aangeduid door
een label en door een lampje dat gaat bran-
den wanneer de stand is gekozen. Deze stan-
den zijn OFF, ACC, RUN en START.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde van de sleutel-
houder (zijde tegenover de noodsleutel) te-
gen de toets ENGINE START/STOP om de
contactschakelaar te bedienen.De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF (UIT)
• De motor wordt uitgeschakeld.
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale vergrendeling, alarm enz.) zijn
beschikbaar.ACC
• Motor is niet gestart.
• Sommige elektrische apparaten zijn
beschikbaar.
RUN
• Rijpositie.
•
Alle elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
• De motor start.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen datSTART/STOP-contactschakelaar
17
Page 20 of 384

WAARSCHUWING!
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en vergren-
del alle portieren wanneer u het voertuig
zonder toezicht achterlaat.OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" in het in-
structieboekje voor meer informatie.
STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
Dit systeem gebruikt de sleutelhou-
der om de motor buiten het voertuig
te starten, terwijl de veiligheid blijft
gehandhaafd. Het systeem heeft
een bereik van 100 m (328 ft).
Het startsysteem met afstandsbediening ac-
tiveert ook de klimaatregeling, stoelventilatie
(indien aanwezig) bij temperaturen boven
26,7 °C (80 °F) en de stoelverwarming (in-
dien aanwezig) en stuurwielverwarming (in-
dien aanwezig) bij temperaturen lager dan
4,4 °C (40 °F). Raadpleeg de paragraaf
"Stoelverwarming" in het hoofdstuk "Uw voer-
tuig leren kennen" in het instructieboekje
voor meer informatie.OPMERKING:
• De auto moet zijn uitgerust met een auto-
matische versnellingsbak om met starten
met afstandsbediening te kunnen zijn uit-
gerust.
• Obstakels tussen het voertuig en de sleu-
telhouder kunnen het bereik verkleinen.
Starten met afstandsbediening
• Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op
de sleutelhouder. Door een derde keer op
de toets Remote Start (starten op afstand)
te drukken, wordt de motor uitgeschakeld.
• Om met het voertuig te rijden, drukt u op de
ontgrendeltoets en zet u de contactschake-
laar in de stand ON/RUN.
• Met remote start (starten op afstand) draait
de motor slechts 15 minuten (time-out),
tenzij het contact in de stand ON/RUN is
gezet.
• Het voertuig moet worden gestart met de
sleutel na twee opeenvolgende time-outs.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 21 of 384

Aan alle volgende voorwaarden moet worden
voldaan om de motor met de afstandsbedie-
ning te kunnen starten:
• Schakelhendel in de stand PARK
• Portieren gesloten
• Motorkap gesloten
• Achterklep gesloten
• Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
uit
• Remschakelaar niet geactiveerd (rempe-
daal niet ingetrapt)
• Accu voldoende geladen
• Systeem niet uitgeschakeld door eerder
starten met de afstandsbediening
• Controlelampje alarmsysteem knippert
• Contactschakelaar in de stand STOP/OFF
• Brandstofniveau voldoet aan de minimale
vereisten
• Alle verwijderbare portieren mogen niet
worden verwijderd
• Storingslampje brandt nietWAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-
deld, de richtingaanwijzers knipperen en de
claxon klinkt twee keer. De motor start en het
voertuig blijft 15 minuten in de modus voor
starten met afstandsbediening.OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cycli
van 15 minuten). Voordat u de startproce-
dure een derde keer kunt herhalen moet het
contact echter eerst in de stand ON/RUN
worden gezet.ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het beveiligingsalarm bewaakt de portieren
van het voertuig en het contactslot op onge-
oorloofde toegang, respectievelijk ongeoor-
loofd gebruik. Wanneer het alarm is geacti-
19
Page 22 of 384

veerd, zijn de schakelaars in het interieur
voor de portiersloten uitgeschakeld. Het
alarmsysteem geeft zowel hoorbare als zicht-
bare signalen. Als het alarm afgaat, geeft het
alarmsysteem de volgende geluids- en licht-
signalen: de claxon klinkt, de parkeerlichten
en/of richtingaanwijzers knipperen en het
controlelampje van het beveiligingssysteem
in de instrumentengroep knippert.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg dat de contactschakelaar in de stand
OFF staat (raadpleeg de paragraaf "De
motor starten" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie hierover).
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het in-
terieur terwijl het bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.• Druk op de vergrendelknop op de Pas-
sive Entry-portiergreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt
(raadpleeg de paragraaf "Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry" in het
hoofdstuk "Uw voertuig leren kennen"
voor meer informatie hierover).
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep
vast (indien aanwezig, raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go — Passive Entry"
in "Uw voertuig leren kennen" voor meer
informatie hierover).
• Draai de contactschakelaar uit de stand
OFF.OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de slotcilin-
der van het bestuurdersportier.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
Page 23 of 384

PORTIEREN
LET OP!
Onachtzame hantering en opslag van de
verwijderbare portierpanelen kan schade
aan de afdichtingen tot gevolg hebben,
waardoor er water in het voertuig kan door-
dringen.
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
(Indien aanwezig)
Met het "Passive Entry"-systeem kunt u por-
tieren en achterklep van het voertuig vergren-
delen en ontgrendelen zonder dat u op de
vergrendel- en ontgrendeltoetsen van de
sleutelhouder hoeft te drukken.
OPMERKING:
• Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.• De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
van het voertuig wanneer deze zich naast
een mobiele telefoon, laptop of ander elek-
tronisch apparaat bevindt. Dergelijke appa-
raten kunnen het draadloze signaal van de
sleutelhouder belemmeren, waardoor het
Passive Entry systeem het voertuig niet kan
vergrendelen en ontgrendelen.
• Passive Entry Unlock initieert Illuminated
Approach (dimlicht, kentekenplaatverlich-
ting, positielampen) gedurende de geselec-
teerde tijdsduur van 0, 30 (standaard),
60 of 90 seconden. Passive Entry Unlock
laat ook de richtingaanwijzers twee keer
knipperen.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de ver-
grendeling minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer reageert.
• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen por-
tier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem, in-
dien aanwezig, ingeschakeld.Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
21
Page 24 of 384

OPMERKING:
Als "alle portieren ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" is geprogram-
meerd, worden alle portieren ontgrendeld
wanneer u de handgreep van het bestuur-
dersportier vastpakt. Raadpleeg de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia" in uw instructieboekje voor
meer informatie over de keuze tussen "be-
stuurdersportier ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop" en "alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op de ontgren-
delknop".
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry op minder dan 1,5 m (5 ft) van de
handgreep van het voorste passagiersportier
en pak deze handgreep vast om alle portieren
en de achterklep automatisch te ontgrende-
len.OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer
de handgreep van het voorste passagierspor-
tier wordt vastgepakt, ongeacht de voorkeurs-
instelling van de portierontgrendeling ("Un-
lock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) of "Unlock All
Doors On 1st Press" (alle portieren ontgren-
delen met één druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de sleutelhouder met Passive
Entry per ongeluk in de auto wordt ingesloten
(FOBIK-Safe)
Om te voorkomen dat een sleutelhouder met
Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten in
het voertuig, is het Passive Entry-systeem
uitgerust met een automatische portieront-
grendelingsfunctie, die alleen in werking
treedt wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
FOBIK-Safe wordt alleen uitgevoerd in voer-
tuigen met Passive Entry. Er zijn drie situa-
ties waarin FOBIK-Safe wordt uitgevoerd in
een voertuig met Passive Entry:• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
een geldige sleutelhouder met Passive En-
try.
• Als een portier niet geheel is gesloten,
wordt een vergrendelverzoek gedaan door
de portiergreep met Passive Entry.
• Als het portier niet geheel is gesloten, wordt
een vergrendelverzoek gedaan door de
schakelaar in het portierpaneel.
Als een van deze situaties zich voordoet,
nadat alle geopende portieren zijn gesloten,
wordt FOBIK-Safe uitgevoerd. Als het een
sleutelhouder met Passive Entry in het voer-
tuig detecteert, wordt het voertuig ontgren-
deld en de bestuurder gewaarschuwd. Als
Passive Entry is uitgeschakeld via het
Uconnect systeem, blijft de toetsbeveiliging
zoals beschreven in "Voorkomen dat de sleu-
telhouder met Passive Entry per ongeluk in
de auto wordt ingesloten" actief/functioneel.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
22