"Universele" kinderzitjes
• De afbeeldingen in de volgende paragrafen
zijn voorbeelden van elk type universeel
kinderzitje. Kenmerkende installaties wor-
den getoond. Installeer altijd uw kinderzitje
volgens de aanwijzingen van de fabrikant
van het kinderzitje, die meegeleverd moe-
ten zijn met dit type veiligheidssysteem.
• Zie de paragraaf "Kinderzitjes installeren
met de veiligheidsgordels" voor de stappen
om de veiligheidsgordel over het kinderzitje
vast te maken.
• Kinderzitjes met ISOFIX-ankerpunten zijn
beschikbaar om het kinderzitje in de auto
te installeren zonder de veiligheidsgordels
van de auto gebruiken.
klasse 0 en 0+
Veiligheidsdeskundigen raden aan om kinde-
ren zo lang mogelijk tegen de rijrichting in
gericht in het voertuig te vervoeren. Kinderen
tot 13 kg moeten worden vastgegespt in een
naar achteren gericht kinderzitje, zoals afge-
beeld op afbeelding A. Dit type kinderzitje
ondersteunt het hoofd van het kind en oefent
geen kracht uit op de nek bij een plotselinge
vertraging of botsing.Het naar achteren gerichte kinderzitje wordt
tegengehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals weergegeven op afb.
A. Het kinderzitje beschermt het kind met
zijn eigen vierpuntsgordel.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een naar achter gericht kin-
derzitje voor een actieve airbag. Als de
frontairbag aan de passagierszijde wordt
opgeblazen, kan een kind van 12 of
jonger, maar ook een kind in een kinder-
zitje tegen de rijrichting in, ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
• Altijd de frontairbag deactiveren bij ge-
bruik van een naar achter gericht kinder-
zitje op de voorstoel.
Afb. A
VEILIGHEID
136
WAARSCHUWING!
• Kinder- of babyzitjes verliezen hun wer-
king wanneer ze onjuist zijn aange-
bracht. Het kan losschieten bij een aan-
rijding. Het kind kan daardoor ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen. Volg
daarom bij het aanbrengen van een kin-
derzitje nauwgezet de aanwijzingen van
de fabrikant.
• Nadat een kinderzitje in het voertuig is
gemonteerd, zet de autostoel niet naar
WAARSCHUWING!
voren of naar achteren, omdat hierdoor
de bevestigingen van het kinderzitje los
kunnen raken. Verwijder het kinderzitje
voordat de stand van de autostoel wordt
versteld. Wanneer de autostoel is afge-
steld, brengt u het kinderzitje weer aan.
• Wanneer u het kinderzitje niet gebruikt,
zet u het vast met de veiligheidsgordel of
de ISOFIX-ankerpunten, of haalt u het
kinderzitje uit de auto. Laat het zitje
nooit los in de auto liggen. Bij een nood-
WAARSCHUWING!
stop of ongeval kan het zitje de inzitten-
den of de rugleuningen van de stoelen
raken en ernstig letsel veroorzaken.
Geschiktheid van passagiersstoelen voor
gebruik van universele kinderzitjes
In de volgende tabel is de geschiktheid, vol-
gens de Europese richtlijn 2000/3/EG, van
iedere positie van de passagiersstoel voor het
aanbrengen van universele kinderzitjes afge-
beeld:
Zitplaats tweedeurs
GewichtsklasseTABEL VOOR PLAATSEN UNIVERSEEL KINDERZITJE
Voorstoel passagierszijde
Achterbank buiten-
zijdeAchterbank middenTweede zitrij buiten-
zijdeTweede zitrij mid-
den
Airbag AAN Airbag UIT
Groep 0 tot 10 kg X U X X X X
Groep 0+ tot 13 kg X U X X X X
GroepI-9tot
18 kgX X UF X
XX
Groep II - 15 tot
25 kgX X UF X
XX
Groep III - 22 tot
36 kgXXUFXXX
VEILIGHEID
138
Veiligheidsgordels voor oudere kinderen
Kinderen langer dan 1,50 m mogen veilig-
heidsgordels gebruiken in plaats van kinder-
zitjes.
Gebruik deze eenvoudige test van 5 stappen
om te bepalen of de gordel het kind goed past
of nog niet en er een kinderzitje van groep
2 of 3 moet worden gebruikt om de veilig-
heidsgordel beter passend te maken:
1. Kan het kind helemaal naar achteren te-
gen de achterkant van de stoel zitten?
2. Buigen de knieën van het kind comforta-
bel over de voorkant van de stoel - terwijl
het nog steeds helemaal naar achteren
zit?
3. Loopt de schoudergordel over de schouder
van het kind tussen de nek en de arm in?
4. Bevindt het heupgedeelte van de veilig-
heidsgordel zich zo laag mogelijk, en raakt
het de dijbenen van het kind en niet de
maag?
5. Kan het kind gedurende de hele reis in
deze houding blijven zitten?Als het antwoord op een van deze vragen
"nee" is, moet het kind nog een kinderzitje
van groep 2 of 3 gebruiken in deze auto. Als
het kind de driepuntsgordel gebruikt, moet u
regelmatig controleren of de gordel goed past
en moet u controleren of veiligheidsgordel
goed is vastgegespt. Door de bewegingen van
het kind kan de gordel een foutieve positie
aannemen. Als de schoudergordel het gezicht
of de hals raakt, plaats het kind dan verder
naar het midden van de auto, of gebruik een
zitverhoger om te zorgen dat de veiligheids-
gordel goed op het lichaam van het kind rust.
WAARSCHUWING!
Sta nooit toe dat een kind de schoudergor-
del onder de arm door of achter de rug
langs draagt. Bij een botsing beschermt de
schoudergordel een kind niet op de juiste
wijze, wat kan resulteren in ernstig letsel
of zelfs de dood tot gevolg hebben. Een
kind dient altijd zowel het heup- als het
schoudergedeelte van de veiligheidsgordel
correct te dragen.
ISOFIX-systeem voor kinderzitjes
Uw auto is uitgerust met het zogeheten
ISOFIX-bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Met dit systeem kunnen ISOFIX-
kinderzitjes worden geïnstalleerd zonder ge-
bruik van de veiligheidsgordels. Het ISOFIX-
systeem is uitgerust met twee lage
ankerpunten, die zich aan de achterzijde van
de zitting bevinden, op het punt waar deze
samenkomt met de rugleuning, en een bo-
venste ankerpunt achter de zitplaats.
Afb. E
141
Een voorbeeld van een universeel ISOFIX-
kinderzitje voor gewichtsgroep 1 wordt ge-
toond in afb. E. ISOFIX-kinderzitjes zijn ook
beschikbaar in andere gewichtsgroepen.
Zoeken van de ISOFIX-ankerpunten
De lage verankeringspunten zijn ronde stan-
gen aan de achterzijde van de zitting tegen de
rugleuning, onder de ankerpuntsymbolen op
de rugleuning. Deze zijn nog net zichtbaar
wanneer u tegen de zitting steunt om het
kinderzitje te installeren. U voelt deze stan-
gen wanneer u met uw vinger langs de rand
gaat waar rugleuning en zitting samenkomen.
ISOFIX-ankerpunten (tweedeursmodel
afgebeeld)ISOFIX-ankerpunten (vierdeursmodellen)
VEILIGHEID
142
Ankerpunten zoeken
Modellen met twee portieren
Er zijn achter elke zitplaats op de achterbank
ankerpunten voor bevestigingsbanden, dicht
bij de vloer.
Vierdeursmodellen
Er zijn ankerpunten voor de bovenste beves-
tigingsbanden achter elke buitenste zitplaats
op de achterbank, op de rugleuning.ISOFIX-kinderzitjes worden uitgerust met
een stijve stang aan elke kant. Ze zijn allebei
voorzien van een koppelstuk voor bevestiging
van het onderste ankerpunt en een manier
om de aansluiting op het ankerpunt strak te
trekken. In de rijrichting geplaatste kinderzit-
jes en sommige tegen de rijrichting in ge-
plaatste kinderzitjes zijn mogelijk ook voor-
zien van een bevestigingsband. De
bevestigingsband heeft een haak aan het uit-
einde om aan het bovenste ankerpunt te
bevestigen en een manier om de riem strak te
trekken nadat deze aan het ankerpunt is
bevestigd.
ISOFIX middelste zitplaats
Tweedeursmodel
WAARSCHUWING!
Deze auto heeft geen zitplaats in het mid-
den. U mag de ISOFIX-ankerpunten in het
midden onderin niet gebruiken om een
kinderzitje in het midden van de achter-
bank te plaatsen.
Vierdeursmodel
WAARSCHUWING!
• Deze auto heeft geen middelste ISOFIX-
of bevestigingsband-ankerpunten. Deze
stand is voor geen enkel type ISOFIX-
kinderzitje goedgekeurd. Plaats nooit
een naar voren gericht kinderzitje met
een bevestigingsband op de middelste
zitplaats.
• Gebruik de veiligheidsgordel om een
kinderzitje te bevestigen op de middel-
ste stoel.
• Gebruik nooit hetzelfde lage veranke-
ringspunt om meer dan één kinderzitjeAnkerpunten voor bevestigingsbanden
(tweedeursmodellen)
Ankerpunten voor bevestigingsbanden
(vierdeursmodellen)
143
WAARSCHUWING!
aan te brengen. Raadpleeg "Het ISOFIX-
kinderzitje installeren" voor algemene
installatie-instructies.
Geschiktheid van de passagiersstoelen voor
gebruik ISOFIX-kinderzitsysteem
De onderstaande tabel bevat de verschillende
installatiemogelijkheden voor ISOFIX-
kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met
ISOFIX-ankerpunten conform de Europese
standaard ECE 16.
Zitplaats tweedeurs
GewichtsklasseTabel ISOFIX-posities
Maatcategorie Bevestiging Voorstoel passagierszijde Achterbank buitenzijde
0 - tot 10 kgE ISO/R1 X X
(1) X X
0+ - tot 13 kgE ISO/R1 X X
D ISO/R2 X X
C ISO/R3 X X
(1) X X
I - 9 tot 18 kgD ISO/R2 X X
C ISO/R3 X X
B ISO/F2 X IUF
B1 ISO/F2X X IUF
A ISO/F3 X IUF
(1) X X
II - 15 tot 25 kg (1) X X
III - 22 tot 36 kg (1) X X
VEILIGHEID
144
Zitplaats vierdeurs
Gewichts-
klasseMaatcategorie BevestigingTabel ISOFIX-posities
Voorstoel pas-
sagierszijdeAchterbank
buitenzijdeAchterbank
middenTweede zitrij
buitenzijdeTweede zitrij
middenAndere plaat-
sen
ReiswiegF ISO/L1XXXXXX
G ISO/L2XXXXXX
(1)XXXXXX
0 - tot 10 kgE ISO/R1 X IUF X X X X
(1)XXXXXX
0+ - tot 13 kgE ISO/R1 X IUF X X X X
D ISO/R2 X IUF X X X X
C ISO/R3 X IUF X X X X
(1)XXXXXX
I - 9 tot 18 kgD ISO/R2 X IUF X X X X
C ISO/R3 X IUF X X X X
B ISO/F2 X IUF X X X X
B1 ISO/F2X X IUF X X X X
A ISO/F3 X IUF X X X X
(1)XXXXXX
II-15tot
25 kg(1)XXXXXX
III - 22 tot
36 kg(1)XXXXXX
145
Legenda voor letters in bovenstaande tabel
(1) = Als kinderzitjes geen ISO/XX-
identificatie hebben (A t/m G) voor het des-
betreffende gewicht, moet de autofabrikant
aangeven welke voertuigspecifieke ISOFIX-
kinderzitjes geschikt zijn voor de posities.
• IUF = Geschikt voor voorwaarts gerichte
universele ISOFIX-kinderzitjes die zijn
goedgekeurd voor het desbetreffende ge-
wicht.
• IL = geschikt voor bepaalde ISOFIX-
kinderzitjes, zoals vermeld in de bijge-
voegde lijst. Deze ISOFIX-kinderzitjes val-
len in de categorieën "Specifiek voertuig",
"beperkt" of "semi-universeel".
• X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-kinderzitjes voor dit gewicht en/of
van deze maat.
Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje op wanneer u uw kinderzitje
aanbrengt. Niet alle kinderzitjes worden geïn-
stalleerd volgens de beschrijving in deze hand-
leiding. Wanneer u kiest voor een universeel
ISOFIX-kinderzitje, dan maakt u uitsluitend ge-bruik van goedgekeurde kinderzitjes met de
markering ECE R44 (uitgave R44/03 of superi-
eur) "Universal ISOFIX".
Een ISOFIX-kinderzitje installeren
Als de gekozen zitplaats een veiligheidsgor-
del met schakelbaar automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR) heeft, berg dan de
veiligheidsgordel op aan de hand van onder-
staande instructies. Zie de paragraaf "Kinder-
zitjes installeren met de veiligheidsgordels"
om te controleren welk type veiligheidsgordel
elke zitplaats heeft.
1. Maak het verstelmechanisme aan de on-
derste koppelstukken en aan de bevesti-
gingsband van het kinderzitje los, zodat u
de koppelstukken gemakkelijker aan de
ankerpunten in de auto kunt vastmaken.
2. Plaats het kinderzitje tussen de lage an-
kerpunten voor die zitplaats in. Voor som-
mige zitplaatsen op de tweede rij, moet u
misschien de rugleuning verstellen of de
hoofdsteun omhoog klappen zodat het
kinderzitje beter past. Als de achterbank
naar voren en naar achteren kan worden
verplaatst in de auto, kunt u deze in de
achterste stand zetten om ruimte te ma-ken voor het kinderzitje. U kunt ook de
voorstoel naar voren zetten om ruimte voor
het kinderzitje te maken.
3. Bevestig de koppelstukken van het kin-
derzitje aan de onderste ankerpunten bij
de gekozen zitplaats.
4. Als het kinderzitje is voorzien van een
bevestigingsband, sluit deze aan op het
bovenste ankerpunt. Zie de paragraaf "In-
stalleren van kinderzitjes met het boven-
ste ankerpunt" voor aanwijzingen voor de
bevestiging van een ankerpunt voor de
bevestigingsband.
5. Trek alle banden aan terwijl u het kinder-
zitje naar achteren en omlaag tegen de
zitting drukt. Trek de banden strak vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje.
6. Test of het kinderzitje stevig vastzit door
het kinderzitje bij de gordelopening naar
achteren en naar voren te trekken. Het
mag niet meer dan 25 mm in alle richtin-
gen bewegen.VEILIGHEID
146