• De onderste regel, waarin instelbare ver-
klikkerlampjes, de menunaam en menupa-
gina worden weergegeven.• Druk op de toets met de pijlomhoogom
omhoog te bladeren door de hoofdmenu's
(snelheidsmeter, mph/km/u, voertuiginfor-
matie, terrein, bestuurderhulp, brandstof-
verbruik, dagteller A, dagteller B, Stop/
Start, Audio, Navigatie, opgeslagen
meldingen, scherm instellen en snelheids-
waarschuwing).
• Druk op de toets met de pijlomlaagom
omlaag te bladeren door het hoofdmenu en
de submenu's (snelheidsmeter, mph/km/u,
voertuiginformatie, terrein, bestuurder-
hulp, brandstofverbruik, dagteller A, dag-
teller B, Stop/Start, Audio, Navigatie, opge-
slagen meldingen, scherm instellen en
snelheidswaarschuwing).
• Druk op de toets met de pijlnaar rechtsvoor
toegang tot de informatieschermen of sub-
menuschermen van een optie in het hoofd-
menu.
• Druk op de toets met de pijlnaar linksvoor
toegang tot de informatieschermen of sub-
menuschermen van een optie in het hoofd-
menu.• Druk op de toetsOKvoor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of sub-
menuschermen van een hoofdmenu. Houd
de toetsOKgedurende twee seconden inge-
drukt om weergegeven/geselecteerde func-
ties te resetten waarvoor dat mogelijk is.
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan wor-
den gebruikt voor weergave van de volgende
menu-items:
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
• Snelheidsmeter • Stop/Start
• Voertuiginformatie • Audio
• Off-road •
Messages (berichten)
• Brandstofverbruik • Scherminstelling
• Ritinformatie
OPMERKING:
Raadpleeg het instructieboekje voor meer in-
formatie.
Bedieningstoetsen display in
instrumentengroep
1 — toets OK
2 — toets pijl omhoog
3 — toets pijl naar rechts
4 — toets pijl omlaag
5 — toets pijl naar links
71
Actie Informatie
Druk op de knop
"OK" op het stuurwiel
om "Yes" (ja) te se-
lecterenOPMERKING:
Als u deze stap niet vol-
tooit binnen 1 minuut,
treedt er een time-out
op voor deze optie en
moet de procedure wor-
den herhaald.
Er klinkt een geluids-
signaal waarbij het con-
trolelampje Passagiers-
airbag AAN
gedurende 4 tot 5 se-
conden blijft branden
om te bevestigen dat
de geavanceerde
frontairbag aan pas-
sagierszijde is inge-
schakeld.
Het controlelampje pas-
sagiersairbag AAN
blijft continu bran-
den om de bestuur-
der en de voorpassa-
gier te laten weten
dat de geavanceerde
frontairbag aan pas-
sagierszijde is INGE-
SCHAKELD (ON).
Met de handelingen in de bovenstaande tabel
wordt de geavanceerde frontairbag aan pas-
sagierszijde ingeschakeld (ON). Het contro-
lelampje Passagiersairbag INGESCHAKELD
(ON)
op de Sport Bar gaat branden om
aan te geven dat de geavanceerde frontairbag
aan passagierszijde wordt geactiveerd bij een
aanrijding waarbij de airbags moeten worden
geactiveerd.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een naar achter gericht kin-
derzitje voor een airbag. Als de frontair-
bag aan de passagierszijde wordt opge-
blazen, kan een kind van 12 of jonger,
maar ook een kind in een kinderzitje
tegen de rijrichting in, ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen.
• Gebruik alleen een tegen de rijrichting
in geplaatst kinderzitje op de achter-
bank van een auto met achterbank.
• Kinderen van 12 jaar of jonger moeten
altijd goed vastgegespt op de achter-
bank van een auto met een achterbank
worden vervoerd.
Kniebescherming
De kniebescherming helpt de knieën van de
bestuurder en de voorpassagier te bescher-
men en hen correct te laten zitten bij het
eventueel opblazen van de frontairbags.
WAARSCHUWING!
• U mag nooit in de kniebeschermingen
boren of snijden of deze op een andere
manier bewerken.
• Monteer geen accessoires op de kniebe-
schermingen zoals alarmverlichting,
audio-installaties, 27 MC-apparatuur,
enz.
Aanvullende zijairbags
Aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's)
(indien aanwezig)
Dit voertuig is mogelijk ook uitgerust met
aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's).
Raadpleeg de onderstaande informatie wan-
neer uw voertuig is uitgerust met aanvullende
zijairbags in de stoelen (SAB's).
VEILIGHEID
128
WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar van de waarschuwingsknipper-
lichten bevindt zich onder de klimaatregeling
op het instrumentenpaneel.
Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te schake-
len. Zodra u de schakelaar in-drukt, gaan alle richtingaanwijzers knipperen
om het verkeer achter u te waarschuwen voor
een noodsituatie. Druk nogmaals op de scha-
kelaar om de waarschuwingsknipperlichten
uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor nood-
situaties. Gebruik het systeem niet tijdens
het rijden. Gebruik het alleen bij autopech en
wanneer uw auto een gevaar vormt voor an-
dere weggebruikers.Als u de auto moet verlaten om hulp op te
roepen, blijven de waarschuwingsknipper-
lichten ook werken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet.
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de waarschuwings-
knipperlichten kan uw accu leeg raken.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Gloeilampnummer
Controlelampje automatische versnellingsbak 658
Lampjes verwarmingsregeling (2)194
Controlelampje tuimelschakelaar (achterruitverwarming en wisser/
sproeier achterruit)**
Plafondlamp audiopaneel912
** Gloeilampen uitsluitend verkrijgbaar via een erkende dealer.IN GEVAL VAN NOOD/PECH
206
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID..........295
TERREINRIJDENPAGINA'S — IN-
DIEN AANWEZIG...........296
Statusbalk terreinpagina's.........296
Aandrijflijn..................297
Hellingshoek en rol.............297
Accessoiremeters..............298
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN
ALGEMENE INFORMATIE.....298
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............298
Ontvangstkwaliteit..............299
Verzorging en onderhoud..........299
Beveiliging tegen diefstal.........299
UCONNECT 3 SYSTEEM MET
5–INCH DISPLAY — INDIEN AAN-
WEZIG...................300
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch
display.....................300
Klok instellen................301
Audio-instelling...............301
Bediening van de radio..........302Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)......302
Apps — indien aanwezig..........304
UCONNECT 4 MET 7-INCH DIS-
PLAY ....................304
Overzicht Uconnect 4...........304
Menubalk slepen en neerzetten......306
Radio.....................307
Android Auto — indien aanwezig.....308
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................310
Apps — indien aanwezig..........311
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-
INCH DISPLAY..............311
Overzicht Uconnect 4C/4C NAV.....311
Menubalk slepen en neerzetten......313
Radio.....................314
Android Auto — indien aanwezig.....315
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................319
Apps — indien aanwezig..........322
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT...............322
BEDIENING AUX/USB/MP3 — IN-
DIEN AANWEZIG............323
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG................326
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen.........326
Nuttige plaatsen vinden..........328
Een locatie vinden door de naam in te
voeren.....................328
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................328
Uw thuisadres instellen..........328
Home.....................329
Een tussenstop invoegen..........330
Een omleiding volgen............330
Kaartupdate.................330
UCONNECT PHONE..........331
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................331
MULTIMEDIA
293
Accessoiremeters
Op de pagina Accessoiremeters wordt de hui-
dige status van de koelvloeistoftemperatuur,
de olietemperatuur, de oliedruk (alleen voer-
tuigen op gas), de versnellingsbaktempera-
tuur en de accuspanning weergegeven.
TIPS
BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE
INFORMATIE
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
De stuurbedieningselementen voor het au-
diosysteem bevinden zich aan de achterzijde
van het stuur.
Menu Accessoiremeters
tweewielaandrijving/vierwielaandrijving
1 — Coolant Temperature (koelvloei-
stoftemperatuur)
2 — Oil Temperature (olietemperatuur)
3 — Oil pressure (oliedruk) (alleen ben-
zinevoertuigen)
4 — Battery Voltage (accuspanning)
5 — Transmission Temperature (trans-
missietemperatuur) (alleen automati-
sche transmissie)
Bedieningselementen voor audio
(achteraanzicht van stuur)
MULTIMEDIA
298
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het aanraak-
scherm. Anders kan het scherm beschadigd
raken.
Klok instellen
Ga als volgt te werk om de klok in te stellen:
1. Kies de toets "Settings" (instellingen) op
het front en kies vervolgens de scherm-
toets "Clock and Date" (klok en datum).
2. Kies de schermtoets "Set Time" (tijd
instellen).
3. Druk op de pijl omhoog of pijl omlaag om
de uren en minuten aan te passen, en kies
vervolgens de schermtoets "AM" of "PM".
U kunt ook de 12-uurs of 24-uurs tijdno-
tatie selecteren door de gewenste scherm-
toets te kiezen.
4. Kies de schermtoets "Done" (klaar) zodra
de tijd is ingesteld om het tijdscherm af te
sluiten.OPMERKING:
In het menu Clock Setting (klok instellen)
kunt u Display Clock (klok weergeven) selec-
teren. Met Display Clock (klok weergeven)
schakelt u de weergave van de klok in de
statusbalk in en uit.
Audio-instelling
1. Kies de toets "Settings" (instellingen) op
het front.
2. Scroll omlaag en kies de schermtoets "Au-
dio" om het menu Audio te openen.
3. Het menu Audio toont de volgende opties
om de audio-instellingen aan uw persoon-
lijke wensen aan te passen.
Equalizer
Kies de schermtoets "Equalizer" om de lage
tonen, middentonen en hoge tonen in te
stellen. Gebruik de schermtoets "+" en "-" om
de equalizer naar wens in te stellen.
Balans links/rechts - voor/achter
Kies de schermtoets "Balans/Fade" (balans
links/rechts - voor/achter) om het geluid van
de luidsprekers in te stellen. Kies de scherm-
toetsen met de pijl om het geluidsniveau vande luidsprekers voor en achter of rechts en
links in te stellen. Kies de schermtoets C
(Center, midden) om de balans links/rechts
en voor/achter terug te stellen op de fabrieks-
instellingen.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling — in-
dien aanwezig
Druk op de schermtoets "Speed Adjusted
Volume" (snelheidsafhankelijke volumerege-
ling) om te kiezen tussen OFF (uit), 1, 2 of 3.
Hierdoor wordt het volume van de radio ver-
laagd wanneer de rijsnelheid afneemt.
Loudness (dynamiek) — indien aanwezig
Kies de schermtoets "Loudness" (dynamiek)
om de dynamiekfunctie te selecteren. Als
deze functie is geactiveerd, wordt de geluids-
kwaliteit bij lagere volumes verbeterd.
Surround Sound — indien aanwezig
Kies de schermtoets "Surround Sound" en
vervolgens On (aan) of Off (uit), gevolgd door
de schermtoets met de pijl naar links. Wan-
neer deze functie is geactiveerd, wordt een
ruimtelijke surround sound gesimuleerd.
301
Bediening van de radioVoorkeurzenders handmatig opslaan
De radio kan maximaal 12 voorkeurzenders
opslaan in elke radiomodus. Bovenaan in het
radioscherm worden vier voorkeurzenders
weergegeven. Als u de schermtoets "All" (alle)
kiest in het beginscherm van een radiomo-
dus, worden alle voorkeurzenders voor die
modus weergegeven.
Volg de onderstaande stappen om een voor-
keurzender handmatig op te slaan:
1. Stem af op de gewenste zender.
2. Houd de schermtoets met het gewenste
cijfer langer dan twee seconden ingedrukt
of tot u een bevestigingstoon hoort.
Toetsen voor zoeken volgende/vorige
• Druk op de toets Seek up (vooruit zoeken)
of Seek down (achteruit zoeken) om radio-
zenders op de AM-, FM- of DAB-frequenties
te zoeken.
• Houd een van de toetsen voor zoeken inge-
drukt om zonder te stoppen zenders te
passeren.Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)
Nadat uw Uconnect systeem is gekoppeld
aan een compatibel mobiel apparaat, kan het
systeem een nieuw binnenkomende SMS-
berichten aankondigen en aan u voorlezen via
het audiosysteem van de auto. U kunt op dit
bericht antwoorden via spraakherkenning,
door één van de 18 vooraf gedefinieerde
berichten te selecteren of uit te spreken.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Druk op de toets Voice Recognition (VR,
spraakherkenning)
en de toets Phone
en wacht op de pieptoon. Zeg vervolgens
"reply" (antwoorden). Uconnect geeft de
volgende prompt: "Please say the mes-
sage you would like to send" (Spreek het
bericht in dat u wilt verzenden).
Bediening van de radio
1 — Radiovoor-
keurzenders
2 — Alle voor-
keurzenders
3 — Volgende
zoeken
4 — Audio-
instellingen5 — Zenderin-
formatie
6 — Direct af-
stemmen
7 — Frequentie
8 — Vorige zoe-
ken
MULTIMEDIA
302
Geluidsinstellingen
• Kies de schermtoets "Audio" om het scherm
met audio-instellingen te openen en
Balance/Fade (balans links/rechts - voor/
achter), Equalizer, Speed Adjusted Volume
(snelheidsafhankelijke volumeregeling),
Surround Sound, Loudness (dynamiek),
AUX Volume Offset (AUX-volume aanpas-
sen), Auto Play en Radio Off With Door
(radio uit met portier) in te stellen.
• U kunt naar het radioscherm terugkeren
door de "X rechtsboven te kiezen.
Balans links/rechts - voor/achter
• Kies de schermtoets "Balance/Fade" (ba-
lans links/rechts - voor/achter) om de ba-
lans van de audioweergave tussen de luid-
sprekers voorin of die tussen de
luidsprekers voor- en achterin in te stellen.
• Kies de schermtoetsen "Front" (voor),
"Rear" (achter), "Left" (links) of "Right"
(rechts) of druk op het luidsprekerpicto-
gram en versleep dit om de balans in te
stellen.Equalizer
• Kies de schermtoets "Equalizer" om het
scherm Equalizer te activeren.
• Kies de schermtoets "+" of "–" of raak de
niveaubalk van een equalizer-band aan en
versleep deze. Het niveau, met een bereik
van -9 tot +9, wordt onder elke band
weergegeven.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling
• Kies de schermtoets "Speed Adjusted Vo-
lume" (snelheidsafhankelijke volumerege-
ling) om het scherm Speed Adjusted Vo-
lume (snelheidsafhankelijke
volumeregeling) te activeren. De snelheids-
afhankelijke volumeregeling wordt afge-
steld door op de volume-indicator te druk-
ken. Hierdoor wordt automatisch het
audiovolume aangepast aan de rijsnelheid.
Loudness (dynamiek) — indien aanwezig
• Kies de schermtoets "On" (aan) om Loud-
ness te activeren. Kies de schermtoets "Off"
(uit) om deze functie uit te schakelen. Wan-
neer Loudness is ingeschakeld, wordt de
geluidskwaliteit bij lagere volumes
verbeterd.AUX Volume Offset (AUX-volume aanpassen)
• Druk op de schermtoets "AUX Volume Off-
set" (AUX-volume aanpassen) om het AUX
Volume Offset scherm te activeren. De AUX
Volume Offset (AUX-volume aanpassen)
wordt ingesteld met de " +" en " -" knoppen.
Hierdoor wordt het audiovolume van de
AUX-ingang aangepast. Het niveau, met
een bereik van -3 tot +3, wordt weergege-
ven boven de verstelbalk.
Auto Play — indien aanwezig
• Kies de schermtoets "Auto Play" om het
scherm Auto Play te activeren. De Auto
Play-functie heeft twee instellingen "On"
(aan) en "Off" (uit). Als Auto Play is inge-
schakeld, wordt muziek van een aangeslo-
ten apparaat direct afgespeeld nadat het is
aangesloten op de radio.
Auto-On radio (radio automatisch aan) — indien
aanwezig
• De radio wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het contact in de stand RUN wordt
gezet of hij gaat na of hij in of uit was
geschakeld bij de laatste keer uitschakelen
van het contact.
305