Page 145 of 384

Ankerpunten zoeken
Modellen met twee portieren
Er zijn achter elke zitplaats op de achterbank
ankerpunten voor bevestigingsbanden, dicht
bij de vloer.
Vierdeursmodellen
Er zijn ankerpunten voor de bovenste beves-
tigingsbanden achter elke buitenste zitplaats
op de achterbank, op de rugleuning.ISOFIX-kinderzitjes worden uitgerust met
een stijve stang aan elke kant. Ze zijn allebei
voorzien van een koppelstuk voor bevestiging
van het onderste ankerpunt en een manier
om de aansluiting op het ankerpunt strak te
trekken. In de rijrichting geplaatste kinderzit-
jes en sommige tegen de rijrichting in ge-
plaatste kinderzitjes zijn mogelijk ook voor-
zien van een bevestigingsband. De
bevestigingsband heeft een haak aan het uit-
einde om aan het bovenste ankerpunt te
bevestigen en een manier om de riem strak te
trekken nadat deze aan het ankerpunt is
bevestigd.
ISOFIX middelste zitplaats
Tweedeursmodel
WAARSCHUWING!
Deze auto heeft geen zitplaats in het mid-
den. U mag de ISOFIX-ankerpunten in het
midden onderin niet gebruiken om een
kinderzitje in het midden van de achter-
bank te plaatsen.
Vierdeursmodel
WAARSCHUWING!
• Deze auto heeft geen middelste ISOFIX-
of bevestigingsband-ankerpunten. Deze
stand is voor geen enkel type ISOFIX-
kinderzitje goedgekeurd. Plaats nooit
een naar voren gericht kinderzitje met
een bevestigingsband op de middelste
zitplaats.
• Gebruik de veiligheidsgordel om een
kinderzitje te bevestigen op de middel-
ste stoel.
• Gebruik nooit hetzelfde lage veranke-
ringspunt om meer dan één kinderzitjeAnkerpunten voor bevestigingsbanden
(tweedeursmodellen)
Ankerpunten voor bevestigingsbanden
(vierdeursmodellen)
143
Page 146 of 384
WAARSCHUWING!
aan te brengen. Raadpleeg "Het ISOFIX-
kinderzitje installeren" voor algemene
installatie-instructies.
Geschiktheid van de passagiersstoelen voor
gebruik ISOFIX-kinderzitsysteem
De onderstaande tabel bevat de verschillende
installatiemogelijkheden voor ISOFIX-
kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met
ISOFIX-ankerpunten conform de Europese
standaard ECE 16.
Zitplaats tweedeurs
GewichtsklasseTabel ISOFIX-posities
Maatcategorie Bevestiging Voorstoel passagierszijde Achterbank buitenzijde
0 - tot 10 kgE ISO/R1 X X
(1) X X
0+ - tot 13 kgE ISO/R1 X X
D ISO/R2 X X
C ISO/R3 X X
(1) X X
I - 9 tot 18 kgD ISO/R2 X X
C ISO/R3 X X
B ISO/F2 X IUF
B1 ISO/F2X X IUF
A ISO/F3 X IUF
(1) X X
II - 15 tot 25 kg (1) X X
III - 22 tot 36 kg (1) X X
VEILIGHEID
144
Page 147 of 384
Zitplaats vierdeurs
Gewichts-
klasseMaatcategorie BevestigingTabel ISOFIX-posities
Voorstoel pas-
sagierszijdeAchterbank
buitenzijdeAchterbank
middenTweede zitrij
buitenzijdeTweede zitrij
middenAndere plaat-
sen
ReiswiegF ISO/L1XXXXXX
G ISO/L2XXXXXX
(1)XXXXXX
0 - tot 10 kgE ISO/R1 X IUF X X X X
(1)XXXXXX
0+ - tot 13 kgE ISO/R1 X IUF X X X X
D ISO/R2 X IUF X X X X
C ISO/R3 X IUF X X X X
(1)XXXXXX
I - 9 tot 18 kgD ISO/R2 X IUF X X X X
C ISO/R3 X IUF X X X X
B ISO/F2 X IUF X X X X
B1 ISO/F2X X IUF X X X X
A ISO/F3 X IUF X X X X
(1)XXXXXX
II-15tot
25 kg(1)XXXXXX
III - 22 tot
36 kg(1)XXXXXX
145
Page 148 of 384

Legenda voor letters in bovenstaande tabel
(1) = Als kinderzitjes geen ISO/XX-
identificatie hebben (A t/m G) voor het des-
betreffende gewicht, moet de autofabrikant
aangeven welke voertuigspecifieke ISOFIX-
kinderzitjes geschikt zijn voor de posities.
• IUF = Geschikt voor voorwaarts gerichte
universele ISOFIX-kinderzitjes die zijn
goedgekeurd voor het desbetreffende ge-
wicht.
• IL = geschikt voor bepaalde ISOFIX-
kinderzitjes, zoals vermeld in de bijge-
voegde lijst. Deze ISOFIX-kinderzitjes val-
len in de categorieën "Specifiek voertuig",
"beperkt" of "semi-universeel".
• X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-kinderzitjes voor dit gewicht en/of
van deze maat.
Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje op wanneer u uw kinderzitje
aanbrengt. Niet alle kinderzitjes worden geïn-
stalleerd volgens de beschrijving in deze hand-
leiding. Wanneer u kiest voor een universeel
ISOFIX-kinderzitje, dan maakt u uitsluitend ge-bruik van goedgekeurde kinderzitjes met de
markering ECE R44 (uitgave R44/03 of superi-
eur) "Universal ISOFIX".
Een ISOFIX-kinderzitje installeren
Als de gekozen zitplaats een veiligheidsgor-
del met schakelbaar automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR) heeft, berg dan de
veiligheidsgordel op aan de hand van onder-
staande instructies. Zie de paragraaf "Kinder-
zitjes installeren met de veiligheidsgordels"
om te controleren welk type veiligheidsgordel
elke zitplaats heeft.
1. Maak het verstelmechanisme aan de on-
derste koppelstukken en aan de bevesti-
gingsband van het kinderzitje los, zodat u
de koppelstukken gemakkelijker aan de
ankerpunten in de auto kunt vastmaken.
2. Plaats het kinderzitje tussen de lage an-
kerpunten voor die zitplaats in. Voor som-
mige zitplaatsen op de tweede rij, moet u
misschien de rugleuning verstellen of de
hoofdsteun omhoog klappen zodat het
kinderzitje beter past. Als de achterbank
naar voren en naar achteren kan worden
verplaatst in de auto, kunt u deze in de
achterste stand zetten om ruimte te ma-ken voor het kinderzitje. U kunt ook de
voorstoel naar voren zetten om ruimte voor
het kinderzitje te maken.
3. Bevestig de koppelstukken van het kin-
derzitje aan de onderste ankerpunten bij
de gekozen zitplaats.
4. Als het kinderzitje is voorzien van een
bevestigingsband, sluit deze aan op het
bovenste ankerpunt. Zie de paragraaf "In-
stalleren van kinderzitjes met het boven-
ste ankerpunt" voor aanwijzingen voor de
bevestiging van een ankerpunt voor de
bevestigingsband.
5. Trek alle banden aan terwijl u het kinder-
zitje naar achteren en omlaag tegen de
zitting drukt. Trek de banden strak vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje.
6. Test of het kinderzitje stevig vastzit door
het kinderzitje bij de gordelopening naar
achteren en naar voren te trekken. Het
mag niet meer dan 25 mm in alle richtin-
gen bewegen.VEILIGHEID
146
Page 149 of 384

WAARSCHUWING!
• Onjuiste bevestiging aan de ISOFIX-
verankeringspunten kan ertoe leiden dat
het kinderzitje niet goed functioneert.
Het kind kan daardoor ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen. Volg daarom bij
het aanbrengen van een kinderzitje
nauwgezet de aanwijzingen van de fabri-
kant.
• De bevestigingen van kinderzitjes zijn
ontworpen om alleen de last van op de
juiste wijze aangebrachte kinderzitjes te
weerstaan. In geen geval mogen ze wor-
den gebruikt als veiligheidsgordels voor
volwassenen, voor huisdieren of om an-
dere voorwerpen of apparatuur in de
auto vast te maken.
• Plaats het kinderzitje wanneer het voer-
tuig stilstaat. Het ISOFIX-kinderzitje is
correct bevestigd aan de steunen wan-
neer u een klik hoort.
Installeren van kinderzitjes met het boven-
ste ankerpunt:
1. Kijk achter de zitplaats waar u van plan
bent het kinderzitje te installeren om het
ankerpunt te vinden. U moet mogelijk de
stoel naar voren bewegen om beter bij de
ankerpunten te komen. Als er geen boven-
ste ankerpunt is voor de zitplaats, ver-
plaats het kinderzitje dan naar een andere
plaats in de auto als er een beschikbaar is.
2. Leid de bevestigingsband volgens de kort-
ste weg vanaf het ankerpunt naar het
kinderzitje. Als uw auto is uitgerust met
verstelbare hoofdsteunen achterin, trek
de hoofdsteun dan omhoog en leid, indien
mogelijk, de bevestigingsband onder de
hoofdsteun tussen de twee stangen door.
Als dit niet mogelijk is, laat dan de hoofd-
steun zakken en leid de bevestigingsband
langs de buitenzijde van de hoofdsteun.
3. Bevestig de haak van de bevestigingsband
van het kinderzitje vast aan het bovenste
ankerpunt zoals weergegeven in de
afbeelding.
Plaatsing bevestigingsband
(tweedeursmodellen)
Ankerpunten voor bevestigingsbanden
(vierdeursmodellen)
147
Page 150 of 384

4. Trek de bevestigingsband strak volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van het
kinderzitje.
WAARSCHUWING!
• Als een bevestigingsband verkeerd is
vastgemaakt, zal het kind het hoofd mis-
schien te veel kunnen bewegen en kan
het kind letsel oplopen. Gebruik alleen
de verankeringspunten direct achter het
kinderzitje om de bovenste bevesti-
gingsband van het kinderzitje vast te
maken.
• Als uw auto is uitgerust met een meer-
delige achterbank, moet u zorgen dat de
bevestigingsband bij het verwijderen
van de speling in de gordel niet in de
opening tussen de rugleuningen glijdt.
Kinderzitjes installeren met de veiligheids-
gordels
Kinderzitjes zijn ontworpen om te worden
vastgezet in de stoelen met een heupgordel,
of met de heupgordel van een
driepuntsgordel.
WAARSCHUWING!
• Onjuiste bevestiging of het niet goed
bevestigen van een kinderzitje kan ertoe
leiden dat het kinderzitje niet goed func-
tioneert. Het kind kan daardoor ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
• Volg daarom bij het aanbrengen van een
kinderzitje nauwgezet de aanwijzingen
van de fabrikant.
De veiligheidsgordels op de passagierszit-
plaatsen achterin zijn voorzien van een scha-
kelbaar automatisch blokkerend oprolmecha-
nisme (ALR) dat is ontworpen om het
heupgedeelte van de gordel stevig rond het
kinderzitje getrokken te houden. Het automa-
tisch blokkerend oprolmechanisme kan naar
een vergrendelde modus worden "gescha-
keld" door de volledige gordel uit het oprol-
mechanisme te trekken en weer te laten te-
rugrollen in het mechanisme. Als het
automatisch blokkerend oprolmechanisme
wordt vergrendeld, produceert het een klik-
kend geluid terwijl de gordel in het oprolme-
chanisme wordt teruggetrokken. Raadpleeg
de beschrijving "Automatische blokkeerfunc-tie" in de paragraaf "Schakelbaar automa-
tisch blokkerend oprolmechanisme (ALR)" in
het hoofdstuk "Beveiligingssystemen voor in-
zittenden" voor meer informatie over de ALR.
Opbergen van een ongebruikte schakelbare
ALR-veiligheidsgordel:
Wanneer u het ISOFIX-bevestigingssysteem
gebruikt om een kinderzitje te installeren,
bergt u alle ALR-veiligheidsgordels op die
niet worden gebruikt door andere inzittenden
of om kinderzitjes te bevestigen. Een onge-
bruikte veiligheidsgordel kan een kind ver-
wonden als het met de gordel speelt en per
ongeluk het oprolmechanisme van de veilig-
heidsgordel vergrendelt. Het is raadzaam
voordat het kinderzitje met behulp van het
ISOFIX-systeem wordt geplaatst, de veilig-
heidsgordel achter het zitje om vast te ges-
pen, buiten bereik van het kind. Als de vast-
gegespte veiligheidsgordel in de weg zit bij
de installatie van het kinderzitje, leidt u de
veiligheidsgordel door de gordelopening van
het kinderzitje en gespt u deze vervolgens
vast, in plaats van de veiligheidsgordel achter
het zitje te leiden. De veiligheidsgordel niet
VEILIGHEID
148
Page 151 of 384

vergrendelen. Herinner alle kinderen in de
auto eraan dat de autogordels geen speelgoed
zijn en dat zij er niet mee mogen spelen.
Installeren van een kinderzitje met een
schakelbaar automatisch blokkerend oprol-
mechanisme (ALR)
Kinderzitjes zijn ontworpen om te worden
vastgezet in de stoelen met een heupgordel,
of met de heupgordel van een
driepuntsgordel.
WAARSCHUWING!
• Onjuiste bevestiging of het niet goed
bevestigen van een kinderzitje kan ertoe
leiden dat het kinderzitje niet goed func-
tioneert. Het kind kan daardoor ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
• Volg daarom bij het aanbrengen van een
kinderzitje nauwgezet de aanwijzingen
van de fabrikant.1. Plaats het kinderzitje in het midden op de
achterbank. Voor sommige zitplaatsen op
de tweede rij, moet u misschien de rug-
leuning verstellen of de hoofdsteun om-
hoog klappen zodat het kinderzitje beter
past. Als de achterbank naar voren en
naar achteren kan worden verplaatst in de
auto, kunt u deze in de achterste stand
zetten om ruimte te maken voor het kin-
derzitje. U kunt ook de voorstoel naar
voren zetten om ruimte voor het kinder-
zitje te maken.
2. Trek de gordel ver genoeg uit het oprolme-
chanisme om deze door de gordelopening
van het kinderzitje te leiden. De gordel
mag niet worden verdraaid in de
gordelopening.
3. Schuif de gesp in de gespsluiting totdat u
een 'klik' hoort.
4. Trek aan de band om de heupgordel stevig
vast te zetten tegen het kinderzitje.
5. Trek het schouderdeel van de gordel naar
beneden tot de hele gordel uit het oprol-
mechanisme is om de veiligheidsgordel te
vergrendelen. Vervolgens laat u de gordel
terugrollen in het oprolmechanisme. Ter-wijl de gordel wordt opgerold, hoort u een
klikgeluid. Dit geeft aan dat de automati-
sche blokkeerfunctie is geactiveerd.
6. Probeer de gordel uit het oprolmecha-
nisme te trekken. Als de gordel is vergren-
deld, moet u deze niet verder uit het
oprolmechanisme kunnen trekken. Als
het oprolmechanisme niet is vergrendeld,
herhaalt u stap 5.
7. Trek daarna aan eventuele slappe delen
van de gordel om het heupgedeelte rond
het kinderzitje strak te trekken terwijl u
het kinderzitje naar achteren en omlaag
tegen de zitting drukt.
8. Test of het kinderzitje stevig vastzit door
het kinderzitje bij de gordelopening naar
achteren en naar voren te trekken. Het
mag niet meer dan 25 mm in alle richtin-
gen bewegen.
Veiligheidsgordels gaan in de loop van de van
losser zitten. Daarom dient u de gordel af en
toe te controleren en, indien nodig, aan te
trekken.
149
Page 152 of 384

Geschiktheid van passagiersstoelen voor
gebruik van i-Size kinderzitjes
De buitenste achterzitplaatsen van het voer-
tuig zijn goedgekeurd voor geavanceerde
i-Size kinderzitjes.
Deze kinderzitjes, gebouwd en typegoedge-
keurd volgens de norm van i-Size (ECE
R129), bieden veiliger omstandigheden voor
kinderen in het voertuig:
• Tot een leeftijd van 15 maanden moet het
kind met het gezicht naar achteren ver-
voerd worden:
• De bescherming die het kinderzitje biedt,
wordt verhoogd in geval van een aanrijding
van de zijkant:
• Het gebruik van het ISOFIX-systeem wordt
aangeraden om onjuiste plaatsing van het
kinderzitje te voorkomen:
• Efficiëntie bij de keuze van het kinderzitje,
die niet meer wordt gebaseerd op het ge-
wicht maar juist op de lengte van het kind,
wordt verhoogd:• De compatibiliteit tussen de voertuigstoe-
len en de kinderzitjes is beter: de i-Size
kinderzitjes kunnen worden gezien als "Su-
per ISOFIX"; dat houdt in dat ze perfect
passen in typegoedgekeurde i-Size stoelen,
maar ze kunnen ook worden geplaatst in
ISOFIX (ECE R44) typegoedgekeurde
stoelen.
OPMERKING:
De voertuigstoelen, i-Size typegoedgekeurd,
zijn gemarkeerd met het symbool dat wordt
weergegeven in afb. XX.
De volgende tabel, conform de
Europese norm ECE 129, geeft
de mogelijkheid aan voor het
plaatsen van een i-Size kinder-
zitje.
Tabel voor plaatsen i-Size kinderzitje
Appa-
raatVoor-
stoel
passa-
giers-
zijdeAchter-
bank
buiten-
zijdeAchter-
bank
midden
i-Size
kinder-
zitjesISO/R2 X i-U X
ISO/F2 X i-U X
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:
• i-U = geschikt voor universele i-Size kinder-
zitjes, zowel de naar achteren als de naar
voren gerichte.
• X = stoel niet geschikt voor universele
i-Size kinderzitjes.
Vervoer van huisdieren
Een huisdier kan letsel oplopen als een front-
airbag wordt opgeblazen. Een niet-aangelijnd
huisdier kan bij een noodstop of aanrijding
als een projectiel door de auto worden geslin-
gerd en letsel oplopen of een passagier ver-
wonden.
Afbeelding
XX
VEILIGHEID
150