UW VOERTUIG LEREN KENNEN
SLEUTELS..................15
Sleutelhouder.................15
CONTACTSCHAKELAAR........17
Keyless Enter-N-Go — Contact.......17
STARTSYSTEEM MET AFSTANDS-
BEDIENING — INDIEN
AANWEZIG.................18
Starten met afstandsbediening.......18
De modus starten met afstandsbediening
activeren....................19
ALARMSYSTEEM — INDIEN AAN-
WEZIG....................19
Alarm inschakelen..............20
Alarm uitschakelen.............20
PORTIEREN................21
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
(Indien aanwezig)...............21
Voorportier verwijderen...........25
Achterdeur verwijderen
(vierdeursmodellen)..............27
STOELEN..................29
Stoelverwarming — indien aanwezig . . .29
Easy Entry-stoel voorpassagier —
tweedeursmodellen..............30
In twee delen (60/40) neerklapbare
achterbank — vierdeursmodellen.....31
Achterbank neer- en omklappen —
tweedeursmodellen..............32
HOOFDSTEUNEN............33
Hoofdsteunen vóór..............34
Hoofdsteunen achterin —
tweedeursmodel................34
Hoofdsteunen achterin —
vierdeursmodellen..............35
STUURWIEL................36
Verstelbare stuurkolom...........36
Stuurverwarming — indien aanwezig . . .37
SPIEGELS..................38
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig....................38
BUITENVERLICHTING.........38
Koplampschakelaar..............38Daglichtlampen — indien aanwezig . . .39
Schakelaar dimlicht/grootlicht.......39
Lichtsignaal..................39
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig...............39
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig...............40
Richtingaanwijzers..............40
Lane Change Assist — indien aanwezig. .40
Waarschuwingssignaal verlichting aan . .40
Hoogteverstelling koplampen — Indien
aanwezig....................41
RUITENWISSERS EN -
SPROEIERS.................41
Bediening van de ruitenwissers.......42
KLIMAATREGELING...........43
Overzicht automatische klimaatregeling .43
Functies van de klimaatregeling......49
Automatische temperatuurregeling (ATC) —
Indien aanwezig................49
Aanwijzingen voor de bediening......50
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
13
veerd, zijn de schakelaars in het interieur
voor de portiersloten uitgeschakeld. Het
alarmsysteem geeft zowel hoorbare als zicht-
bare signalen. Als het alarm afgaat, geeft het
alarmsysteem de volgende geluids- en licht-
signalen: de claxon klinkt, de parkeerlichten
en/of richtingaanwijzers knipperen en het
controlelampje van het beveiligingssysteem
in de instrumentengroep knippert.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg dat de contactschakelaar in de stand
OFF staat (raadpleeg de paragraaf "De
motor starten" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie hierover).
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het in-
terieur terwijl het bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.• Druk op de vergrendelknop op de Pas-
sive Entry-portiergreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt
(raadpleeg de paragraaf "Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry" in het
hoofdstuk "Uw voertuig leren kennen"
voor meer informatie hierover).
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep
vast (indien aanwezig, raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go — Passive Entry"
in "Uw voertuig leren kennen" voor meer
informatie hierover).
• Draai de contactschakelaar uit de stand
OFF.OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de slotcilin-
der van het bestuurdersportier.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
PORTIEREN
LET OP!
Onachtzame hantering en opslag van de
verwijderbare portierpanelen kan schade
aan de afdichtingen tot gevolg hebben,
waardoor er water in het voertuig kan door-
dringen.
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
(Indien aanwezig)
Met het "Passive Entry"-systeem kunt u por-
tieren en achterklep van het voertuig vergren-
delen en ontgrendelen zonder dat u op de
vergrendel- en ontgrendeltoetsen van de
sleutelhouder hoeft te drukken.
OPMERKING:
• Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.• De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
van het voertuig wanneer deze zich naast
een mobiele telefoon, laptop of ander elek-
tronisch apparaat bevindt. Dergelijke appa-
raten kunnen het draadloze signaal van de
sleutelhouder belemmeren, waardoor het
Passive Entry systeem het voertuig niet kan
vergrendelen en ontgrendelen.
• Passive Entry Unlock initieert Illuminated
Approach (dimlicht, kentekenplaatverlich-
ting, positielampen) gedurende de geselec-
teerde tijdsduur van 0, 30 (standaard),
60 of 90 seconden. Passive Entry Unlock
laat ook de richtingaanwijzers twee keer
knipperen.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de ver-
grendeling minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer reageert.
• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen por-
tier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem, in-
dien aanwezig, ingeschakeld.Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
21
Een vastzittende auto weer vrijkrijgen . .232
Elektrisch,
ramen....................51
spanningsomvormer...........65
Elektrisch bediende ramen.........51
Elektrisch bediende ramen, automatisch
openen....................53
Elektrische aansluitingen..........64
Elektrische aansluiting, voor
randapparatuur...............64
Elektrisch remregelsysteem,
antiblokkeersysteem...........90
Electronic Roll Mitigation (elektronische
kantelbeveiliging)..........93, 97
Elektrisch schuifdak,
bediening..................61
klembeveiliging..............61
elektrisch schuivende Top..........61
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol)..............185
Elektronisch remregelsysteem.......91
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP).....................93
Emissieregelsysteem, onderhoud......87Filters,
airco.....................51
motorolie.................286
Freedom panelen...............58
Gebruiksaanwijzing,
instructieboekje...............5
Geheugenfunctie (geheugenstoelen)....29
Geïntegreerde voedingsmodule
(zekeringen)................211
Gevarenknipperlichten...........206
Gordelsystemen...............109
Grootlichtschakelaar/dimlichtschakelaar .39
Handgeschakelde versnellingsbak .163, 259
Handgeschakelde versnellingsbak,
keuze van het smeermiddel......289
schakelmomenten............164
vloeistofpeil controleren........259
Handleiding voor het trekken van een
aanhangwagen..............199
Handmatige parkeerontgrendeling. . . .231
Hard Top....................58
Hill Start Assist................92
Hoofdsteunen.................33Indicator regeling afdaling..........98
Inleiding...................3,4
Inrijperiode nieuw voertuig........162
Instelbare stuurkolom............36
Instellingen van Uconnect,
Passive Entry programmeren......21
Instructies bij opkrikken.........
.222
Instrumentengroep,
beschrijvingen...............83
display...................70
menu-items................71
Instrumentenpaneel, reinigen.......274
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .274
Intervalstand ruitenwissers (intervalschake-
ling van de ruitenwissers)........42
Keuze van koelvloeistof (antivries). . . .286
Keyless Enter-N-Go..............21
Keyless Enter-N-Go,
Passive Entry...............21
Kinderzitje..................134
Kinderzitjes..................134
373